h

Programma 2010: Economie: een andere koers

Nog te vaak wordt ‘de economie’ als smoes gebruikt om grote bedrijven te bevoordelen, en werknemers te benadelen. Volgens de SP moet ‘de economie’ ten dienste staan van de mensen, en niet andersom.

Met haar Stadsvisie 2030 papegaait de gemeente kritiekloos de rozige vooruitzichten van neoliberale economen na. Als enige partij in Nederland heeft de SP steeds gewaarschuwd voor de grote risico’s van liberalisering en eenzijdig vertrouwen in de markt. Miljarden euro’s gemeenschapsgeld voor banken en bedrijfsleven zijn nu nodig om de economie overeind te houden. Ook de gemeente Rotterdam investeert honderden miljoenen in de lokale economie. De SP is vóór die gemeentelijke steun. Met als voorwaarde dat overheidsinvesteringen en subsidies direct bijdragen aan fatsoenlijk werk en inkomen voor de meerderheid van de Rotterdammers. Gemeentelijke middelen mogen niet gebruikt worden om projectontwikkelaars of de winsten voor aandeelhouders overeind te houden.

Het college wil de Rotterdamse economie stimuleren door de rode loper uit te leggen voor grote bedrijven en ondernemers. Vele miljoenen aan directe en indirecte subsidies moeten bedrijven verleiden om zich in Rotterdam te vestigen of te blijven. De stad gaat de concurrentie aan met andere steden in binnen- en buitenland om een zo gunstig mogelijk vestigingsklimaat te bieden. Uiteindelijk profiteren vooral de aandeelhouders van grote bedrijven van die scherpe concurrentie tussen stedelijke regio’s, door lagere (haven)tarieven, doordat steden met gemeenschapsgeld het risico dragen van investeringen in nieuwe bedrijventerreinen en infrastructuur en door gunstige voorwaarden bij gronduitgifte voor kantoren.

Economische groei en meer winst voor bedrijven in de regio leidt niet automatisch tot meer kansen op duurzaam werk en een behoorlijk inkomen voor de meerderheid van de Rotterdammers: dé economie bestaat niet. Ongericht inzetten op economische groei en het aantrekken van grote bedrijven kán ook negatieve effecten hebben voor de stad en de haven. Kleine ondernemers in de wijken verdwijnen doordat ze het verliezen van grote winkelketens. De bouw van twee nieuwe kolencentrales maakt de klimaatdoelstellingen van Rotterdam op voorhand al onmogelijk. Veel arbeidsintensief werk voor minder hoog opgeleide Rotterdammers verdwijnt ten gunste van bedrijvigheid die slecht ‘matcht’ met de bestaande arbeidsmarkt in de regio.

Voor de SP gaat het niet om dé economie, maar om de mensen. De illusie dat wat goed is voor aandeelhouders, bedrijven en grootverdieners, óók goed is voor de gewone Rotterdammer, delen wij niet. Soms is dat het geval – met onnodige regels en bureaucratie bijvoorbeeld schiet niemand wat op – maar vaak ook niet. Wat ons betreft vervangen we de rode loper voor grote bedrijven door een rode loper voor alle Rotterdammers. Waar de belangen van werknemers en ondernemers botsen, kiezen wij voor de werknemers. De mensen moeten veel meer te zeggen krijgen over de economie, óók over het economische beleid in Rotterdam. Zodat niet de belangen van aandeelhouders en grootverdieners bepalend zijn bij beslissingen over investeringen en economisch beleid, maar de maatschappij als geheel.

Hoe kan het beter?

