h

Kaderklas met columns afgesloten

16 juni 2008

Kaderklas met columns afgesloten

Zaterdag sloten de deelnemers van de Rotterdamse kadercursus een jaar scholing af. De eindopdracht: presenteer in vijf tot tien minuten een column over een relevant politiek onderwerp. Jurgen van der Sloot ontving van juryvoorzitter Herman Beekers de eerste prijs, gewonnen met een bijtend betoog over honden.

De deelnemers aan de kaderklas zijn een jaar lang iedere maand een zaterdag of zondag bijeen geweest om te discussiëren over actuele zaken, te oefenen in presentatie en debat, en scholing te volgen over ideologie en standpunten, actie en organisatie. Twee weken geleden kreeg de groep tijdens een weekend in Antwerpen nog scholing wat betreft filosofie en verschillende inhoudelijke onderwerpen. In september wil de Rotterdamse SP, samen met de afdelingen in de regio, met een nieuwe cursusgroep starten.

De hieronder gepubliceerde columns geven niet noodzakelijkerwijs een standpunt van de SP weer - wellicht zelfs niet het standpunt van de spreker - maar zijn juist bedoeld om te prikkelen.

Oane Sikkema

Knippen en investeren in ons onderwijs

Stel je voor dat 1 miljard écht genoeg zou zijn om alle problemen in ons onderwijs op te lossen. Dan heeft onze atheïstische minister van onderwijs, Ronald Plasterk, een waar mirakel verricht en is het voor de PvdA toch de moeite waard geweest om in zee te gaan met die twee christelijke partijen, waarvan de aanhangers van de één waarschijnlijk net iets harder hebben gebeden dan de aanhangers van de ander. Na zijn periode als minister zou er dan door het onderwijsveld een standbeeld voor hem moeten worden opgericht, compleet met hoedje en toepasselijke inscriptie: wat je al niet met 1 miljard kunt doen!

1 miljard is een magische som geld, zeker als je die in je eigen achterzak kunt steken. En dat is dan ook meteen waar veel mensen die betrokken zijn bij het onderwijs bang voor zijn. Dat een aantal bobo’s, verzameld in de VO-raad , MBO-raad, HBO-raad, PO-raad of hoe al die raden ook maar genoemd mogen worden, daar daadwerkelijk in slagen. Dat het geld niet ten goede komt van het onderwijs zelf, maar van de organisatie.

Een eerste aanzet daartoe lijkt al gedaan te zijn. In het AD van afgelopen donderdag staat dat schoolleiders er volgens een onlangs gepresenteerde Leidraad van de VO-raad maximaal 70 procent op vooruit mogen gaan. Een schoolbestuurder die meerdere middelbare scholen onder zich heeft, verdient dan meer dan een minister en een ministerssalaris is 169.000 euro.

Volgens de werkgevers, verenigd in de VO-raad, is een betere beloning voor schoolleiders nodig om goede mensen te vinden en te behouden. Dat een betere beloning ook nodig is om goede docenten te vinden en te behouden lijkt niet zo’n prioriteit voor deze ‘graaiers’ want tijdens de laatste CAO-onderhandelingen kon er amper 3 procent loonsverhoging af voor de man of vrouw voor de klas. Bedenk daarbij dat die 70 procent en die 3 procent uit dezelfde zak met geld betaald moeten worden en het aantal bovenschoolse schoolleiders nog steeds toeneemt en je begrijpt waarom onderwijzend Nederland er niet zoveel vertrouwen in heeft dat het geld op een zinvolle manier besteed wordt. Namelijk dat het geld daar terecht komt waar het het hardst nodig is, in de klas.

In een tijd waarin Ton van Haperen, veelgevraagd spreker, columnist en docent, een boek schrijft over ‘de ondergang van de Nederlandse leraar’ en stelt dat het nu of nooit is in ons onderwijs en de investeringen in datzelfde onderwijs al jaren achterblijven bij de OESO-norm, lijkt zo’n luttele som dus slechts een druppel op de gloeiende plaat.

De Algemene Onderwijsbond, bekend van bekwame bestuurders als Ella Vogelaar en Jacques Tichelaar, was er echter als de kippen bij om dit bedrag, 1 miljard en die salarisverhoging van 3 procent een goed resultaat te noemen en vonden dat we maar moesten cashen. Dit zeer tegen de zin in van de ‘leraren in actie’ en veel SP’ers die betrokken zijn bij het onderwijs. Maar ja, die zullen het wel nooit leren, die zijn overal op teguh, verzuurd en niet in staat om over hun eigen schuttinkje heen te kijken. Eng nationalistisch gedoe. We zijn met ons onderwijs best in staat om de internationale concurrentie aan te gaan. Echt waar! Wat zeuren ze nou!

Wat zeurt zo’n Jeanet Meijs, 30 jaar werkzaam in het basisonderwijs en lid van de vereniging Beter Onderwijs Nederland, nou als zij in de NRC schrijft dat zich ‘in het basisonderwijs een ramp heeft voltrokken. Veel kinderen lopen zo’n achterstand op dat die nauwelijks meer is in te halen’. Zij stelt aan het begin van het artikel dat ‘ouders erop moeten kunnen vertrouwen dat hun kinderen vanaf hun vierde voldoende toegerust worden om acht jaar later zonder moeite de stap naar het voortgezet onderwijs te maken’. Als lezer weet je, als iemand met zo’n opening komt, al wat de conclusie van het artikel moet zijn. Ouders daar kunnen jullie helemaal niet op vertrouwen, want voor de klas staan nu minder goede onderwijzers, probleemkinderen worden niet goed opgevangen, het fundament voor zelfstandig werken ontbreekt ten ene male en de lat ligt te laag. In Nederland is adaptief onderwijs in de mode waarbij de lesstof moet aansluiten bij het niveau van de leerling en niet andersom, dat de leerling aansluiting moet zien te vinden bij het niveau van de lesstof. Kortom, de leerling staat centraal en de rode pen is taboe verklaard: niets werkt immers zo demotiverend als veel rode strepen in een dictee, aldus Jeanet Meijs.

