Rotterdam

Vorige week verscheen het Algemeen rekenkamerrapport over de 'Centra voor Jeugd en Gezin in gemeenten' (CJG 's). In dit rapport werd een financiële en organisatorische inzage gegeven. Ook werd de samenwerking van hulpverleners onderzocht. Omdat het rapport nog geen duidelijkheid geeft over de doelmatigheid en effectiviteit van de CJG's, met name in Rotterdam, heeft de SP-fractie schriftelijke vragen gesteld.

Ten eerste vraag de SP zich af waarom Rotterdam niet aan het onderzoek heeft meegedaan. Van de grote steden heeft alleen Den Haag meegewerkt aan dit onderzoek. De SP vraagt om meer toetsbare termen; welke taken heeft het CJG precies? Hoe toetst Rotterdam het maatschappelijk effect? Ook wil de partij meer inzage in de kosten van het CJG.

Uit het werkveld heeft de SP vernomen dat de kosten en uitgaven niet per deelgemeente worden bekeken maar algemeen. Er wordt uitgegaan van 80% van de kinderen gaat het goed en met 20 % gaat het niet goed in de stad. Hierdoor wordt het in sommige deelgemeenten onhaalbaar qua uren, tijd en geld. SP-raadslid Josine Strörmann: ''Ik kan me voorstellen dat er in Delfshaven een stuk meer problemen zijn dan in Hillegersberg en er meer tijd en geld nodig is. Maatwerk is geboden.''