h

Programma 2010: Betaalbaar wonen voor iedereen

Iedereen heeft recht op een kwalitatief goede en betaalbare woning. Voor te veel Rotterdammers blijft dat nu een droom. Bouwen en wonen is de afgelopen jaren overgelaten aan de markt. Die bouwde vooral dure en middeldure koopwoningen. Tegelijkertijd werden in vier jaar achtduizend goedkope huurwoningen gesloopt. Het is tijd voor een sociaal woonbeleid.

In plaats van bouwen voor de markt willen wij bouwen naar behoefte. Goed wonen moet betaalbaar zijn. Beter onderhoud en sociaal beheer levert voor de Rotterdamse wijken veel meer op dan bouwen voor winst en prestigeprojecten van ontwikkelaars en corporaties.

Mensen met een laag inkomen geven dertig tot veertig procent van hun besteedbaar inkomen uit aan woonlasten. Meer dan twintig procent van de huurders heeft grote moeite om elke maand de huur op te brengen. Veel Rotterdammers die de afgelopen jaren een woning kochten hebben hetzelfde probleem met de hypotheeklasten. Naast de huur en de hypotheek stegen de woonlasten de afgelopen jaren fors door onder meer hogere energieprijzen. De wachttijd voor een geschikte huurwoning is vijf jaar of meer, terwijl dure nieuwbouwhuizen onverkoopbaar blijken en langdurig leegstaan.

Volgens het college is er een overschot aan goedkope woningen. Rotterdam wil de komende tien jaar nog eens 20.000 huurwoningen slopen. Onderhoud aan veel verwaarloosde en gehorige betaalbare woningen is hard nodig. Maar door lukraak goedkope woningen te slopen en dure en middeldure koopwoningen terug bouwen, dreigt goed en betaalbaar wonen voor nog meer Rotterdammers onbereikbaar te worden. Veel bewoners kunnen de hogere woonlasten niet opbrengen of kiezen niet voor een duurdere koopwoning. De SP wil stoppen met onnodig slopen en fors investeren in beter onderhoud, isolatie, creatieve en kwalitatief hoogstaande renovatie en betaalbare nieuwbouw. Diversiteit van wijken moet niet bevorderd worden met gouden randjes en rijke enclaves, maar door in álle wijken rekening te houden met de woonbehoeften van verschillende groepen Rotterdammers.

De woningcorporaties zijn sinds de jaren negentig verzelfstandigd en zich meer gaan gedragen als projectontwikkelaar dan als uitvoerder van een sociaal huisvestingsbeleid. Woonstad Rotterdam, Vestia, Com.wonen, PWS en Woonbron beheren gezamenlijk het overgrote deel van de sociale huurwoningen in de stad. De gemeente heeft slechts een beperkte invloed op het beleid van de gefuseerde megacorporaties. Nog slechter is het gesteld met de zeggenschap van huurders over het beleid van hun corporatie. Vaak worden bewoners pas geïnformeerd over sloop, renovatie of nieuwbouw in hun buurt als de besluitvorming al in kannen en kruiken is. Die zeggenschap moet veel beter: dat kan door van grote corporaties weer buurtgerichte organisaties op de schaal van de wijk te maken.

Wijken als Oud Charlois, Carnisse, Oud-Mathenesse en de Tarwewijk kampen nog steeds met slecht onderhouden particuliere woningen. Veel daarvan zijn in handen van huisjesmelkers die hun bezit laten verkrotten of die tegen schandalig hoge huren hun huizen volstoppen met mensen uit Polen, Bulgarije of Roemenië.

Hoe kan het beter?

