h

Programma 2010: Zinvol werk en fatsoenlijk inkomen

In onze samenleving is werk belangrijk. Het zorgt voor inkomen, voor status en zelfstandigheid. Te veel Rotterdammers hebben een laag inkomen of zitten werkloos thuis. Sommigen leven zelfs onder de armoedegrens, ook enkelen die wel werk hebben. Dat moet anders. Alle Rotterdammers die kunnen werken hebben recht op zinvol en fatsoenlijk betaald werk. We zorgen ervoor dat mensen genoeg geld hebben om van te leven, en voorkomen dat mensen in de schulden raken.

De economische crisis heeft er in de haven, de bouw en vele andere bedrijfstakken flink ingehakt. Vooral laagopgeleiden, ouderen en jongeren hebben het op de Rotterdamse arbeidsmarkt erg moeilijk. Voor allochtone jongeren komt arbeidsdiscriminatie daar nog eens bovenop. Gehandicapten komen al helemaal niet aan werk. Rotterdam heeft ook veel te maken met het fenomeenwerkende armen. De gemeente kan veel doen om mensen te scholen, naar werk te begeleiden en zelf ook werk te scheppen.

De SP vindt dat volledige werkgelegenheid centraal moet staan in het sociaal-economisch beleid. Duurzaam werk voor iedereen die kan werken, is niet alleen essentieel voor de welvaart van de gemeenschap, maar ook voor de economische onafhankelijkheid en ontplooiing van individuen. Maar werk alleen is niet genoeg. De afgelopen jaren is er vooral meer pulp-arbeid bijgekomen: slecht betaalde, vaak tijdelijke en flexibele baantjes, met nauwelijks sociale rechten. Met als gevolg meer werkende armen en ondermijning van de arbeidsomstandigheden. Nu de economische crisis hard toeslaat dreigen duizenden Rotterdammers hun baan te verliezen. Werkgevers en het kabinet Balkenende zien hun kans schoon om de lonen te verlagen en opgebouwde rechten af te breken.

Aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn de afgelopen jaren veel maatregelen genomen die mensen eerder minder kans op zinvol en fatsoenlijk betaald werk geven, dan meer. Duizenden mensen worden aan het werk gezet in nepbanen – de zogenaamde ‘participatiebanen’. Zij moeten tot twee jaar werken met behoud van uitkering, dus voor ongeveer zeventig procent van het minimumloon. De kans op een reguliere betaalde baan is na zonparticipatietrajectnauwelijks toegenomen. Via kostbare re-integratietrajecten (al dan niet via een commercieel bedrijf) worden veel mensen een paar maanden aan het werk gezet in baantjes die niets met hun opleiding of ervaring te maken hebben. Jongeren tot 27 jaar krijgen met de nieuwe Wet Investeren in Jongeren al helemaal geen bijstandsuitkering meer.

Hoe kan het beter?

