h

Uitgaan of niet binnenkomen? Pak discriminatie aan!

9 juli 2007

Uitgaan of niet binnenkomen? Pak discriminatie aan!

Er wordt nog altijd veel gediscrimineerd bij Rotterdamse uitgaansgelegenheden. Dat blijkt uit Uitgaan of niet binnenkomen? (PDF), een onderzoek van ROOD, jong in de SP bij Rotterdamse clubs en cafés de afgelopen weken. Dat betekent dat de maatregelen die tot nu toe genomen zijn tegen discriminatie in het Rotterdamse uitgaansleven niet ver genoeg gaan, vindt Kevin Levie.

HierΝVan de ondervraagde 223 jongeren is 71 procent van de allochtone jongeren wel eens geweigerd, tegenover 37 procent van de autochtone jongeren. Van de Marokkaanse jongens is zelfs 84 procent wel eens geweigerd. Allochtone jongeren horen bovendien veel vaker: 'het is vol', 'je bent geen vaste klant' of 'je moet lid zijn' en andere oncontroleerbare redenen voor weigering. Het grootste gedeelte van de ondervraagde jongeren vermoedt dat in werkelijkheid hun afkomst de reden is waarom ze niet naar binnen mochten. Ondernemers zoeken een excuus om hen buiten te houden. Een jongere vertelde ons bijvoorbeeld: ‘Het was die avond alleen voor studenten, kreeg ik te horen. Toen ik mijn OV-studentenkaart liet zien zeiden ze ineens dat de club vol was.’

Natuurlijk moeten eigenaren van horecagelegenheden mensen kunnen weigeren die overlast geven, drugs verhandelen of meiden lastig vallen. Maar iedereen die zich gedraagt, moet in Rotterdam een leuke avond kunnen hebben. Jongeren zien discriminatie te vaak als fact of life, blijkt ook uit recent onderzoek van antidiscriminatieorganisatie RADAR onder Marokkanen in Rotterdam. Hoe er in de maatschappij naar bepaalde groepen wordt gekeken, de ‘maatschappelijke perceptie’, werkt door in het deurbeleid: Marokkaanse jongeren staan in het nieuws niet in een goed daglicht, en dat is te zien aan de deur van clubs en cafés. Het is zelfs mogelijk dat een discriminerend deurbeleid uitgaansgetto’s creëert. Het dwingt etnische groepen zich terug te trekken in bepaalde tenten waar zij en anderen niet geweigerd worden. Zo zegt een jongere in het onderzoek: ‘Ik word nooit geweigerd, omdat ik alleen nog maar naar Marokkaanse tenten of feesten ga waar ik zeker weet dat ik niet word geweigerd.’

Discriminatie is nooit acceptabel en moet altijd bestreden worden. Juist in het geval van deurbeleid is discriminatie makkelijk te bestreden, omdat het om een beperkt aantal gelegenheden gaat. In het verleden zijn verschillende onderzoeken naar het Rotterdamse deurbeleid geweest, en uit ieder onderzoek blijkt dat er gediscrimineerd wordt. In 2002 is het Panel Deurbeleid opgericht, nadat er verschillende praktijktests bij en klachten over een aantal Rotterdamse discotheken waren geweest. In het panel hebben 18 Rotterdamse clubs en cafés, de gemeente, anti-discriminatieorganisatie RADAR, de politie, de Rotterdamse Jongerenraad en Koninklijke Horeca Nederland zitting. Het oprichten van dit panel was een goed initiatief, maar het functioneert op dit moment niet. Het is nauwelijks bekend onder jongeren en de drempel om er een klacht in te dienen is er te hoog. Ondernemers houden zich niet aan de verplichting een folder van het panel uit te delen bij weigering, geven ook onze wethouders toe. Het gevolg: in 2006 kwamen er slechts 28 klachten binnen bij het Panel en werd slechts zes keer een ondernemer aangesproken op dubieus deurbeleid – en daar werden verder geen consequenties aan verbonden.

ROOD stelt daarom in het rapport Uitgaan of niet binnenkomen? een aantal maatregelen tegen discriminerend deurbeleid voor. In 2009 is Rotterdam Europese Jongerenhoofdstad en zeker de activiteiten in dat jaar zouden voor iedere Rotterdamse jongere toegankelijk moeten zijn. Eén van de maatregelen die we voorstellen, is een proef met een ‘stapmarinier’ in een aantal Rotterdamse uitgaansgebieden. Zo’n agent of ambtenaar kan, eventueel begeleid door een jongere, het deurbeleid van clubs in de praktijk monitoren, klachten van jongeren opnemen en doorgeven aan het panel en de clubs. Zijn aanwezigheid kan leiden tot een eerlijker deurbeleid en meer registratie van klachten. Andere maatregelen tegen dubieus deurbeleid die in het rapport worden voorgesteld zijn regelmatige praktijktests van jongeren om te zien of de horeca zich houdt aan de regels; invoeren van een vasteklantenpas om te voorkomen dat jongeren onterecht geweigerd worden omdat ze ‘geen vaste klant’ zouden zijn; en indien duidelijk sprake is van discriminatie gebruik maken van de mogelijkheden om bijvoorbeeld een korte tijdelijke sluiting op te leggen.

Op donderdag 5 juli heeft de SP-fractie in de gemeenteraad een debat aangevraagd over het deurbeleid en een voorstel ingediend om een proef met een 'stapmarinier' te houden. De meeste partijen vonden dat voorstel sympathiek, maar te prematuur: binnenkort wordt het functioneren van het Panel Deurbeleid geëvalueerd en het uitvoeringsprogramma Discriminatie, de groeten! besproken en dat zijn de momenten om nieuwe maatregelen voor te stellen. De motie om de stapmarinier in te voeren kreeg alleen steun van D66. Wat de SP betreft moet discriminatie aan de deur zo snel mogelijk aangepakt worden, en is het jammer dat de andere partijen een kans laten liggen om tegen dubieus deurbeleid op te treden. De komende tijd zal de SP blijven hameren op het aanpakken van discriminatie, aan de deur en elders. Dat is hard nodig als we willen dat jongeren zich niet buitengesloten en gemarginaliseerd voelen maar echt mee kunnen doen in de Rotterdamse samenleving.

Dit artikel verscheen in Hier & Nu, het inlegvel van de SP Rotterdam in De Tribune, van juli 2007

U bent hier