h
Verkiezingsprogramma

Iedereen doet mee

Iedereen moet volwaardig mee kunnen doen. Ook mensen met een beperking, ouderen en dak- en thuislozen. Het ondertekenen van het VN-verdrag voor rechten voor mensen met een beperking moet leiden tot een lokale inclusie-agenda, die uitgaat van meedoen met keuzevrijheidvoor mensen met een beperking. Ook ouderen moeten zoveel mogelijk

mee kunnen blijven doen, door goede zorg, aangepaste woningen en gratis openbaar vervoer. Rotterdam moet op alle terreinen levensloopbestendig worden. Alle Rotterdammers hebben recht op onderdak en zorg, ook dak- en thuislozen en mensen zonder papieren.

Mensen met een beperking

Alle gebouwen met een publieksfunctie, scholen en sportaccommodaties horen toegankelijk te zijn voor mensen met een beperking.

Toegankelijkheid wordt meegenomen in de voorwaarden voor subsidie.

Sportverenigingen worden gestimuleerd hun activiteiten open te stellen voor mensen met een beperking. Vervoer op maat-ritten naar sportactiviteiten moeten altijd gratis prioriteitsritten zijn.

We houden bij rampenbestrijding en rampenprotocollen rekening met mensen met alle soorten beperkingen.

Mensen met een beperking en ouderen hebben recht op een voor hen toegankelijke en geschikte woning. In Rotterdam bouwen we, in samenwerking met woningcorporaties, alleen nog aanpasbaar. We zorgen dat het aanbod toegankelijke woningen goed aansluit bij de vraag. De normen voor aanpassing van woningen worden verruimd, om gedwongen verhuizingen te voorkomen.

Bij inrichtingsplannen houden we rekening met toegankelijkheid en betrekken we de gebruikers. Er moet gezorgd worden voor voldoende gehandicaptenparkeerplaatsen, en waar nodig moeten trottoirs, fietspaden, oversteekplaatsen, op- en afritten en markeringen voor blinden verbeterd worden.

Het openbaar vervoer moet toegankelijk en bereikbaar zijn voor iedereen. Dat kan door meer trams aan te schaffen die rolstoeltoegankelijk zijn, te zorgen voor aangepaste haltes en rekening te houden met afstand tot een halte voor mensen met een beperking en ouderen.

Vrijwilligerswerk door mensen met een beperking wordt gestimuleerd door het bieden van ruimere mogelijkheden voor vervoer en aanpassingen van de werkplek.

Bij het hanteren van inkomensgrenzen en vaststellen van eigen bijdragen houden we rekening met de extra kosten die een beperking met zich meebrengt. Via actieve voorlichting moet gezorgd worden dat regelingen die er zijn optimaal worden benut.

Mensen met een beperking, ouderen en dak- en thuislozen moeten kunnen meepraten en -beslissen over hun voorzieningen. Daarvoor zijn belangenorganisaties en adviesorganen zoals Wmo-raden en de Brede Raad noodzakelijk en dient de gemeente deze financieel te ondersteunen.

Rotterdammers met een beperking willen werken. De landelijke overheid bepaalt dat er een minimum percentage mensen met een arbeidshandicap in dienst genomen moet worden bij bedrijven en gesubsidieerde instellingen. De gemeente Rotterdam doet hier een schepje bovenop. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld en gaat deze regelingen streng handhaven en beboet bedrijven en instellingen bij het overtreden hiervan. Grote en middelgrote Rotterdamse bedrijven lichten we door op het percentage werknemers met een beperking en we geven bij overheidsopdrachten voorrang aan bedrijven met voldoende diversiteit.

Voor arbeidsgehandicapten die niet in een bedrijf of een gesubsidieerde instelling geplaatst kunnen worden dient sociale werkvoorziening uitkomst te bieden, want arbeidsgehandicapten hebben recht op een voldoende beschutte werkomgeving. De sociale werkvoorziening moet er in de eerste plaats zijn om mensen met een handicap aan de maatschappij te laten meedoen. Mensen moeten de gelegenheid hebben promotie te maken of ander werk te krijgen in de beschutte werkomgevingen door middel van een gestructureerd ontwikkelingsplan.

