Rotterdam

De marktwerking in de thuiszorg is een slechte ontwikkeling die door Europese regelgeving tot stand is gekomen. De kwaliteit van de zorg is hierdoor erg achteruit is gegaan. Er is minder tijd voor de patiënt en hulpbehoevenden krijgen geen vaste hulp aangewezen, daardoor kan de thuiszorgmedewerker vaak niet de zorg bieden die hij of zij wil. Ook kan niet altijd op het juiste moment met de zorg begonnen worden, omdat er eerst een indicatie nodig is en dit lang kan duren. Een verhaal uit de praktijk.

Ciska van de Zijde, die al vijftien jaar voor Thuiszorg Rotterdam werkt en dit vele jaren met erg veel plezier heeft gedaan, is sinds drie jaar erg ontevreden. Dankzij de marktwerking. “Ik voel me vaak meer een verpleegmachine, omdat ik geen tijd meer krijg voor de patiënt, elke dag in een andere wijk werk en alles via de manager gaat. De patiënt staat niet meer op de eerste plaats, maar de organisatie en dit kan natuurlijk niet.”

Er is geldgebrek in de sector, maar volgens haar komt dit omdat ze het uitgeven aan de verkeerde zaken: Van de Zijde: “Kijk naar bijvoorbeeld de vele overbodige managers en de zorgkantoren. Geld voor bijscholing is er niet en werkoverleg met collega’s zit er niet in, want tijd kost geld.”

Ciska gaat Thuiszorg Rotterdam om bovenstaande redenen verlaten en samen met twee andere collega’s vanaf komende maand beginnen met Buurtzorg in Vreewijk. “De belangrijkste kenmerken van Buurtzorg? Dat we wijkgericht te werk gaan, we zijn zelfstandig en het is kleinschalig. Dit zorgt voor betere zorg en veel fijnere werkomstandigheden. De patiënt kan zo weer op nummer één staan!”

Dit is deel 1 in een serie over werknemers die te maken krijgen met slechte en onzinnige regels vanuit Brussel.