  • Ook of juist in deze crisistijd is er werk genoeg. Dat wil zeggen: werk genoeg te doen. In plaats van bezuinigingen op onderwijs, zorg en nuttig werk in de buurten, moet de komende jaren juist daar extra in geïnvesteerd worden. Dat levert niet alleen duizenden banen op, het zorgt ook voor een sociale en een sterke stad.
  • De werkloosheid in Rotterdam dreigt de komende jaren op te lopen tot tien procent of meer. In het volgende college komt een wethouder Werkgelegenheid die de opdracht krijgt om samen met Rotterdammers, de vakbeweging, het midden- en kleinbedrijf en werkgevers snel een Rotterdams "Plan van de Arbeid" uit te werken, er steun bij het Rijk voor te zoeken en er snel mee aan de slag te gaan in de stad. Doen we niets of onvoldoende, dan dreigt deze crisis uit te lopen op een sociale ramp voor duizenden Rotterdammers.
  • De SP staat pal voor sociale rechten en verworvenheden als de AOW-leeftijd op 65 en de ontslagbescherming. Rotterdam, een arbeidersstad waar veel mensen afhankelijk zijn van die rechten, moet zich duidelijk uitspreken en opkomen voor haar inwoners. Het Rotterdamse college moet niet lobbyen voor een Rotterdamwet of A4, maar voor zaken waar de Rotterdammers wat aan hebben.
  • Liberalisering van de arbeidsmarkt en onvoldoende controle op malafide bedrijven en uitzendbureaus ondermijnen de arbeidszekerheid. Uitzendbureaus die Midden en Oost-Europeanen uitbuiten door arbeidsvoorwaarden aan hun laars te lappen, worden keihard aangepakt. We pleiten voor terugkeer van de vergunningplicht voor uitzendbureaus.
  • Bij grote gemeentelijke opdrachten en investeringen – bijvoorbeeld bouwprojecten – past de gemeente zoveel mogelijkcontract compliance toe. De ondernemer/ontwikkelaar die de opdracht krijgt is verplicht om voor het werk minimaal tien procent werkzoekenden uit de wijk/buurt van het project aan te nemen. De gemeente zorgt voor selectie en begeleiding.
  • Werklozen moeten écht aan werk – of anders vrijwilligerswerk – geholpen worden. Tot die tijd hebben ze recht op een uitkering. Ze moeten in de gelegenheid gesteld worden een opleiding te volgen en begeleid worden op een manier die bij ze past. We stoppen met de huidige re-integratiecarrousel van goed verdienende bureautjes die weinig opleveren.
  • We stoppen met departicipatiebanen, oftewel werken voor je uitkering. Arbeid moet lonen: iedereen die maatschappelijk nuttige arbeid verricht, heeft recht op een arbeidscontract met een bij die functie behorend CAO-salaris.
  • Er is heel veel nuttig werk te doen in de Rotterdamse wijken waar nu vaak geen geld voor is: van conciërge van het buurthuis tot jongerenwerker. Die banen kan de gemeente organiseren en aanbieden, tegen een fatsoenlijk loon. De gemeente heeft zelf een voorbeeldfunctie als werkgever van (ex)-I/Ders, Wswers en Wajongers, en ook bij diversiteitsbeleid.
  • We zorgen voor goede regelingen op het gebied van arbeid en zorg: adequate kinderopvang en flexibele werktijden voor mensen die naast hun werk mantelzorger zijn.

Inkomen en armoedebestrijding

Te veel Rotterdammers behoren tot de armsten van Nederland. Ongeveer 61.000 huishoudens (22 procent) hebben een laag inkomen, dat wil zeggen een inkomen tot 110 procent van het sociaal minimum. De jarenlange bezuinigingspolitiek uit Den Haag is daar mede oorzaak van. Vele duizenden Rotterdammers zijn afhankelijk van de Voedselbank, en steeds meer gezinnen zitten met torenhoge schulden. Meer dan 30.000 Rotterdammers hebben een bijstandsuitkering en nog eens vele duizenden hebben een zeer laag betaalde baan. Door de economische crisis zullen nog meer Rotterdammers in de problemen raken. Vooral eenoudergezinnen en ouderen met alleen AOW of een AOW-gat hebben het nu al erg moeilijk.

De afgelopen jaren zijn een aantal zaken in Rotterdam verbeterd. Op aandringen van de SP is er een prima collectieve ziektekostenverzekering voor de minima gekomen, zonder eigen risico. De gemeente spoort nu mensen die geen vijftig jaar in Nederland gewoond hebben en daarom eenAOW-gat hebben op en zorgt dat ze een aanvulling krijgen. En de schuldhulpverlening via de Kredietbank is de afgelopen jaren professioneler geworden – al zijn de wachttijden nog veel te lang en wordt nog niet iedereen goed geholpen.

Hoe kan het beter?

