h

Programma 2010: De buurt, de schaal van de toekomst

Veel Rotterdamse wijken hebben te maken met een overmaat aan sociale problemen. Anders dan het zittende stadsbestuur, vindt de SP niet dat de bewoners van die wijken het probleem zijn. Zij hébben vooral problemen. Gebrek aan inkomen, aan goede en betaalbare huisvesting, onveiligheid, werkloosheid en gebrek aan opleiding. De achterstandswijken van nu waren de prachtwijken van dertig jaar geleden. Verwaarlozing, te weinig investeringen in de wijk en bezuinigingen op voorzieningen hebben veel Rotterdamse wijken op achterstand gezet. Dat moet anders. De SP wil de komende jaren samen met bewoners volop investeren in levende wijken, met voldoende voorzieningen op buurtniveau, waar mensen elkaar kennen en ontmoeten.

Rotterdam is de afgelopen jaren gestart met extra investeringsprogramma’s in de wijken, zoals het Pact op Zuid en de ‘prachtwijken’ van ex-minister Vogelaar. Het is hard nodig dat de kwaliteit en beschikbaarheid van buurtvoorzieningen weer op een aanvaardbaar peil komen. De vele miljoenen leveren positieve resultaten op, maar het moet sneller en effectiever. De wijkaanpak blijft te veel steken in een carrousel van honderden projecten, waarvan lang niet altijd duidelijk is wat het werkelijk oplevert. De zeggenschap en betrokkenheid van bewoners bij de aanpak van de eigen buurt schiet tekort. De verwachting dat grote, in het oog springende projecten, zoals een nieuw stadion, het topsportcentrum of het SS Rotterdam, vanzelf wel de omliggende wijken mee zullen trekken in de vaart der volkeren, is ongegrond. Zeker als dit ten koste gaat van investeringen in voorzieningen op buurtniveau.

De doelstelling van het Pact op Zuid en de Vogelaarwijken – het binnenhalen en vasthouden van meer mensen met een hoger inkomen en opleiding – vertroebelt waar het echt om zou moeten gaan. Een groot deel van de miljoenen komt nu terecht bij verkapte subsidies voor de bouw van dure koopwoningen, terwijl alle beschikbare middelen nodig zijn om te investeren in buurtvoorzieningen, onderwijs, wijkeconomie, straten, pleinen en buurtparkjes, die direct ten goede komen aan de wijkbewoners. Bovendien moeten bewoners veel meer invloed en zeggenschap krijgen over de investeringen en aanpak van hun wijk.

Hoe kan het beter?

