h

Opinie: Veiligheidsindustrie Rotterdam draait door

15 april 2008

Opinie: Veiligheidsindustrie Rotterdam draait door

Het Rotterdamse gemeentebestuur klopt zich al jaren flink op de borst: Rotterdam wordt steeds veiliger! Of dat aan de bestuurders ligt valt zeer te betwijfelen, vinden SP’ers Theo Cornelissen en Kevin Levie. Iedere week wordt een nieuwe symboolmaatregel verzonnen, terwijl de werkelijke problemen in de stad te weinig worden aangepakt.

‘Rotterdam weer veiliger’, kopt het persbericht van de gemeente over de donderdag verschenen veiligheidsindex juichend. De Rotterdamse index is met 0,1 punt gestegen op een schaal van tien: van 7,2 naar 7,3. In een aantal wijken is de veiligheid verbeterd; in achterstandswijken als het Oude Westen, de Tarwewijk in Charlois en de deelgemeente Feijenoord is de veiligheidssituatie verslechterd. Geen reden tot juichen dus.

Toch ziet het Rotterdamse gemeentebestuur jaarlijks in de index reden om zich flink op de borst te kloppen. De Rotterdamse Rekenkamer concludeerde al jaren geleden dat de index methodologisch niet klopt – zo telt het aantal door de politie geregistreerde inbraken net zo hard als het aantal mensen met een uitkering – en ook niet het succes van het Rotterdamse beleid bewijst. In de andere grote steden is de criminaliteit net zo hard gedaald als in Rotterdam. Tegelijkertijd zijn Rotterdammers volgens het CBS vaker ontevreden over de politie en hebben ze een groter wantrouwen tegenover de overheid dan in bijvoorbeeld Amsterdam.

Veiligheid is in Rotterdam meer dan waar ook in Nederland een onderwerp om op te scoren, en om stemmen mee te winnen. Het wantrouwen in de overheid en de politiek moet gekeerd worden en dat gebeurt door zo hard mogelijk op te treden. Iedere week verzinnen politici nieuwe symboolmaatregelen onder het motto ‘we proberen van alles, dan lukt er vast iets’. Zorgelijk is dat andere grote steden het Rotterdamse beleid geleidelijk overnemen. Het is terecht om veel aandacht te hebben voor veiligheid, vindt ook de SP. Om je leven te leven en gelukkig te zijn is de afwezigheid van dreiging van criminaliteit en ander gevaar een eerste vereiste. Maar dat is geen reden om een goede analyse van de problemen achterwege te laten. Van incidentenpolitiek wordt de stad niet veiliger.

Zo kregen we interventieteams, gedragsaanwijzingen, de Rotterdamwet, cameratoezicht, preventief fouilleren, stadswachten met handboeien, een samenscholingsverbod, bedelverbod, slaapverbod en alcoholverbod. Vorige week nog werden honderd bezoekers van de Grote Visserijmarkt in Rotterdam-West met de benen wijd tegen de muur van het wijkgebouw gefouilleerd, wat volgens de gemeente bedoeld was om een ‘statement te maken naar de wijk’. Veel maatregelen worden ingezet om maar iets te doen, zonder zich af te vragen welke problemen eraan ten grondslag liggen en zonder ze fatsoenlijk te evalueren.

Dat veiligheidsdenken is een industrie geworden: niet alleen hebben veel politici hun stem te danken aan het bestaan van onveiligheid, steeds meer mensen ook hun brood. In Rotterdam wordt zo’n 192 miljoen euro per jaar uitgegeven aan veiligheidsbeleid – uiteraard exclusief politie en andere landelijke taken. Die 192 miljoen betekent 325 euro per Rotterdammer voor extra veiligheidsbeleid. Het inzicht in die uitgaven en de effectiviteit ervan is erg gebrekkig: Rotterdam is toch echt nog steeds niet veilig. Steeds meer zaken worden onder het kopje ‘veiligheid’ gebracht – van de aanpak van huisjesmelkers en het repareren van kapotte lantaarnpalen tot het bezighouden van jongeren. Het risico daarvan is dat het sociale beleid in de stad wordt gereduceerd tot veiligheidsbeleid. Een jongerenwerker is er dan niet meer om jongeren te helpen een goede toekomst te krijgen, maar alleen nog om overlast te voorkomen.

Ondertussen worden de werkelijke problemen die ten grondslag liggen aan onveiligheid niet aangepakt. Criminele jongeren moet je aanpakken, maar daarnaast moet je ook voorkomen dat jongeren in de criminaliteit belanden: bijvoorbeeld door goed jongerenwerk. Alle mooie woorden ten spijt is in Rotterdam slechts 1 jongerenwerker per 670 jongeren beschikbaar, en wordt daaraan slechts 11,5 miljoen euro uitgegeven op een begroting van 4 miljard. Van huisjesmelkers en vastgoedspeculanten wordt alleen het topje van de ijsberg aangepakt, terwijl in sommige wijken dertig procent van de particuliere huurwoningen leeg staat. Weinig slagvaardig is ook de aanpak van overlast die de toestroom Polen en andere Midden- en Oost-Europese werknemers soms veroorzaken.

De politie moet z’n werk doen en kunnen doen, vindt de SP. Dat betekent: een fatsoenlijk salaris – een eis die de Rotterdamse politiek niet wilde ondersteunen – en minder bureaucratie. De overheid moet waar nodig hard zijn, maar mensen wel kansen geven: de reclassering in ere herstellen, mensen die in de fout gaan persoonlijk begeleiden. We moeten normaal blijven doen tegen normale mensen en ook daklozen, hangjongeren en bijstandsmoeders met respect behandelen. Het vertrouwen in de overheid groeit niet als het enige persoonlijk contact dat mensen met de overheid hebben bestaat uit een intimiderend bezoek van een interventieteam. We moeten veiligheid écht samen met de mensen gaan maken, bewoners serieus betrekken bij het veiligheidsbeleid en sleutelfiguren en trekkers in een buurt de ruimte geven om daaraan bij te dragen. Op die manier maken we Rotterdam en Nederland écht veilig, en niet alleen in de statistieken.

Theo Cornelissen is fractievoorzitter en Kevin Levie is organisatiesecretaris van de SP in Rotterdam.

Volgende week verschijnt de SP-publicatie ‘Rotterdam draait door: kritiek op en alternatieven voor het Rotterdamse veiligheidsbeleid’.

Weblog Theo Cornelissen: Veiligheidsbril als oogkleppen (15-04-2008)
'Veiligheidsindex geen reden voor borstklopperij' (10-04-2008)
SP wil opheldering over fouilleren Visserijmarkt (10-04-2008)

U bent hier