Zij heeft het hier nog over het basisonderwijs, de eerste stap op weg naar hopelijk een glanzende onderwijscarriere. Van het basisonderwijs wordt over het algemeen beweerd dat het daar nog niet half zo slecht is als in het voortgezet onderwijs. Dus hoezo glanzende schoolcarriere als je in de eerste acht jaren al een achterstand hebt opgelopen!?

Als je dit zo leest dan bekruipt je hopelijk een zeker gevoel van urgentie waardoor je met je vuist op tafel wilt slaan en zeggen, dit kan zo niet langer. Maar dan? Hoe dan verder? Aan welke knoppen moet je draaien om het onderwijs in Nederland weer aan de gang te krijgen en op te stoten in de vaart der volkeren zodat de toekomst van al die leerlingen niet langer op het spel wordt gezet en wij daadwerkelijk een kenniseconomie worden die de internationale concurrentie goed aan kan?

De SP deed op de onderwijsconferentie die onlangs werd gehouden een aantal voorstellen in de vorm van tien stellingen. Deze stellingen komen ook terug in het artikel van Jeanet Meijs en in het boek van Ton van Haperen. Ik zal ze hier niet allemaal met jullie bespreken, maar wil de, in mijn ogen, belangrijkste hier de revue laten passeren.

Meer investeren in onderwijs. In Nederland wordt op dit moment zo’n 30 miljard uitgegeven aan onderwijs. Een bedrag dat één procent onder de OESO-norm ligt en drie procent lager dan begin jaren ’70. Als je dat ene procent omrekent naar euro’s zou er nu zo’n 5 miljard per jaar bij moeten, willen wij die OESO-norm halen. Overigens is die OESO-norm slechts een gemiddelde, het staat ons natuurlijk vrij om meer te investeren.

En waar moet dat extra geld dan voor ingezet worden? Primair voor hogere salarissen van de docenten en voor kwaliteitsverbetering van diezelfde docenten. Want uit onderzoeken blijkt keer op keer dat niets zo bevorderlijk is voor de prestaties van de leerlingen als een goed gekwalificeerde docent voor je neus elke dag. En dat is tegenwoordig geen zekerheidje met al die onderwijsassistenten in en vaak ook voor de klas.

Nu zo’n investering doen betekent dat je als overheid moet hopen dat dit bedrag op de plek komt waarvan wij vinden dat het daar naar toe moet. Dat heeft te maken met de macht van de schoolbesturen en de invoering van de lumpsum. De macht van de schoolbesturen valt terug te voeren tot 1917 toen ter pacificatie artikel 23 werd ingevoerd, om de lieve vrede in ons landje te bewaren. Laten wij nu als SP die besturen de oorlog verklaren door in eerste instantie in te zetten op een acceptatieplicht, zodat scholen leerlingen niet meer kunnen weigeren en in tweede instantie te blijven pleiten voor verdere neutralisering van dit artikel. En als wij ooit een opvolger mogen leveren voor Plasterk, dan mag deze als eerste daad al die raden de tempel uitjagen.

Tot slot. Die lumpsum. Het blijft vreeswekkend jargon, maar betekent in de praktijk niets meer dan dat scholen elk jaar een flinke zak met geld krijgen, afhankelijk van het aantal leerlingen, waaruit alles betaald moet worden. Van salarissen tot overstromende toiletten en van een nieuw zitje in de kamer van de directeur tot aan die leuke klassenfoto’s.
Het eerste wat moet gebeuren is dat er geknipt moet worden in die lumpsum. De salarissen van de docenten en al die bestuurders moeten weer onder één landelijke CAO worden gebracht en dat bedrag moet uit die lumpsum. Daarnaast moet er binnen die zak met geld bedragen expliciet worden bestemd voor kwaliteitsverbetering van het docentenkorps, zodat het minder verleidelijk wordt voor schoolbesturen om dat geld aan andere zaken uit te geven.

Dit lijkt me een goede eerste aanzet om te komen tot beter onderwijs in Nederland. Inderdaad, een goede eerste aanzet, want ik heb het hier bijvoorbeeld nog niet gehad over kleinere klassen, extra geld voor zorgleerlingen en gemengde scholen. En dat ga ik ook niet doen.

Ik hoop dat u met mij de strijd aangaat om eerdergenoemde punten te realiseren. Wees daarbij niet bang voor achterlijk te worden versleten en van alles naar uw hoofd geslingerd te krijgen, want er zijn een heleboel partijen, ook politieke, die gebaat zijn bij de huidige status quo. Laat ik afsluiten met een paar bemoedigende woorden. Ton van Haperen, die dus al jaren tegen al die misstanden in de pen klimt, werd toen hij 10 jaar terug met zijn columns begon genegeerd en totaal niet serieus genomen. Nu zegt hij zelf dat het klimaat verandert is en dat hij steeds serieuzer genomen wordt. Laten we hopen dat deze trend zich doorzet en dat we over een paar jaar rooskleuriger kunnen spreken over de staat van ons onderwijs.