Mensen met een arbeidsbeperking die moeten werken krijgen minimaal het minimumloon.

Dagbesteding is heel belangrijk als het niet mogelijk is om te werken. Er moet voldoende diversiteit zijn in die dagbesteding, van knutselen tot meer arbeidsmatige dagbesteding, afhankelijk van wat mensen kunnen en willen.

We compenseren volledig de landelijke bezuinigingen die meekomen met de Participatiewet die de sociale werkvoorziening vervangt.

We geven mensen de kans zelf de regie te houden door middel van persoonlijke participatiebudgetten.

Ouderen

Wijken moeten ook voldoen aan de woonbehoeften van 65-plussers, zodat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Er moeten daarom voldoende betaalbare woningen zijn, voorzieningen en zorg in de wijk moeten op peil blijven, openbare ruimten moeten veilig zijn, en er moet voldoende cultuuraanbod en sportmogelijkheden zijn.

Het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers blijft in stand. Ook vervoer op maat voor 65-plussers wordt gratis.

Mensen met een AOW-gat blijven we actief opsporen en wijzen op hun rechten, namelijk een aanvulling van de Sociale Verzekeringsbank tot het bijstandsniveau. Ook kunnen deze oudere Rotterdammers aanspraak maken op bijzondere bijstand en een ouderentoeslag.

Vele Rotterdamse ouderen doen vrijwilligerswerk. Op vrijwilligers wordt tegenwoordig een zwaar beroep gedaan. Die vrijwilligers verdienen dan ook waardering in de vorm van trainingen en een (financiële) vergoeding.

Oudkomers boven de 55 jaar mogen wel maar hoeven niet mee te doen aan inburgering. Inburgering is kosteloos.

We investeren in kleinschalige en diverse woonvoorzieningen, ook voor dementiepatiënten – bijvoorbeeld in de vorm van hofjes. We bouwen voldoende betaalbare en aanpasbare woningen voor ouderen en maken woningaanpassing gemakkelijker. Zo wordt gedwongen verhuizing naar grootschalige verzorgings- en verpleeghuizen onnodig.

Goed functionerende voorzieningen zoals het Geheugenpaleis houden we in stand en dienen als voorbeeld voor nieuwe voorzieningen in andere wijken.

Vanuit de wijkteams worden ouderenconsulenten en maatschappelijk werkers ingezet, met voldoende expertise op het gebied van ouderenzorg. Daarmee kunnen veel problemen worden voorkomen of in een vroeg stadium ontdekt en aangepakt, van eenvoudige woningaanpassing, hulp bij schulden tot een vroege onderkenning van opkomende dementie.

Armoede onder ouderen bestrijden we. De ouderenconsulenten en maatschappelijk werkers voorkomen actief afsluitingen van nutsvoorzieningen en huisuitzettingen. Zij doen ook, zo nodig, huisbezoeken bij ouderen om hen te helpen met formulieren, om sociaal isolement tegen te gaan en de weg te wijzen naar voorzieningen. We blijven daarbij gebruik maken van de methodieken van het Programma Oudere Migranten, en maken gebruik van de kennis bij zelforganisaties.

Dagopvang en -besteding is heel belangrijk om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen net als een laagdrempelig inloophuis of huiskamer in elke wijk met veel ouderen. Daar kunnen ook gezonde warme maaltijden worden verstrekt tegen een laag tarief. Deze kunnen

gekoppeld worden aan andere voorzieningen in de wijk. De wat meer gespecialiseerde zorg kan eventueel op enige afstand zijn.

Mantelzorgers zijn erg belangrijk en verdienen erkenning voor hun werk. Problemen als overbelasting van de mantelzorger, maar ook ouderenmishandeling – vaak uit onmacht – worden direct opgepakt door de ouderenconsulenten en maatschappelijk werkers.

We bevorderen dat ouderen hun huisdier mee kunnen nemen naar een verzorgingstehuis.

We zorgen voor voldoende dagbesteding, verzorgings- en verpleeghuisplekken die goed aansluiten op de culturele achtergrond van ouderen.

Informatie voor ouderen moet ook niet-digitaal beschikbaar zijn, bijvoorbeeld via de huis-aan-huisbladen en een vernieuwde wijkgids op welzijnsgebied.

U bent hier