Rotterdam

De sfeervolle bibliotheek van Hotel New York was zondagmiddag het decor voor een goedbezochte milieuconferentie, georganiseerd door de SP. In een aantal debatten bogen politici en experts zich samen met het publiek onder andere over de vraag of het Rotterdam Climate Initiative wel de juiste keuzes maakt om de uitstoot van CO2 te reduceren: blijft het bij mooie praatjes en het uitdelen van gratis spaarlampen of gaat er echt iets veranderen?

De middag begon met een korte inleiding van Ike Teuling over wat het Rotterdam Climate Initiative inhoudt. Het initiatief moet in 2025 leiden tot een CO2-reductie van vijftig procent ten opzichte van 1990. Dat is een stevige doelstelling, te vergelijken met het verbruik van 4 miljoen huishoudens. Dit moet bereikt worden door energiebesparing, door het duurzamer maken van van mobiliteit, door onderzoek en experimenten en door het bewuster maken van de Rotterdammers. En: meer dan de helft van de CO2-reductie moet komen uit het afvangen en opslaan van CO2.

Echt duurzame energie
Aansluitend gingen de experts met elkaar in debat: Arjan Dikmans van het Rotterdam Climate Initiative, Joris den Blanken van Greenpeace en Emile van Rinsum van het Rotterdams Milieu Centrum. Dikmans gaf aan dat het tijd wordt dat Rotterdam de goede lijstjes gaat aanvoeren, en het lijstje luchtkwaliteit hoort daar zeker bij. Het initiatief pakt CO2-reductie op veel verschillende manieren aan, bijvoorbeeld door afspraken te maken met bedrijfsleven en woningbouwcorporaties om twee tot drie procent vermindering van uitstoot te realiseren.

Den Blanken van Greenpeace had stevige kritiek op de aanpak van het initiatief, en vooral op de grote rol voor CO2-opslag. Het is nog helemaal niet zeker of CO2 wel op zo een grote schaal kan worden opgeslagen. Volgens Dikmans vertellen experts hem dat het reëel is om te verwachten dat het in 2020 wel kan. Maar er is natuurlijk geen garantie. Ook Van Rinsum van het Rotterdams Milieu Centrum heeft bedenkingen bij CO2-opslag. Hij ziet meer in een eiland in de Noordzee met windmolens. Den Blanken voelt meer voor écht duurzame energie zoals wind- en zonne-energie. Volgens hem heeft de industrielobby echter nog steeds een dikke vinger in de pap.

Geen appèl, maar harde afspraken
Volgens SP-Tweede Kamerlid Paulus Jansen is het uitstekend dat Rotterdam met het Climate Initiative de lat zo hoog legt. Alleen voorziet hij wel problemen omdat er teveel een appèl gedaan wordt op bijvoorbeeld het bedrijfsleven om de uitstoot te verminderen. Om bedrijven te motiveren duurzamer te worden is een appèl niet genoeg. Zo moet er een Warmtewet komen om bedrijven te verplichten restwarmte van de industrie nuttig te gebruiken. Den Blanken stelde onder andere een Kolenwet voor om de bouw van nieuwe kolencentrales, zoals er nu twee komen in Rotterdam, onmogelijk te maken. Daar valt ook de grootste winst te behalen: 86 procent van de CO2-uitstoot in Rotterdam komt van de industrie en energieproductie.

Maar ook in de stad zelf is nog veel te verbeteren: zo moeten nieuwbouwprojecten van tevoren geschikt worden gemaakt voor het plaatsen van zonnecollectoren. Een goede collectieve investering verdient zichzelf snel terug. En er moet meer geïnvesteerd worden in openbaar vervoer en autogebruik in de stad moet worden ontmoedigd - dat is ook in het belang van de luchtkwaliteit in Rotterdam. Het huidige gemeentebestuur kiest toch vooral voor de auto en niet voor de fiets en het OV.

Kolencentrales
Als afsluiting van de middag gingen drie gemeenteraadsleden van de linkse partijen in Rotterdam met elkaar in debat: Leo de Kleijn (SP), Arno Bonte (GroenLinks) en Matthijs van Muijen (PvdA). Zowel De Kleijn als Bonte toonden zich geen voorstanders van het plaatsen van kolencentrales in Rotterdam. Binnenkort valt een beslissing over de bouw van de tweede EON-centrale. Van Muijen bleef onduidelijk over het PvdA-standpunt daarover, maar gaf wel aan dat hij vertrouwen heeft in de markt en de emissienormen. De handel in emissierechten zorgt ervoor dat het financieel interessant is voor bedrijven om flink gaan investeren in CO2-reductie en -opslag. De Kleijn deelde Van Muijen’s vertrouwen in de markt en CO2-opslag niet; er zijn geen garanties dat opslag mogelijk is, en als het al kan wordt dat pas na 2020 of zelfs 2040. Dat maakt volgens De Kleijn CO2-opslag een veel te onzekere factor om je klimaatbeleid op te baseren.

De SP-Rotterdam zal het Rotterdam Climate Initiative kritisch blijven volgen en binnenkort komen met een verdere uitwerking van alternatieven en aanvullingen op de gemeenteplannen. De waardevolle inbreng van de deelnemers aan de conferentie in Hotel New York zal daarbij zeker niet worden vergeten.

Meedenken en -werken met de SP op milieugebied? Doe mee met onze milieugroep!
Kolencentrale maakt Rotterdams klimaatplan ongeloofwaardig (21-12-2007)