  • De Stadsvisie 2030 wordt herzien. In plaats van concurrentie tussen steden en een eenzijdige nadruk op economische groei, vertrekt de nieuwe stadsvisie vanuit de belangen van de gewone Rotterdammers en het streven naar een sociale en duurzame economie.
  • Het gemeentelijk economisch beleid is nu voornamelijk gericht op drie zogenaamdeclusters, het Haven en Industrieel Complex, de medische sector en de creatieve economie. De SP wil hier een vierde cluster aan toevoegen, de Wijkeconomie, met veel extra aandacht voor kleine ondernemers en winkeliers die actief zijn op wijk en buurtniveau.
  • Gemeentelijke investeringen ten behoeve van het bedrijfsleven worden getoetst op de sociale effecten. Levert de gemeentelijke inspanning duurzame werkgelegenheid op voor de gewone Rotterdammers? Bij grotere investeringen van gemeenschapsgeld in de economie en de infrastructuur wordt een Sociale Effect Rapportage gemaakt. De gemeenschap dient meer zeggenschap te krijgen over de honderden miljoenen die de gemeente aan ontwikkelaars en bedrijfsleven geeft om de crisis te bestrijden.
  • We besteden geen gemeenschapsgeld meer aan de EDBR (Economic Development Board Rotterdam). De door de gemeente betaalde ondernemerslobby – drie miljoen per jaar – kan doorgaan met het verstrekken van adviezen aan het stadsbestuur, maar dan op eigen kosten. In plaats daarvan betrekken we vakbonden, milieuorganisaties en de wijkeconomie volwaardig bij het vormgeven van het economisch beleid van de gemeente.
  • We zetten Maatschappijen ter Bevordering van de Wijkeconomie (MBV) op: coalities van bewoners, (kleine) ondernemers en zelfstandigen in de wijk, lokale overheid en aan de maatschappelijke organisaties, om de bedrijvigheid op wijk- en buurtniveau concreet te stimuleren. Met gemeentelijk geld worden de MBV’s opgestart en ander kapitaal aangetrokken. De MBV’s adviseren over het beleid in de wijk en geven (micro)kredieten voor wijkgerichte initiatieven. Het huidige kansenzonebeleid wordt daarin geïntegreerd.
  • Kleine ondernemers worden ondersteund. Ondernemers die de dupe zijn van sloop- en herstructureringsprojecten krijgen een ruimere tegemoetkoming en compensatie. In alle wijkwinkelcentra wordt een blauwe zone ingevoerd, waarbij de eerste twee uur parkeren gratis is.
  • De SP is tegen uitbreiding van de koopzondag naar andere winkelgebieden of verruiming van de openingstijden. Het voordeel voor een deel van de detailhandel valt wat ons betreft weg tegen het nadeel voor anderen, vooral de kleine ondernemers in de wijken.
  • Innovatieve initiatieven van onderop worden gestimuleerd. Stimuleren van de creatieve economie betekent vooral van onderop beginnen en het formuleren van een goed broedplaatsbeleid. Het binnen de gemeente toepassen en vanuit de gemeente stimuleren van open source software en open standaarden kan Rotterdam op de kaart zetten als ‘place to be’ voor innovatieve ICT-bedrijven. De gemeente kan een grote rol spelen in het snel uitrollen van glasvezel in de Rotterdamse wijken, bijvoorbeeld met een gemeentelijk glasvezelbedrijf.
  • Rotterdam is de stad met de meeste reclame in de openbare ruimte van Nederland. Voor reclameborden op de openbare weg geven we daarom geen nieuwe vergunningen meer af. Een karakteristiek stadsbeeld heeft onze voorkeur boven megabillboards aan de gevels.
  • In plaats van de gemakkelijkste weg – veel geld investeren in nieuwe bedrijventerreinen als de Hoekse Waard of de Reijerwaard – is het sociaal en ecologisch veel beter om bestaande locaties optimaal te benutten. Hetzelfde geldt voor kantoorlocaties. Een overmaat en een structurele leegstand van 15-20 procent dreigt als de kantorenmarkt overgelaten wordt aan de grillen van het bedrijfsleven.
  • Grondspeculatie gaan we tegen, samen met de nationale overheid. Gemeentegrond wordt alleen nog in erfpacht uitgegeven.
  • Op het moment dat de hogesnelheidslijn op volle kracht rijdt, kan iedereen met de trein in 20 minuten op Schiphol zijn, en in 2,5 uur in Parijs. Uitbreiding van het aantal vluchten op Rotterdam Airport is ongewenst. Voor het milieu en het klimaat is het belangrijk dat er minder gevlogen wordt. Nu de hogesnelheidstrein er is, moet de discussie over nut en noodzaak van Rotterdam Airport opnieuw gevoerd worden. Voor commerciële helihavens is geen plek in Rotterdam.