Oane Sikkema

Coen Bruinen

Topsalarissen

De PvdA zit er behoorlijk mee zin de maag, zegt ze. De topsalarissen bij de commerciële bedrijven, maar vooral ook bij de overheid. Iedereen rept over de Balkendenorm, maar op menig salarisstrookje wordt de Balkenendenorm fors overschreden. De reden dat overheidslichamen de norm aan hun laars lappen is volgens de instellingen zelf dat deze norm het vinden van een topfunctionaris bemoeilijkt. Blijkbaar haalt de gemiddelde overheidsdienaar zijn neus op voor een salaris van ruim € 170.000 per jaar.

Een topfunctionaris komt niet voor een bedrag van € 170.000 per jaar, wat wil dat eigenlijk zeggen? Dat onze minister president eigenlijk maar een jandoedel is? Had hij echt een topbestuurder geweest, dan was hij natuurlijk nooit minister president geworden, maar had hij zijn zakken gevuld zoals zovele andere bestuurders. En ach, wat jandoedel betreft, op dit punt ben ik het eigenlijk wel eens. Het verklaart in ieder geval het zwalkende kabinetsbeleid van de laatste jaren.

Opvallend vind ik dat de hoge salarissen nu een punt van discussie zijn geworden. heeft het kabinet in het verleden niet besloten om het toptarief voor de inkomstenbelasting te verlagen van 72 naar 52%? Let wel op een salaris van € 200.000 scheelt dat al gauw € 40.000. Een beloning waar menig burger zijn vingers bij af zal likken is de topbestuurders zo in de schoot geworpen. Misschien dat we op dat punt eens kritisch naar ons eigen beleid moeten kijken.

Maar wat is nu de reden van al deze exorbitant hoge vergoedingen? Een aantal argumenten vormt de boventoon,
het is een kwestie van vraag en aanbod, het is een vergoeding van inspanning, er wordt betaald voor een goede taakvervulling en last but not least zorgt de vergoeding boven de norm voor een evenwichtige salarisopbouw. Laten we al deze argumenten eens onder de loep nemen:

Het is een kwestie van vraag en aanbod
Het eerste argument is dat de hoogte van het salaris een kwestie van vraag en aanbod is. De markt bepaalt de prijs. Daar is ie weer. Maar hoe zuiver is deze marktwerking eigenlijk? In principe moet het voor iedereen mogelijk zijn om directeur te worden van DNB of van een bedrijf als Philips. De waarheid ligt echter een stuk genuanceerder. Natuurlijk is er verschil in talent en is de ene persoon meer geschikt om een leidinggevende functie te vervullen dan de ander. Tot zover niets vreemds aan de hand. Maar daarnaast dient eenieder ook de mogelijkheid te hebben om zichzelf te ontwikkelen en in dat laatste aspect zit nu net een probleem. Studeren is in deze tijd niet meer voor iedereen weggelegd. Voor je aan een studie kan beginnen dien je eerst een zak met geld mee te brengen en dan praat ik niet eens over studeren aan universiteiten van de buitencategorie. Vaak de hofleveranciers van topbestuurders. Veel mensen kiezen hierdoor niet voor doorstuderen, maar voor de zekerheid van een baan. Gevolg is dat slechts een select gezelschap in aanmerking komt om een topfunctie te bekleden en ja dan snap ik dat het aanbod beperkt is. Misschien zouden we juist moeten investeren om de schaarste te reduceren.

Het is een vergoeding van inspanning
Het volgende argument presenteert een hoge beloning als een vergoeding voor de geleverde inspanning. Op zichzelf een logische verklaring voor een hoger salaris. Als je meer uren maakt mag je ook meer verdienen. Helemaal niets mis mee lijkt me. Maar klopt deze stelling eigenlijk wel? Laten we er vanuit gaan dat een topfunctionaris 80 uur in de week werkt. Uitgaande van een jaarsalaris van € 200.000 per jaar verdient hij dus eigenlijk “maar” € 100.000 per jaar. Nu geloof ik persoonlijk niet dat de werkweek van Balkenende ophoudt bij 40 uur. Zeker niet gezien de vele diners en diverse plichtplegingen in de avonduurtjes, maar als de uren de norm zouden bepalen dan kunnen we diverse sectoren aanwijzen waar we nodig iets moeten doen aan het salarisniveau, zoals bijvoorbeeld, de transportsector, de verzorgingssector en de horeca. Voor zover ik weet is er echter geen vrachtwagenchaffeur of verpleegster die ieder jaar met € 100.000 wegloopt, laat staan een veelvoud daarvan.

Volgens mij heeft ieder mens 24 uur in een dag. Corrigeer me als dat anders is, ook ik kan me natuurlijk vergissen...
Bij een salaris van € 400.000 per jaar, lees directeur van DNB, verdient deze beste man bijna € 1.100 per dag! Oftewel € 45,78 per uur. Als dat de maatstaf wordt voor de komende CAO onderhandelingen nou dan weet ik het wel.

Voor de oplettende toehoorders, inderdaad deze beste man slaapt nooit en heeft over het gehele jaar geen vrije tijd. Voor de goedgelovigen onder ons....
Volgens mij kunnen we ook deze reden als drog verwijzen.

Er is sprake van een goede taakvervulling
Er is sprake van een goede taakvervulling die ook beloond moet worden is een ander veel gehoord argument. Eigenlijk is dit misschien nog wel de beste reden voor exorbitant hoge salarissen, want waarom mag iemand die een topprestaie levert niet een topsalaris verdienen? Op het eerste oog een steekhoudende redenatie, echter.... is de beloning van topmensen eigenlijk wel gekoppeld aan hun prestatieniveau? Laat ik het anders formuleren, is er ooit een topbestuurder geweest die een zak geld mee kreeg omdat hij een wanprestatie heeft geleverd?

Ik geloof niet dat ik hier nog veel aan toe te voegen heb.....

