Rotterdam

De bewoners van de Puntstraat weten niet meer waar ze met hun auto terecht moeten. Bij de aankoop van hun woning was het niet verplicht een plaats in de inpandige garage te kopen. De gemeente trekt nu de parkeervergunningen in en vindt dat de bewoners alsnog hun auto in het complex moeten stallen. SP-raadslid Leo de Kleijn vindt dat de bewoners verkeerd zijn voorgelicht en wil dat de vergunningen voorlopig verlengd worden. De Kleijn vraagt morgen tijdens de raadsvergadering wethouder Karakus om te komen met een oplossing.

Van enkele tientallen bewoners aan de Puntstraat is per 31 maart de parkeervergunning voor bewoners ingetrokken. De reden die hiervoor door de gemeente aangevoerd wordt is dat deze mensen zouden wonen in "een woning of wooncomplex waartoe eigen parkeergelegenheid behoort". Het merendeel van de betrokken bewoners kocht in 2005 een nieuwbouwwoning van ATTA makelaars/Com.wonen waarbij uitdrukkelijk aangegeven werd dat er geen sprake was van gekoppelde verkoop met een parkeerplek in het complex.

SP-raadslid Leo de Kleijn: “De bewoners dreigen nu de dupe te worden van een conflict tussen makelaar/ontwikkelaar die de kopers onjuist informeerde en de gemeente die zich op het formele standpunt stelt dat de bewoners hun auto moeten parkeren in het complex, nu op straat betaald parkeren is ingevoerd.” De meeste bewoners echter kunnen de 13.000 euro voor een parkeerplek niet betalen. De Kleijn: “Sterker nog, het feit dat er in 2005 geen sprake was van een gekoppelde verkoop was voor hen juist een reden om in dit complex een huis te kunnen kopen.”

Volgens de SP-fractie is deze situatie vooral de makelaar/verkoper van de woningen aan te rekenen. Die heeft de kopers verkeerd voorgelicht. Tegelijkertijd weten diezelfde bewoners nu echt niet meer waar ze met hun auto moeten blijven zonder parkeervergunning. De Kleijn: “Ik vind dat de vergunning voor de bewoners verlengd moet worden, in ieder geval tot er een bevredigende oplossing is. En de gemeente moet ATTA makelaars en Com.wonen zo ver krijgen dat ze hiervoor zorgen.”