Rotterdams beleid huishoudelijke zorg moet op de schop!
Rotterdams beleid huishoudelijke zorg moet op de schop!
Het actiecomité WijZijnDeThuiszorg Rotterdam/FNV, Comité Red de Zorg, PvdA, SP en NIDA willen dat de gemeente Rotterdam met terugwerkende kracht het oude WMO-beleid in Rotterdam gaat repareren. De CrvB, de Centrale Raad van Beroep (de hoogste bestuursrechter) heeft 18 mei een aantal belangrijke uitspraken gedaan over de huishoudelijke zorg. De uitspraken komen er op neer dat een aantal gemeenten de WMO niet goed hebben uitgevoerd.
Rode draad in de uitspraken is dat er sprake moet zijn van onafhankelijk onderzoek en van maatwerk. Gemeenten mogen inwoners niet zomaar korten op huishoudelijke hulp zonder een duidelijke onderbouwing te geven. Ook moeten gemeenten passende hulp bieden als dat nodig is. Zolang de wet niet goed wordt uitgevoerd kunnen cliënten een beroep doen op hun oude rechten.
Rotterdams beleid in strijd met rechtszekerheidsbeginsel
Een van de uitspraken betreft Rotterdam. Rotterdam liep voorop. Al per 22 april 2013 werd het nieuwe beleid ingevoerd. Toen hebben zorgaanbieders in Rotterdam al direct alle cliënten gekort met 25 procent van de tijd. Zo'n algemene maatregel kan niet en is in strijd met de wet.
De maatregel van de zorgaanbieders had alles te maken met het nieuwe beleid van de gemeente Rotterdam. Voortaan werd er gewerkt op resultaat zoals schoon huis en/ of schone kleding en dat werd gekoppeld aan een vast budget. Hoe dit moet worden bereikt en hoeveel uur dat bij de specifieke cliënt zou kosten, werd niet ingevuld. De indicatie maakt niet duidelijk welke concrete zorg aan betrokkene wordt geboden en hoe deze zorg bijdraagt aan compensatie van de door betrokkene ondervonden beperkingen. De CRvB oordeelt nu dat deze wijze waarop Rotterdam huishoudelijke verzorging toekent een duidelijke maatstaf mist en in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel.
Beleid gericht op bezuinigingen
Het resultaatgericht indiceren kwam er in de praktijk op neer dat veel cliënten van circa 3 a 4 uur zorg naar 1 a 1,5 uur zorg gingen. De aan het resultaat gekoppelde budgetten waren namelijk zo laag dat aanbieders daar nog maar een beperkt aantal uren zorg tegenover konden zetten. Het gevolg is dat het totaal aantal uren terugliep en dat veel goede werknemers zijn ontslagen, terwijl cliënten onvoldoende zorg krijgen. Dat, terwijl mensen langer thuis zouden moeten blijven.
Wethouder De Jonge geeft aan extra tijd nodig te hebben om te laten onderzoeken wat de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep betekent voor diens werkveld. Inmiddels zijn er signalen dat Rotterdam tientallen miljoenen euro over heeft overgehouden aan het WMO-budget.
Haal oude rechten terug
De Centrale Raad van Beroep heeft de gemeente Rotterdam in feite teruggefloten. De wet is niet goed uitgevoerd, dus kunnen cliënten een beroep doen op hun oude rechten. De actiecomités, de SP en de andere partijen roepen dan ook iedereen op zich aan te sluiten bij de landelijke actie van de FNV. Tevens roepen zij de wethouder conform de uitspraak van de rechter voorlopig terug te gaan naar de indicering van voor 22 april 2013.
Via een paginagrote advertentie in grote landelijke kranten worden cliënten door FNV opgeroepen om te bellen naar het speciale FNV-telefoonnummer: 079 - 35 36 015 (op werkdagen van 10:00 tot 17:00 uur). De FNV helpt cliënten om aanspraak te maken op de uren huishoudelijke zorg waar zij recht op hebben in gemeenten die cliënten onrechtmatig hebben gekort.
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Ineke Palm: ipalm@sp.nl
- Zie ook:
- Zorg en welzijn