Er moet sprake zijn van een evenwichtige salarisopbouw
O ja, de laatste vergoelijking is ook nog wel een aardige, er moet sprake zijn van een evenwichtige salarisopbouw. De baas moet natuurlijk meer verdienen dan zijn ondergeschikten. Tja, waar haalt hij anders zijn gezag vandaan?

Nee zonder gekheid. Natuurlijk moet er een stimulans zijn voor werknemers om zich te ontwikkelen en natuurlijk mag dat ook best gewaardeerd, ofwel betaald worden. Dat dit een vrijbrief is om aan de top ordinair je zakken te vullen en tegen het werkvolk te zeggen dat ze hun lonen moeten matigen, gaat echter wel erg ver.

Laat ik afsluiten met een uitspraak van een Chinese wijsgeer: 'Verschil moet er zijn, maar het verschil mag nooit zo groot worden dat de een zich voor de ander moet gaan schamen.'

Coen Bruinen

Tugba Karabulut

Op naar een conservatieve SP?

“Samen sta je sterk”, deze gezegde kennen we allemaal en we staan er ook allen achter. Sterker nog, wij nemen het erg serieus. Als nieuw lid van de SP ontvang je een paspoort. Daarin zie je al snel in het begin een welkom tekst staan met als kernzin “Samen zetten we ons in voor een beter Nederland en een betere wereld”. Maar in hoeverre sta je samen echt sterk? Want tegenover het samen zijn staat het slim zijn, wie niet sterk is moet slim zijn.

Als SP zetten we ons in voor een beter Nederland en een betere wereld. Hier mag iedereen aan meedoen. Iedereen die een steentje bij wilt dragen aan een menswaardiger, gelijkwaardiger en solidair Nederland en wereld is van harte welkom. Zo willen wij namelijk sterker worden. Sterk genoeg worden om een eind te maken aan de armoede. Sterk genoeg worden om een eind te maken aan de marktwerking in de zorg. Sterk genoeg worden om een eind te maken aan de totstandkoming van de ondemocratische superstaat Europa. Kortom: sterk genoeg worden om Nederland en de wereld daadwerkelijk te kunnen veranderen.

Dit willen wij al lange tijd en we zijn aardig op weg. De SP laat zijn stem steeds vaker horen in Nederland en wint het vertrouwen van steeds meer burgers. Op 22 november 2006 vindt er een historische doorbraak plaats, de SP stijgt van 9 naar maar liefst 25 zetels in de Tweede Kamer. We zijn de derde partij van Nederland, zowel in ledental als in kamerzetels! Maar dan? Anderhalf jaar later kijken we naar de peilingen en zien we dat de SP is gedaald tot 18 zetels en dat Trots op Nederland van Rita Verdonk op 24 zetels staat.

Hoe kan dit? Rita staat zonder samen met anderen te zijn toch behoorlijk sterk. Het is onbekend wat Rita wilt, hoe Rita denkt dit te kunnen bereiken en wie verder deel uit zullen maken van de lijst van Trots op NL. Bovendien weten we niet waar Rita het geld vandaan haalt. Trots op NL kan dus zelfs gesponsord worden door een of ander criminele organisatie voor zover wij weten. Hoe kan dit? Ondanks dit alles heeft zij momenteel het vertrouwen van een groter deel van Nederland, dan wij. Zij, als 1 persoon, staat in dat opzicht sterker dan wij, met z’n allen. Samen sta je sterk, wat een onzin, of niet?

Volgens de één is ze een populist die uit gaat van de onderbuik gevoelens van burgers. Weet Rita niet dat je niet puur op grond van onderbuikgevoelens van burgers een goed politiek beleid kunt voeren? Volgens de ander maakt ze misbruik van het wantrouwen van de burgers jegens de politiek. Is Rita soms vergeten dat ze lange tijd deel heeft uitgemaakt van die politieke elite waar ze zich nu tegen verzet? En volgens Jan Marijnissen is ze de moederborst van het land, streng maar rechtvaardig. Rechtvaardig is ze zeker. Het gaat haar ook nooit om het volgen van regels, de gevolgen moeten rechtvaardig zijn. Dit heeft ze keer op keer bewezen tijdens haar ministerschap. Nu pleit ze bijvoorbeeld voor het instellen van een jury rechtspraak. Dat zal leiden tot een veel rechtvaardiger rechtspraak. Burgers zullen eindelijk recht kunnen spreken, het eer van de advocatuur zal weer in glorie hersteld worden. Want zij zullen zich hun best doen om een rechtvaardig uitspraak af te dwingen van de jury door gevoelsmanipulatie. En voor je het weet zullen burgers niet alleen binnen, maar ook buiten de rechtbank recht spreken, want rechtvaardigheid is toch het grootste goed?

Er zijn een hoop verklaringen te verzinnen, maar dat boeit allemaal eigenlijk niet want wij verliezen uiteindelijk en zij wint! Wij verliezen als derde partij in ledental zetels aan een partij dat alleen uit Rita zelf bestaat, een partij dat niet eens een vereniging is en dus geen leden heeft. Ongelooflijk, dit kan toch niet! Er moet dan toch iets aan de hand zijn, de bevolking moet in ieder geval erg dom zijn om zoveel vertrouwen te schenken aan één persoon!! Dit zou geconcludeerd kunnen worden. Wij betalen de prijs voor het wantrouwen dat is ontstaan door gedragingen van de politieke elite, de elite waar Rita als oud-VVD’er nota bene deel van uitmaakte!! Ook dit kan zou geconcludeerd kunnen worden.

