h

Strörmann: “Meedoen moet mogen”

17 februari 2010

Strörmann: “Meedoen moet mogen”

Móeten meedoen: dat geldt meestal alleen voor mensen in een achterstandspositie. Josine Strörmann, nummer 2 op de SP-lijst: “Terwijl de overheid steeds minder doet om meedoen mogelijk te maken, wordt de verantwoordelijkheid afgeschoven op de mensen zelf.”

Josine StrörmannVandaag vond de laatste in een reeks van vijf politieke avonden over welzijn en zorg bij de stichting Pameijer Rotterdam plaats. In deze stichting werken 2.000 medewerkers en 500 vrijwilligers samen met mensen met verstandelijke of psychiatrische problemen. Ruim 100 mensen, professionals, vrijwilligers, klanten van de stichting en politici gingen deze keer in discussie over participatie en welzijn.

De eerste vraag was: ‘Móét je meedoen of mág je meedoen in de samenleving?’ Terwijl de meeste politici vonden dat mensen mee móéten doen, liet de nummer 2 op de SP-lijst Josine Strörmann een genuanceerder geluid horen: “Moeten geldt meestal vooral voor mensen in een achterstandspositie of uitkering. Tegen een gezin met een huis en twee auto's wordt nauwelijks gezegd dat ze mee móéten doen.” Het publiek applaudisseerde. Een vrijwilliger in de zorg benadrukte dat hij niet van moeten houdt. Hij wil graag vrijwillig meedoen maar niet onder dwang.

Wat wel moet, is dat ‘meedoen’ wordt gesteund door het welzijnsbeleid van de overheid. Klanten, professionals en vrijwilligers vertelden uit eigen ervaring dat indicaties voor dagbesteding en begeleiding steeds meer wegvallen. Zij vrezen dat het isolement en de eenzaamheid onder mensen met een beperking toe zal nemen. “Ik zie dat met name in de psychiatrie mensen tussen wal en schip vallen,” betoogde een zorgverlener. Strörmann stelde dan ook aan de kaak dat de invoering van de Wmo (Wet maaschappelijke ondersteuning) vooral een bezuinigingsronde is geweest. Strörmann: “Terwijl de overheid steeds minder doet om meedoen mogelijk te maken, wordt de verantwoordelijkheid afgeschoven op de mensen zelf.”

U bent hier