h

Programma 2010: Vooroplopen voor milieu en natuur

In 2007 ging het Rotterdam Climate Initiative van start. Rotterdam moet in 2025 haar CO2-uitstoot hebben gehalveerd ten opzichte van 1990 en een voorbeeld zijn voor de wereld. Daarvan komt slechts moeizaam iets terecht. Het is hoog tijd om daadwerkelijk voorop te lopen in het stimuleren van energiebesparing en duurzame energie, het verminderen van luchtvervuiling en het scheiden en hergebruik van afval. En ook op ‘straatniveau’ moet er groener worden gedacht.

Terwijl in woord Rotterdam voorop loopt in klimaatbeleid, worden ondertussen twee kolencentrales op de Maasvlakte gebouwd en zijn er plannen voor nog twee kolencentrale in de regio Rotterdam. De uitstoot van de vier nieuwe kolencentrales die de komende jaren in Rotterdam moeten verrijzen, staat gelijk aan die van zeven miljoen auto’s. Daarmee lijkt het Rotterdamse klimaatinitiatief bij voorbaat mislukt. Als doekje voor het bloeden wordt opslag van CO2 voorgesteld: een techniek die duur, experimenteel en risicovol is. Het Rotterdam Climate Initiative leunt grotendeels op deze nog niet bestaande technologie. De SP wil investeren in écht duurzame energie en slimmer energiegebruik.

Het Rotterdamse Warmtebedrijf, dat in 2005 met veel bombarie werd gepresenteerd, kende tegenslag na tegenslag. Het idee was om restwarmte uit het havengebied te gebruiken voor verwarming van huizen en gebouwen in de stad. Het is nu verworden tot een uitbreiding van het al bestaande stadsverwarmingsnet en de restwarmte van de industrie gaat nog steeds verloren: dat moet snel anders.

Door de vele snelwegen, door Rotterdam Airport, door de industrie en door het intensieve verkeer in de binnenstad hebben de Rotterdammers last van geluidshinder en verontreiniging met fijnstof, NOX en koolwaterstoffen in de buitenlucht. Mensen met luchtwegaandoeningen zijn extra gevoelig voor deze stoffen en per jaar overlijden er honderden Rijnmonders eerder dan nodig is. Door de bouw van nieuwe kolencentrales zal de fijnstof-uitstoot nog verder toenemen.

Afval is een maatschappelijk probleem. Producenten van goederen moeten aansprakelijk gesteld worden voor milieuvriendelijk produceren in de gehele keten van grondstof tot afval. Weinig afval overhouden moet voorop staan: dat vermindert de kosten van gescheiden inzameling. Alleen afval dat nergens meer toe dient, verdwijnt de afvalverbrander in.

Naast de haven heeft Rotterdam veel industrie waardoor er veel wordt getransporteerd. Dat transport brengt CO2- en fijnstofemissies met zich mee maar ook risico’s die tot een minimum beperkt moeten worden. De controle op verwerkte en geproduceerde stoffen bij Rotterdamse productiebedrijven is nog onvoldoende. Dat geldt ook voor controle op doorvoercontainers die zijn gegast. Giftige en brandbare stoffen als ammoniak en LPG per tankauto worden nog steeds door de stad vervoerd.

Hoe kan het beter?