Al met al lijkt de opvatting “Als je niet sterk bent moet je slim zijn” het te winnen van de opvatting “Samen sta je sterk”. Maar wacht eens even. Wie weet is de opkomst van Trots op NL en dus eigenlijk het conservatisme op dit moment wel in ons voordeel? Ook dit zou geconcludeerd kunnen worden. Want er kan gesteld worden dat een deel van de bevolking op dit moment positief kijkt naar conservatieve standpunten, zoals het behoud van het sinterklaas feest. Iets waar Rita zeker voor wilt strijden. En kijk eens aan, in de media wordt de SP door politici als conservatieve partij bestempeld. Bijvoorbeeld laatst door Frans Timmermans. Wouter Bos deed er nog een schepje bovenop door te stellen dat geëmancipeerde mensen niets te zoeken hebben bij de SP. Zo lijkt ons partij alsmaar conservatiever en conservatiever in de ogen van de burgers. Dank je wel PvdA, gratis reclame!

Want dat is wat een deel van de Nederlandse bevolking op dit moment wilt toch? Het deel dat van de SP overstapt naar Trots op NL. Het behoud van de Nederlandse cultuur en dan met name het sinterklaasfeest dat zonder twijfel één van de belangrijkste onderdelen van de Nederlandse cultuur is.

Wij willen een Nationaal Historisch Museum, dus wij hechten ook belang aan het behoud van de Nederlandse cultuur. Komt dat even goed uit! Verder wilt Rita haar standpunten bepalen door het eerst aan de burgers voor te leggen. Wij zijn op dat punt zelfs een stapje verder. Als actieve politieke partij spreken wij constant met de mensen om wie het gaat voordat wij een standpunt innemen. En dit doen we niet via internet, nee wij gaan een persoonlijk gesprek met ze aan. Aangezien onze standpunten al vaststaan hebben wij zelfs een voorsprong op Trots op NL.

Nu nog beweren dat kleinere ziekenhuizen niet alleen goed is voor de zorg, maar dat het ook traditioneel zo was en dus een onderdeel is van ons cultuur. Ook zijn we traditioneel solidair met elkaar, dus weg met de armoede. En superstaat Europa? Dat was er vroeger toch ook niet. Bovendien wordt ons Nederlandse cultuur dan bedreigt door een Europees cultuur, dus weg ermee! En zeg nou eens eerlijk, in al die jaren van neo-liberalisme is de bedreiging van het Nederlandse cultuur alleen maar toegenomen, dus dat kan ook geen goede zaak zijn. Veel vrijheid voor het individu, dat kan sowieso niet. Traditioneel moet er altijd toezicht zijn, toezicht door de ouders, nou ja ouders, dan bedoel ik natuurlijk door de man als hoofd van het gezin. En daarna door de overheid. Dus weg met het neo-liberalisme.

Op deze manier kunnen wij een goed concurrent vormen voor Trots op NL. Zo kunnen we misschien toch het verlies van 7 zetels in de peilingen dichten en er zelfs meer zetels bij halen! Dit door naast samen sterk te zijn, ook slim te zijn op momenten dat je minder sterk bent. Dus op naar een conservatieve SP, of toch maar niet?

Tugba Karabulut

Jurgen van der Sloot

Honden? Verbieden!

Afgelopen dinsdag heeft minister Verburg van landbouw besloten om het verbod op pitbulls af te schaffen. Vanaf heden worden honden niet meer beoordeeld op hun ras maar op hun gedrag.

Het besluit kan niet alleen op een meerderheid in de tweede kamer rekenen, maar ook hondendeskundigen, de dierenbescherming en de vereniging pittbullbelangen Nederlands tonen zich te vrede over de wetswijziging. In de Kamer waren alle partijen het er over eens dat honden niet op hun ras beoordeeld kunnen worden. Sinds in 1993 de pitbulls en andere agressieve honden verboden werden is het aantal bijtincidenten niet afgenomen. Hieruit blijkt dat het verbod op een soort hond niet de juiste remedie is om het aantal bijtincidenten af te doen nemen.

Alleen de PvdA wil wel graag dat honden in een probleemwijk ofwel “Vogelaarwijk” gemuilkorfd worden. Wat mij betreft een vreemd voorstel. Maar dit is waarschijnlijk onder het mom van dat mensen die in een Vogelaarwijk wonen al genoeg hinder ondervinden, zodat ze dan maar extra beschermd moeten worden tegen honden. Voor mensen die niet in een Vogelaarwijk wonen is een hondenbeet minder erg omdat hun al een betere buurt hebben dan mensen in de Vogelaarwijken. Ik vind dat een muilkorfplicht geen goede oplossing is. Voor een hond zal het geen pretje zijn om met een muilkorf te moeten leven.

Per jaar belanden in Nederland 7000 mensen in het ziekenhuis door hondenbeten van min of meer agressieve honden. Ook overlijdt per jaar een iemand aan de verwondingen van een hond, meestal gaat het hier dan om een kind.

Dat er geen onderscheid gemaakt kan worden in het ras, daar kan ik mij in vinden. Maar hier zit volgens mij ook het probleem. Het heeft dus geen zin om bepaalde hondenrassen te verbieden. Om deze problemen op te lossen dient het hondenbezit in zijn geheel aan banden gelegd te worden.

Hiermee voorkomen we niet alleen dat 7000 mensen per jaar zich in het ziekenhuis moeten melden met verwondingen, maar we zijn op termijn ook verlost van het hondenpoep probleem. En door dit verbod op hondenbezit kunnen mensen weer rustig wandelen in het park zonder lastig gevallen te worden door honden die net uit de sloot komen. Of bang hoeven te zijn dat een wat al te speelse hond het armpje van hun kind open bijt. Ook hebben we meteen een oplossing voor het toenemende aantal mensen dat een agressieve hond aanschaft om hun imago op te vijzelen.