  • Het huidige minimumloon en bijstandsnorm zijn veel te laag om goed van te kunnen rondkomen. We pleiten voor een verhoging, liefst samen met andere gemeenten.
  • We maken de gemeentelijke belastingen en heffingen eerlijker. De meeste Rotterdamse gezinnen gaan minder betalen; mensen met een duur koophuis en grote bedrijven gaan meer betalen. We verlagen de afvalstoffenheffing tot 110 euro en maken het rioolrecht afhankelijk van de waarde van het huis. Een deel van de winsten van Evides en Eneco zou moeten terugvloeien naar de Rotterdammers door lagere tarieven voor kleinverbruikers.
  • Grote uitkeringsfraude pakken we hard aan. Fatsoenlijke regelingen kunnen overlevingsfraude voorkómen. Wat we verdienen dankzij fraudebestrijding, zetten we in voor armoedebestrijding.
  • De lokale voorzieningen voor minima breiden we uit. Minima en jongeren kunnen voortaan met korting reizen met het openbaar vervoer. We keren de langdurigheidstoeslag eerder uit en geven deze ook aan mensen met een inkomen tot 120 procent van het minimum. Ouderen op bijstandsniveau geven we direct een extra toeslag. We benutten de mogelijkheden voor kwijtscheldingen van gemeentelijke belastingen maximaal. We zorgen dat er altijd voldoende middelen zijn in het Fonds Bijzondere Noden.
  • De groeiende armoede in eenoudergezinnen bestrijden we door de vrijlatingsregeling voor alleenstaande ouders in de bijstand te verruimen. Inkomsten tot €162 per maand houden we niet in op de uitkering. We korten eenoudergezinnen nooit meer dan tien procent op hun uitkering. We subsidiëren vakantieprojecten voor kinderen van minima, zodat zij er één keer per jaar op uit kunnen, en maken het gebruik van de bibliotheek voor minima gratis.
  • De mogelijkheden voor inkomenshulp – zoals bijzondere bijstand, kindertoeslag en gratis sporten voor kinderen – brengen we op zoveel mogelijk manieren bij mensen onder de aandacht. Toekenning van dergelijke voorzieningen moet zoveel mogelijk automatisch gebeuren, of anders met zo min mogelijk bureaucratie en rompslomp. De formulierenbrigades, die mensen helpen hun weg te vinden in de bureaucratie, breiden we uit. Dat kan onder andere door mensen die zelf in een uitkering zitten daarvoor op te leiden.
  • De hulp aan mensen die in de schulden zitten moet nog beter. We maken speciale schulden-teams in de wijken die alles weten van het oplossen én voorkomen van schulden – en mensen kunnen helpen zich bij de Kredietbank aan te melden. Dat ontlast het maatschappelijk werk.
  • We geven meer steun aan vrijwilligers en projecten zoals de OK-bank, buurtmoeders en Thuis op Straat – waar Rotterdammers een opstapje krijgen om weer mee te doen in Rotterdam.

Wsw en Wajong

De gemeente heeft een zorgplicht voor Wswers en Wajongers: om te kijken naar hun persoonlijke ontwikkeling en kansen, en daar een werkaanbod op aan te passen. Een afgestudeerd econometrist met een zware lichamelijke handicap moet een baan krijgen op niveau met een aangepaste werkplek. Iemand met een verstandelijke beperking moet een zinnige dagbesteding krijgen met goede begeleiding in een veilige omgeving.

Swers verdienen een aparte benadering en status en moeten niet op één hoop gegooid worden met mensen in een re-integratietraject of andere groepen. Het huidige college wil zoveel mogelijk Swers aan hetbegeleid werken in het bedrijfsleven. Het is naïef om ervan uit te gaan dat dit, zeker met de crisis, gemakkelijk zal zijn. De overheid moet mede voor werk zorgen voor deze groep. Dat werk moet ook fatsoenlijk betaald worden: niet met behoud van uitkering, maar voor een goede CAO met bijbehorend loon.

Hoe kan het beter?

  • Bij de uitvoering van de Wsw moet de nadruk liggen op het belang van de werknemer en zijn persoonlijke ontwikkeling. Swers moeten meer aan de slag kunnen in hun eigen wijk: bij buurthuizen, speeltuinverenigingen en bewonersorganisaties. Dat is veel beter dan werken in een massale hal op grote afstand van huis.
  • We gooien niet alle mensen die op zoek zijn naar werk op één hoop onder het mom vanontschotting. De Sw-doelgroep heeft recht op een aparte status en benadering – en moet niet op één hoop gegooid worden met mensen met een Wwb-uitkering en/of participatiebaan. Iedereen heeft recht op maatwerk.
  • De gemeente moet zelf veel meer banen creëren, en daarnaast op zoek gaan naar mogelijkheden in de reguliere markt. Beginnen aan begeleid werken of gedetacheerd worden moet veilig zijn: iedereen moet recht hebben op terugkeer op zijn oude werkplek. Voor begeleid werken stellen we geen commerciële ‘targets’: het gaat erom wat in het belang is van de mensen. De huidige werkplekken moeten behouden blijven, de gemeentelijke werkbedrijven moeten terugkeren en in productiebedrijven mag er geen winstoogmerk zijn.
  • We stellen persoonlijke ontwikkeling centraal en verbeteren de begeleiding, met een maximum aantal te begeleiden mensen per jobcoach. We rekruteren veel meer leidinggevenden uit de doelgroep.
  • Swers hebben recht op een normaal cao-loon. De uitvoering van de Wsw kost nu eenmaal geld: er moet vooral geld bij. Alle Sw-middelen moeten uitgegeven worden aan de Wsw, niet aan andere zaken.

<-- Vorige | Overzicht | Volgende -->

U bent hier