  • Rotterdam gaat geen toestemming meer verlenen voor het bouwen van nieuwe kolencentrales. In plaats daarvan gaat Rotterdam vanaf nu alleen nog investeren in energiebesparing en duurzame energie: wind- en zonne-energie. Dat kan door in de haven en op de Maasvlakte windmolens neer te zetten, het installeren van zonne-panelen te stimuleren en een experiment te starten met getijde-energie. Energiebedrijf Eneco wordt niet verkocht: het bedrijf wordt juist een middel om zoveel mogelijk te investeren in duurzaamheid. Bijvoorbeeld door het investeren in innovatie, maar bijvoorbeeld ook door consumenten tegen een aantrekkelijk tarief energie terug te laten leveren aan het net. De gemeente zorgt ervoor dat restwarmte uit het havengebied zo snel mogelijk nuttig wordt gebruikt.
  • Het Rotterdam Climate Initiative gaat op de schop, en wel zo dat de ambitieuze klimaatdoelen ook zonder opslag van CO2 kunnen worden gehaald. Het geld dat nu in het Rotterdam Climate Initiative verspild wordt aan de ontwikkeling van CO2-opslag besteden we aan de echte oplossingen: energiebesparing en duurzame energie.
  • De gemeente maakt bindende afspraken met corporaties – voor nieuwbouw én bestaande woningenom te investeren in energiebesparing: woningen beter onderhouden en isoleren, zonneboilers en -panelen plaatsen, groene daken aanleggen en slim gebruik te maken van warmte- en koudestromen. Ook met particuliere verhuurders worden bindende afspraken gemaakt over energiebesparing van bestaande woningen. De huurcommissie kan worden ingeschakeld als een eigenaar zich niet aan deze afspraken houdt. Met goedkope leningen worden VVE’s en particuliere huiseigenaren verleid hetzelfde te doen. In bouwvergunningen voor nieuwe woningen en grotere renovatieprojecten worden strenge eisen gesteld aan de duurzaamheid van de nieuwbouw.
  • Met Rotterdamse bedrijven – zowel het MKB als de industrie en de haven – worden afspraken gemaakt over het drastisch verminderen van CO2-uitstoot. De gemeente zorgt voor goedkope leningen om investeringen in energiebesparing aantrekkelijker te maken. Aan kantoor- en bedrijfspanden worden strenge eisen gesteld, zowel voor nieuwbouw als bij bestaande bouw. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld en verbetert de eigen kantoorvoorraad wat betreft duurzaamheid.
  • Om de CO2- en fijnstofuitstoot van de haven tegen te gaan wordt transport per vrachtwagen ontmoedigd en transport over het spoor of via binnenvaart gestimuleerd. Aan schepen die de Rotterdamse haven aandoen worden eisen gesteld wat betreft uitstoot van CO2 en fijnstof.
  • Elke lamp in de straatverlichting wordt – als ’ie stukgaat – vervangen door led-verlichting. Bekeken wordt waar de straatverlichting tussen 01.00 en 06.00 uur s morgens gedimd kan worden. Verlichting van gebouwen en monumenten gaat ’s nachts uit.
  • Asbest in gebouwen dat gevaar oplevert voor de in het pand werkende personen, moet direct verwijderd worden. Over asbestverwijdering worden afspraken gemaakt met woningcorporaties.
  • De inzameling van afval wordt uitgebreid, om te beginnen met plastic en organisch afval. Organische afvalstromen wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit via efficiënte vergistingsinstallaties. Producenten moeten afval beperken en verantwoordelijk worden voor de afvalverwerking in de gehele keten van een product.
  • De milieuzones moeten, gefaseerd, zo groot mogelijk worden gemaakt. Het rijden met elektrische bestelwagens wordt gestimuleerd en voor scooters en brommers wordt een roetfilter verplicht.
  • Rotterdamse productiebedrijven worden strikt gehouden aan hun milieuverplichtingen die, als het aan ons ligt strenger worden. Transport van gevaarlijke stoffen, zowel per spoor als per vrachtwagen, dient ver buiten de stad plaats te vinden en tot een minimum te worden teruggebracht.
  • Iedere wijk verdient een behoorlijk stuk openbaar groen. Groene initiatieven van bewoners worden ondersteund. Braakliggende terreinen worden beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van stadstuinen. Volkstuinen binnen de ring mogen niet worden opgeofferd. Voor iedere boom die gekapt wordt planten we minstens een nieuwe volwassen boom. We zorg dat het Havenbedrijf aan de herplantplicht wordt gehouden en draaien het gemak van bomenkap voor particulieren terug.

Dierenwelzijn en natuur

In onze stad wonen veel huisdieren én dieren in de vrije natuur. Dierenwelzijn zou voor het gemeentebestuur van Rotterdam een belangrijke en serieuze taak moeten zijn. Die taak is de afgelopen jaren sterk verwaarloosd. De SP pleit al jaren voor een goed doortimmerd dierenwelzijnsbeleid. Na jaren aandringen is er nu een officiële klankbordgroep dierenwelzijn, maar daar lijkt het stadsbestuur zich tot nu toe niet veel van aan te trekken.

Hoe kan het beter?

  • Dierenwelzijn wordt een aparte portefeuille die onder een van de wethouders komt te vallen. Deze wethouder moet samen met de klankbordgroep dierenwelzijn aan de slag.
  • Ambtenaren, politici en bouwambtenaren worden geschoold in dier- en milieuvriendelijk werken. Betrek bij het maken van rampenplannen organisaties als de dierenbescherming en de dierenambulances. Vergunningaanvragen voor evenementen met dieren moeten tevoren op diervriendelijkheid worden beoordeeld.
  • Meer natuur- en milieueducatie voor de jeugd: breid de schooltuinen uit.. Houd het netwerk van kinderboerderijen in stand en breid dit ook uit. Beiden hebben een belangrijke functie voor natuur- en milieueducatie.
  • De gemeente moet boeren in Rotterdam stimuleren om biologisch te gaan werken. Dat heeft ook een natuureducatieve functie. We kunnen goed een paar biologisch werkende zorgboerderijen gebruiken.
  • We organiseren publieksvoorlichting over de omgang met huisdieren en vrij levende dieren, met een voorlichtingsfolder en -site en telefoonlijn. We geven betere voorlichting aan (jonge) kopers van kleine huisdieren. Gezelschapsdieren worden alleen nog verkocht door erkende fokkers. Iedere hond en kat krijgt een chip. We bevorderen dat ouderen hun huisdier kunnen meenemen naar verzorgingshuizen.
  • Maak een beter hondenuitlaatbeleid, in samenspraak met de buurt en de hondenbezitters. Per wijk wordt met alle gebruikers van groen bekeken waar honden uit- of losgelaten kunnen worden.
  • Omdat ze niet vrijuit kunnen vliegen, moet de gemeente geen nieuwe groepen gemeentezwanen en -ganzen meer neerzetten. Een aantal bedreigde dieren in de stad moet beter beschermd worden, zoals egels, vleermuizen en vlinders. Voor de met uitsterven bedreigde bijen moet een apart plan van aanpak gemaakt worden: zij zorgen tenslotte goeddeels voor de instandhouding van het groen.
  • Overlastgevende dieren, vogels en insecten moeten zo diervriendelijk mogelijk bestreden worden. Breid de duiventillen waar eieren geschud worden uit over de gehele stad. Licht Rotterdammers beter voor over preventieve maatregelen tegen overlast.

<-- Vorige | Overzicht | Volgende -->

U bent hier