De hond is van oorsprong immers een roofdier. Al vele duizenden jaren wordt de hond gebruikt voor bewakingstaken, bij de jacht, als herdershond en als trekdier. Nog steeds heeft hij werk als politiehond of hulphond, maar de meeste honden worden tegenwoordig gehouden als gezelschapsdier. Maar oorspronkelijk zijn honden helemaal niet schikt om als gezelschapsdier in een dichtbevolkt gebied te leven. Vooral in steden slijten honden hun leven in een flatje vijf hoog, drie achter op 20m2 om twee of drie keer per dag uitgelaten te worden op een van de weinige groenstrookjes in de buurt.

Mag dan niemand meer een hond? Uiteraard zou zo'n regel veel te ver gaan, dus kunnen mensen bij hun gemeente een aanvraag indienen om een hond te bezitten. Denk hierbij aan mensen die afgelegen wonen op een boerderij, of voor mensen die een blindengeleidehond nodig hebben.

Mensen die reeds een hond hebben zullen van de gemeente wel een vergunning krijgen maar wanneer hun hond komt te overlijden kunnen ze zonder goede redenen niet opnieuw een hond aanschaffen. Hierdoor zullen het aantal honden de komende tijd snel afnemen, waarmee ook het aantal bijtincidenten. We zijn dan binnen een paar jaar van het hondenpoepprobleem af. De honden zijn hier ook beter mee af, ze hoeven hun leven niet meer te slijten in kleine woningen.

Is het reëel om te denken dat zo'n strenge wetgeving voor hondenbezit haalbaar is? Waarschijnlijk niet omdat er veel mensen zijn die van honden houden en we het normaal vinden dat honden bij ons leven, en dat is blijkbaar best 7000 gewonden en een dood kind per jaar waard.

Jurgen van der Sloot

Osman Zemouri

Mensen, toon eens wat meer respect!

Het blijft elke dag wel een verassing om achter de ware aard van een individu te komen, met name 'luie' karaktertypes. Natuurlijk bedacht de mens als individu, van nature lui, tal van oplossingen om 'luiheid' te verhullen of goed te maken. Nu kan men luiheid positief of juist negatief opvatten. Mijn kritische blik op het artikel van een ‘anonieme mevrouw’ in de Volkskrant van 10 juni 2008 jl. neigt naar dat laatste. Het ging mij niet om de feiten (het ontbrak haar o.a. aan kennis van feiten), ook niet om het feit dat ze haar artikel onder een pseudoniem schreef (iedereen kon het voor zijn of haar positief gewin hebben geschreven of de krant moest gevuld worden door het weer aanwakkeren van onzinnige discussies rond integratie), maar het ging mij om de luiheid van het juist redeneren en beargumenteren.

Heel vaak komt die luiheid voort uit frustraties op recente gebeurtenissen en van negatieve ervaringen in het verleden: van frustraties uit onmacht tot frustraties uit jaloezie. Er zijn genoeg voorbeelden te noemen van incidenten, die terug te redeneren zijn naar frustraties van een persoon of groep: 11 September 2001, Pim Fortuyn of gewoon iets eenvoudigs zoals voetbalrellen met hooligans na een nederlaag. Allemaal incidenten die niet goed te praten zijn, maar toch gebeuren. Nu kan men frustraties ook vertalen in een verhaal of artikel, zo ook de ‘anonieme vrouw’. Al die frustraties van woorden, worden zinnen en zinnen worden verhalen waarop gefrustreerd wordt gereageerd en er een nieuw gefrustreerd verhaal ontstaat: een vicieuze cirkel. Het blijft een kunst om helder te blijven redeneren (ook voor mij) en je eens af te vragen waarom er nou zoveel problemen zijn in de wereld? Enkele van die problemen spelen zich af in ons eigen land Nederland en dat is met name het gebrek aan respect voor elkaar. Wij als mensen weten wel beter, denken we. Maar de geschiedenis herhaalt zich, keer op keer.

Mevrouw Anoniem beschrijft in haar artikel tal van ergernissen, negatieve gebeurtenissen en ervaringen over haar geloofsgenoten; oftewel een opsomming van frustraties. Ik zal de lezer of toehoorder haar opsomming maar besparen, aangezien die de moeite van het schrijven of vermelden niet waard zijn. Je mening verkondigen is één ding, maar je mening rechtvaardigen op basis van frustraties is een gevaarlijke ontwikkeling. Vooral een gevaarlijke ontwikkeling als het zich op politiek niveau gaat manifesteren, denk alleen al aan de PVV. Een gevaarlijke ontwikkeling dat de mens in het verleden in de vorm van o.a. twee wereldoorlogen heeft mogen meemaken.

Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, waar we in een democratie rekening mee dienen te houden. Maar waar liggen de grenzen van het toelaatbare? In hoeverre mogen we politieke kwesties in kunst verwerken? Hoe ver kunnen we gaan? En alle andere soortgelijke vragen waar geen eenduidig antwoord op kan worden gegeven. Cicero, een bekend filosoof / geleerde zei eens: “vrijheid is heilig, maar provoceer niet”. Laten we als mens nou niet in herhaling vallen. Het stigmatiseren van bepaalde groepen is eenvoudig en werkt zoals de geschiedenis ons leert averechts. Extremisten kennen we in alle groepen en alle lagen van de bevolking. Het is ons taak als mens om met iedereen te praten en in debat te gaan, waarbij we ons uitspreken tegen geweld en bedreigingen

Respect moet van beide kanten komen, maar redeneer niet in termen van "zwart en wit". Mensen; geloof komt vanuit je hart. Heb je een respectvolle hart, dan komt het goed. C'est la vie.