  • Investeren en verbeteren van de Rotterdamse wijken met en door de bewoners. Bewonersorganisaties, actieve buurt- en straatgroepen en andere organisaties in de buurt moeten volop de gelegenheid krijgen om mee te beslissen. Met enquêtes, workshops en buurtreferenda kan er voor gezorgd worden dat de investeringen ook voldoende draagvlak hebben in de wijk. Ook bij de uitvoering van de plannen is het belangrijk om bewoners actief te betrekken.
    De SP wil dat corporaties en gemeentelijke diensten meer wijk- en buurtgericht (samen)werken met bewoners. Extra aandacht moet daarbij uitgaan naar bewoners die vaak moeilijker te betrekken zijn bij wijkinitiatieven.
  • Ook in de wijken die buiten de landelijke selectie van de Vogelaar-veertig vallen – zoals Schiemond, Feijenoord en 110 Morgen – moet geïnvesteerd worden. Daarvoor maken we geld vrij en maken we afspraken met woningcorporaties.
  • Minimaal twintig procent van het geld voor de wijkaanpak wordt direct door bewoners ingezet met bewonersbudgetten. Kansrijke initiatieven van onderop moeten altijd de voorkeur krijgen boven projecten vanuit de ambtelijke of de projectorganisatie. Nu is dat helaas vaak omgekeerd.
  • De “schoon, heel en veilig”-aanpak in de buurten heeft de afgelopen jaren tot verbetering geleid. Dat kan en moet nog beter door de bewoners erbij te betrekken, en vooral door te blijven investeren in onderhoud en beheer van de openbare ruimte.
  • Geen aanbesteding van het welzijnswerk. Opbouwwerk en welzijnsinstellingen werken voor de buurt en kunnen hun werk alleen goed doen als ze geworteld zijn in de wijk. Bezuinigingen op het welzijnswerk in de wijken zijn uit den boze: er moet juist extra in geïnvesteerd worden. Het welzijnswerk moet voldoende ruimte krijgen om flexibel in te spelen op de vraag vanuit de buurt. Bewoners moeten meer invloed krijgen op het aanbod.
  • We trekken een groene grens in de versteende wijken van Rotterdam. Iedereen heeft recht op voldoende groen op loopafstand en elke wijk op goed onderhouden buurt- en wijkparkjes en groenstroken. Het Jan Eleveld op het Noordereiland blijft onbebouwd ten behoeve van een wijkpark. De belofte van tientallen jaren geleden aan het Oude Noorden van een buurtpark wordt eindelijk ingelost, als de gevangenis aan de Noordsingel verdwijnt. In alle wijken en buurten met gebrek aan groen op loopafstand starten we samen met bewoners een zoektocht naar mogelijkheden om in hun buurt wijk- en buurtparkjes te realiseren, meer bomen te planten en braakliggende terreintjes al dan niet tijdelijk om te toveren in groene oases.
  • Volkstuinen worden beschermd en mogen niet verder uit de stad verdreven worden. Ze zorgen voor goedkope en goed functionerende groene gebieden en een grote betrokkenheid van Rotterdammers.
  • Sportvoorzieningen, velden en accommodaties mogen niet naar de randen van de stad verdwijnen. Verenigingen moeten gebruik kunnen maken van betaalbare accommodaties ‘om de hoek’, in de eigen wijk.
  • Alle sportaccommodaties moeten toegankelijk zijn voor mensen met een beperking, sportverenigingen moeten gestimuleerd worden hun activiteiten open te stellen voor mensen met een beperking, en Vervoer op Maat-ritten naar sportactiviteiten moeten altijd gratis prioriteitsritten zijn.
  • Verenigingen en het sportonderwijs op scholen moeten kunnen rekenen op voldoende ondersteuning en middelen. Elke school moet een beroep kunnen doen op een vakleerkracht ‘sport en bewegen’. Schoolsportverenigingen zijn een succes en moeten ook de komende jaren gestimuleerd worden.
  • Rotterdammers die kiezen voor ongeorganiseerde en ‘nieuwe’ sporten, zoals skaten, skateboarden, straatvoetbal, straatbasketbal, breakdancing en BMX, krijgen de ruimte. Waar nodig en zinvol worden voorzieningen in de buitenruimte gerealiseerd.
  • Voor een levendige en leefbare wijk zijn bereikbare voorzieningen op allerlei vlak van groot belang. Bibliotheken, oefenruimtes, kunst en cultuur, zorg en winkels. Per wijk wordt samen met bewoners een checklist gemaakt van wat er aan zorg, groen, onderwijs, recreatie, welzijnswerk en bedrijven voorhanden is én wat er ontbreekt. Op basis van die checklist worden concrete actieprogrammas per buurt en per straat gemaakt. Elke wijk en buurt is anders. Het is onwenselijk om de aanpak van elke buurt in een strak keurslijf van stedelijk beleid te gieten. Wijkgericht werken betekent een gedifferentieerde aanpak op de maat en de schaal van een buurt.
  • Een leuke wijk kent ook veel kleine winkeliers. In het hoofdstuk over economie geven we aan hoe de SP de wijkeconomie wil stimuleren.

<-- Vorige | Overzicht | Volgende -->

U bent hier