  • Rotterdam gaat weer een actief volkshuisvestingsbeleid voeren. Een nieuw op te richten gemeentelijk woningbedrijf geeft de gemeente meer grip en zeggenschap over de volkshuisvesting, waar de marktwerking al jaren faalt. De SP wil de investeringen in de aankoop en verbetering van slecht onderhouden particuliere woningen drastisch opvoeren. Eerder en krachtdadiger optreden tegen achterstallig onderhoud van woningen en ondersteuning van goedwillende VVE’s. Particuliere huisjesmelkers worden onteigend en de stad uitgejaagd.
  • We gaan bouwen naar behoefte. Voor alle nieuwbouw-, sloop- en renovatieplannen zijn de wensen van bewoners én de huidige en toekomstige woonbehoefte van mensen in de wijk de belangrijkste meetlat.
  • We zorgen voor voldoende aanbod aan kwalitatief goede en betaalbare woningen door prioriteit te leggen bij onderhoud, renovatie en beheer, door leegstand actief te bestrijden en door per jaar netto duizend nieuwbouwwoningen toe te voegen aan de Rotterdamse voorraad.
  • Meer gemengde buurten door in álle wijken – ook in nieuwbouwprojecten – rekening te houden met de woonbehoeften van verschillende groepen Rotterdammers: gezinnen met kinderen, ouderen, gehandicapten, studenten, starters, nieuwkomers en doorstromers binnen de wijk. Het aanpakken het tekort aan betaalbare woningen voor grotere gezinnen krijgt prioriteit bij de nieuwbouwplannen.
  • Voor elke sociale huur- of koopwoning die verdwijnt door sloop, renovatie of samenvoegen, bouwen ontwikkelaars en corporaties minimaal één nieuwe betaalbare woning terug.
  • De sloop van het resterende deel van Nieuw Crooswijk wordt onmiddellijk gestopt en er wordt samen met bewoners een nieuw plan gemaakt met als motto ‘slopen waar nodig, renoveren waar mogelijk’. Ook in andere herstructureringswijken, zoals Vreewijk en Schiebroek-Zuid, moet dit het uitgangspunt zijn.
  • We maken bindende afspraken met corporaties en ontwikkelaars om de zeggenschap van zittende huurders en bewoners te verzekeren bij renovatie, groot onderhoud en sloop-nieuwbouw. Sloop en renoveer alleen als zeventig of meer procent van de bewoners ermee instemt. Bij gedwongen verhuizing krijgt iedereen die dat wil het recht op kwalitatief goede vervangende huisvesting in de wijk – zonder veel hogere woonlasten. Bewoners krijgen het recht op professionele ondersteuning op kosten van de corporatie of ontwikkelaar.
  • Diversiteit van het woningbestand kan heel goed gerealiseerd worden zonder afbraak van de sociale huisvesting in de wijk. Projecten als de klushuizen, samenvoegen van een beperkt aantal kleine huurwoningen en kleinschalige nieuwbouwprojecten waar sloop onvermijdelijk is, geven ruimte aan doorstromers en zorgen ervoor dat nieuwkomers bij de wijk betrokken raken.
  • We spelen in op de behoefte van Rotterdammers om hun woning in te delen naar individuele wensen door het klushuizenproject uit te breiden naar huurwoningen. Bij hoog niveau-renovatie krijgen huurders die dat willen de beschikking over het renovatiebudget om hun huis binnen gestelde kaders op te (laten) knappen op de manier waarop zij dat wensen.
  • Jongeren, studenten en starters moeten betaalbaar op zichzelf kunnen gaan wonen. Kleine sociale huurwoningen zijn prima geschikt voor starters en kunnen in bepaalde wijken bij voorrang aan hen toegewezen worden. Corporaties moeten meer kamers aanbieden voor studenten, bijvoorbeeld in opgekochte panden van huisjesmelkers. Zolang jongeren onder de 23 jaar geen recht hebben op volledige huurtoeslag, past de gemeente dat verschil bij.
  • Ouderen en gehandicapten hebben recht op een voor hen geschikte en toegankelijke woning. Aanpassing van de huidige woning kan als mensen dat willen, zodat ze in hun vertrouwde huis en buurt kunnen blijven wonen. Toets alle nieuwbouwprojecten op levensloopbestendigheid en toegankelijkheid voor mensen met een handicap.
  • Ontwikkelaars en vastgoedeigenaren worden verplicht om woningen die langer dan een half jaar leegstaan te melden. Bij gebleken onverkoopbaarheid worden woningen via Woonnet verhuurd. Rotterdam pleit voor effectieve wetten tegen leegstand die het mogelijk maakt om eigenaren die hun bezit lang leeg laten staan flinke boetes op te leggen en uiteindelijk te onteigenen. We blijven pleiten tegen een kraakverbod, juist om leegstand te voorkomen. Als het kraakverbod er toch komt maakt de gemeente afspraken met corporaties dat gekraakte woningen die langer dan een jaar leegstonden niet ontruimd worden tot er sprake is van een op korte termijn uitvoerbaar plan voor renovatie, nieuwbouw of normale verhuur.
  • We voorkomen dat corporaties bij sloop of renovatie te snel overgaan tot uitverhuizing, huurstop en vervolgens leegstand. De gemeente maakt bindende afspraken met corporaties dat hiermee pas begonnen kan worden als alle besluitvorming rond is en de startdatum voor de ingreep vastgesteld is. In alle gevallen waarin die startdatum meer dan een half jaar in de toekomst ligt, is de corporatie verplicht tot tijdelijk verhuur van de woningen. Tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandswet heeft sterk de voorkeur boven antikraak. Op grote schaal toegepaste antikraak ondermijnt de huurbescherming en huurwetten doordat er zo goed als geen wetten en regels voor zijn. We pleiten voor fatsoenlijke landelijke antikraakregels.
  • In buurten met grote en structurele leegstand maakt de gemeente samen met bewoners en corporaties een actieplan hoe de lege woningen en gebouwen opgeëist kunnen worden. Bewoners weten vaak het beste welke woningen en panden in hun straat of buurt leegstaan, hoe lang en wat de reden daarvan is. Langdurig leegstaande gebouwen en kantoorpanden worden geschikt gemaakt voor verhuur aan jongeren, creatieve bedrijven en startende zelfstandigen.
  • De Rotterdamwet wordt in Rotterdam niet meer toegepast. Het is een onzinnig instrument dat mensen die een laag inkomen hebben gelijkstelt aan problemen; een instrument dat veel geld kost en bijzonder weinig oplevert.
  • Rotterdam voert een verordening in om de misstanden en hoge bemiddelingskosten in de particuliere huursector aan banden te leggen. Bemiddelingsbureaus worden vergunningplichtig en moeten zich houden aan de gemeentelijke regels. Bij nieuwe particuliere verhuur wordt een standaard toets ingevoerd om te beoordelen of de huur in verhouding staat tot de geboden woning (puntensysteem).

<-- Vorige | Overzicht | Volgende -->

U bent hier