Osman Zemouri

Dilber Seckin

Oorlog tegen Terrorisme?

De laatste paar maanden zijn we volledig overspoeld door de gekte rond de Amerikaanse verkiezingen- wordt het nu Obama of Clinton? Dat was de vraag wat veel Nederlanders plotseling bezig hield, mede dankzij de media.
De nieuwe president van Amerika zal wederom een belangrijk zegje hebben in de buitenlandse politiek en de globale beleving hiervan. Aangezien we alleen maar gecalculeerd kunnen speculeren over hoe de nieuwe president deze vorm zou geven, wil ik eigenlijk een stap terug doen om te kijken hoe de vertrekkende president Bush sinds 9/11 de wereld heeft misbruikt en hoe hij het voor elkaar heeft weten te krijgen om al die verscheidene landen en vooral ook zijn eigen volk achter zich te krijgen in wat ik noem ‘De terroristische globale oorlog”

Voor de 7e Wereld Congres van de Communistische Internationale op 2 augustus 1935, zei Georgi Dimitrov, leider van de Bulgaarse communisten begin 1900 het volgende: “Fascism acts in the interest of the extreme imperialist, but it presents itself to the masses in the quise of champion of an ill-treated nation, and appeals to outraged national sentiments as German fascism did…”

Wie herkent in dezes woorden niet de rechtvaardiging van de ‘zogenaamde oorlog tegen terrorisme?
Deze woorden geven een korte maar uitermate krachtige inzicht in hoe systemen de massa’s kan misleiden. Laten we terug gaan naar 7 oktober 2001, Bush samen ment zijn kompaan, de sociaal democraat Blair van Groot-Brittannië, begonnen de onrechtvaardige oorlog tegen Afghanistan, Bush had inmiddels al luid kenbaar gemaakt dat hij een ‘oorlog tegen terrorisme’, een oorlog voor God en land ( for god and country) zou beginnen. Hoewel het luidkeels werd herhaald, waren de vijanden niet vastgesteld, er was geen specifiek doel, het “geheel elimineren van terrorisme in de wereld’ was de rode draad.

Opvallend was natuurlijk, dat Bush erin slaagde om zowat alle landen in de wereld mee te slepen in de zogenaamde ‘oorlog tegen terrorisme’ door te dreigen, door chantage en door omkoperij. Wye kan zich de woorden “If you are not with us, you are against us” niet herinneren. In eigen land wist Bush, die met steeds afnemende populariteit kampte, de Amerikaanse bevolking achter zich te krijgen door middelen van massa hypnose en hysterie te gebruiken- de media. Als jullie in Amerika geweest zijn en tv hebt gekeken weet je hoe sterk dit medium is. Laten we eerst kijken hoe het Internationaal ging;
Een maand na de start van de oorlog, hebben Duitsland, Italië en de Japanners duizenden soldaten geleverd. Dit is voor al deze landen een grote verhoging van hun militaire activiteiten na WOII. Zelfs Putin van Rusland en China doen met Bush mee, ( let wel, China staat op het punt om de WTO in te gaan). Tijdelijk hebben deze machten de met een oude term “inter-imperialistische conflicten naar de achtergrond gedrongen om zodoende een deel van de controle van de wereld olie handel en de natuurlijke gassen te bemachtigen. Deze natuurlijke bronnen bevinden zich nu in Saudi Arabie en het Midden Oosten. Om een tegenwicht te creëren tegen de OPEC landen, is controle van de Kaspische regio olie en gassen essentieel voor de imperialistische landen om een redelijke prijs voor olie te verkrijgen. Al jaren voor 9/11 zijn de VS in de weer om een olie pijplijn te promoten die van de westelijke landen van de Kaspische Zee (Azerbeidzjan en Kazakstan) door Georgië en Turkije naar de Middellandse Zee zal lopen. De Baku-Tbilisi-Ceyhan route. De olie experts hebben al aangegeven dat deze non- OPEC olie pijplijn Iran en Rusland buitenspel zal zetten.

In naam van de ‘oorlog tegen terrorisme’ heeft Putin inmiddels al zijn fiat gegeven voor de bezetting van enkele Centraal Aziatisch Republieken die voorheen deel uitmaakten van de USSR, die rijk zijn aan natuurlijke schatten als olie en gas, genoeg voor deze eeuw en nog langer. Als de Amerikaanse troepen zich eenmaal hebben genesteld in Oezbekistan en Turkmenistan e.a. zullen ze daar blijven zoals ze hebben gedaan in Saudi -Arabie sinds de Golf oorlog tegen Irak.

In linkse kringen wordt er veel gesproken over het feit dat de VS zelf de Taliban heeft gesteund om de regio te destabiliseren. Bush heeft na 9/11 gezegd dat hij de verantwoordelijken hiervoor zou pakken en allen die hen hebben gesteund hierbij. Dan zou hij als eerste zijn vader de voormalige president George Bush moeten arresteren, lijkt me, omdat hij als de baas van de CIA, Osama Bin Laden, zijn start heeft gegeven in de terreur netwerk (dit in samenwerking met de Pakistaanse inlichtingen dienst). De taak wat Osama bin Laden kreeg was om een groep van Arabische moslim strijders te organiseren om de Islamitische fundamentarische mujahidden te ondersteunen in hun oorlog tegen de Sovjet Unie in Afghanistan. Toen George Bush senior president was, heeft hij tijdens de Golf oorlog het netwerk van Osama Bin Laden’s terreur netwerk gebruikt om operaties uit te voeren tegen Irak. Eigenlijk zou Bush ook zichzelf onder arrest moeten plaatsen voor ondersteuning bieden aan de Taliban! Want in mei 2001 verklaarde de welbekende Powell, dat de VS 43 miljoen dollar aan de Taliban heeft gegeven om hen te ‘helpen’ het schijnt dat dit gegeven eind augustus, ongeveer een maand voor de 11 september aanvallen.