Haven

De toekomst van Rotterdam blijft onlosmakelijk verbonden met de toekomst van de haven. De haven met zijn industriële complex zal ook de komende tijd werkgelegenheid bieden aan tienduizenden uit de stad en de regio. De Rotterdamse haven heeft een rijke traditie aan strijd tussen werkgevers en werknemers over werkgelegenheid, lonen, arbeidsomstandigheden en veiligheid. De SP koos in die belangenstrijd altijd voor de belangen van de havenwerkers en zal dat blijven doen.

Hoe kan het beter?

  • Het Havenbedrijf Rotterdam wordt weer een gemeentelijk of stadsregionaal havenbedrijf. Het HbR gedraagt zich nu als een marktpartij die vooral de oren laat hangen naar de havenbaronnen. Maar de haven is van belang voor werkgelegenheid en welvaart van alle bewoners in de Rijnmond. Om te zorgen voor een sociale en duurzame haven moet de gemeente meer de regie naar zich toe trekken.
  • Voor een goed en sociaal functionerende haven is een flexibele havenpool met gekwalificeerde havenarbeiders met goede arbeidsvoorwaarden van groot belang. Dat is een taak van de ondernemers in de haven, maar ook van de gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam.
  • Havenwerkers in Rotterdam, Antwerpen, Hamburg en Amsterdam zijn gebaat bij betere afspraken tussen de Noord-Europese havens om de concurrentie op basis van arbeidsvoorwaarden en veiligheid tegen te gaan. Meer samenwerking is ook dé manier om te komen tot een groene en een schone haven.
  • Veel onbenutte en braakliggende grond in het bestaande havengebied wordt door bedrijven vastgehouden, omdat ze de sanering van door hun toedoen ontstane bodemverontreiniging niet willen betalen. Die grond kan na sanering worden hergebruikt – voor de haven, maar ook voor groene industrie.

Grote projecten

Het project Stadshavens (gedeeltelijke herontwikkeling van oudere haventerreinen als de Rijn- en Maashaven, Merwehaven, Vierhaven, Waal- en Eemhaven en het RDM-terrein) biedt grote kansen voor de stad en de regio. De SP vindt dat er in dit gebied van 1600 hectare voldoende ruimte moet zijn en blijven voor havenactiviteiten, binnenvaart, vernieuwende en duurzame bedrijvigheid, naast de ontwikkeling van nieuwe woonwijken. De omliggende oudere wijken moeten intensief betrokken worden en volop kunnen profiteren van de investeringen. Uitgangspunt bij de nieuwe woonwijken is voor de SP dat het geen afgezonderde enclaves worden voor rijke Rotterdammers – geen yuppenreservaten – maar sociaal diverse en duurzaam opgezette wijken.

De SP is voorstander van een nieuw Feijenoord-stadion. De bouw van een nieuw stadion kan sportief, economisch en ruimtelijk bijdragen aan een positieve ontwikkeling van Rotterdam Zuid. Het stadion moet van begin af aan goed bereikbaar zijn (NS station, nieuwe metrolijn) om meer verkeers- en parkeeroverlast voor de omliggende wijken te voorkomen. Het groene karakter van het eiland Brienenoord moet behouden blijven. Om te voorkomen dat de gemeente straks blijft zitten met de risico’s van een onrendabel stadion met 80.000 zitplaatsen, moet niet de gemeente maar Stadion Feijenoord NV zorg kunnen dragen voor de benodigde investeringen voor de bouw.

Grote overheidsinvesteringen toetst de SP kritisch aan maatschappelijk nut en beheersing van de kosten. Wij stemden tegen de uitbreiding van het Topsportcentrum. Te duur, en bovendien gaat die uitbreiding ten koste van de sportvoorzieningen in de wijken (sluiting sporthal Wielewaal en Asterlo). De overkapping van de ’s-Gravendijkwal/Henegouwerlaan en ondertunneling van de Pleinweg-Vaanweg kan daarentegen rekenen op steun van de SP. Het wegwerken van open verkeersriolen zal de leefbaarheid in de betrokken wijken aanmerkelijk verbeteren.


<-- Vorige | Overzicht | Volgende -->

U bent hier