Als dit inderdaad het geval was, dan is de relatie van Amerika met de Taliban bekoeld, alleen nadat in 1998 de Taliban had besloten om een groot olie pijplijn van olie en gassen van de Centraal Aziatische Republieken, door Afghanistan naar de Arabische Zee en de Indiase subcontinent, aan een Argentijns bedrijf (Bridas Oil) te geven i.p.v. aan de United State Oil Compagnie, Unciaal. Opvallend is ook, dat de baas van de Saudische Inlichtingen dienst Prins Turki al- Faisal, die de sterkste banden heeft met de VS, twee weken voor 9/11 werd ontslagen. Al- Faisal is verbonden met Unocal door de Arabische Delta Olie bedrijf.

Naast de motivatie om de olie en gassen te beheersen, was een ander argument voor de oorlog, een militair strategische voet tussen de deur te hebben in een geografische regio waarin de meeste potentie schuilt voor tegenstanders van de VS om gevaarlijke militaire allianties te vormen. Deze alliantie zou ook Rusland en China kunnen behelzen, omdat die wederom samenwerking zoeken, let wel, dit niet meer door socialistische relaties maar nu gebaseerd om kapitalistische relaties van eigen belang. India en Japan misschien zelfs Pakistan zouden mee kunnen doen aan dit soort allianties, als in deze landen een regime verandering zou komen . Dus, een sterke Amerikaanse militaire aanwezigheid in Afghanistan is van essentieel belang voor de VS omdat dit een belangrijk tegenwicht kan bieden aan mogelijke militaire allianties in de regio die de hegemonie van de VS zouden kunnen aanvallen.

In Amerika zelf, zet Bush de oorlog koorts in om draconische wetten en maatregelen aan te laten nemen die het mogelijk maken om allerlei tegenstand te minimaliseren en zelfs te criminaliseren. Een voorbeeld; de Amerikaanse Officier van Justitie, geleid door Generaal John Ashcroft, heeft om 50 maatregelen gevraagd om de ‘oorlog tegen terrorisme’ te ondersteunen. Een aantal maatregelen is: een enorme telefoon en Internet afluister en aftap systeem, het recht om huizen te doorzoeken zonder de bewoners in te lichten, het afluisteren van voicemail berichten, verhoogde rechten voor de politie om arrestaties te verrichten zonder enig vorm van aanklacht, het recht tot inzien van alle privé en zakelijke documentatie van personen, bedrijven en universiteiten. Evenals ook het recht om ‘buitenlanders’ aan te houden. Het budget voor de beveiliging is al miljarden omhoog geschoten. Duizenden moslim mannen van Arabische achtergrond worden zonder enige vorm van aanklacht aangehouden, gebaseerd op deze wetten en maatregelen.
Guantanamo Bay is een resultaat van deze maatregelen.

In de vroege dagen van de oorlog, was er geen enkel protest van de Amerikanen zelf tegen deze despotische handelwijze van Bush. Deze orgie van “nationaal eenheid’ achter de terroristische oorlog van Bush heeft in Amerika geleid tot een verhoging in de vrijwillige aanmeldingen voor de militaire dienst, vlaggen manie- en uiteraard God Bless America tekens, posters, stickers in openbare gebouwen winkels en het heeft ook geleid tot ultra patriottische ceremonies bij alle grote publieke evenementen zoals grote sport evenementen. Er is duidelijke wil van een overgrote meerderheid van de Amerikaanse bevolking om een oorlog met een open einde te accepteren ‘for god and country’ en mede hierdoor is men bereid om verliezen bij de Amerikaanse troepen te accepteren. De hele hysterie rondom ‘ for god and country’ heeft er globaal ook toe geleid dat de discussie rond deze oorlog gevoerd werd rondom religie- Islam tegen de christendom, beschaving tegen non-beschaving.
De discussie rondom religie heeft als afleiding gefungeerd om de werkelijke motivaties achter deze onjuiste oorlog te verdoezelen.

Tragisch genoeg, heeft de Bush zucht naar oorlog, een negatieve verandering teweeg gebracht in de proces wat met de anti-WTO protesten in Seattle is begonnen waarbij de Amerikanen zich duidelijk hadden uitgesproken tegen de VS en zijn zucht naar meer markt aandeel.

Al met al, kunnen we er over eens zijn dat de wereld niet meer hetzelfde is en niet meer zal zijn na 9/11.
Terwijl deze manie de wereld overnam en uiteraard ook Nederland, waar de angst voor terroristische aanvallen hoger dan 60% is en waarbij Nederlanders hun recht op privacy voor op willen geven zolang ze maar beschermd worden en de Nederlandse regering als een schoothondje van Amerika de oorlog in rent, heeft de SP een gedegen analyse kunnen maken en hiermee sinds de begin dagen van de oorlog Nee heeft kunnen zeggen.

Hiermee heeft de SP een discussie, waarbij de Status quo wordt uitgedaagd, weten te starten in een periode waarbij tegenstanders van Bush en zijn oorlog gedemoniseerd werden.
De discussie heeft naar mijn mening menig Nederlander de ogen geopend en hen gewaarborgd voor de Amerikaanse manie.
De SP heeft aangetoond in mijn ogen dat als je trouw bent aan je beginselen en je je analyses hierop baseert en verder durft te kijken dan je eigen belangen dat er nog een Wereld te winnen is.

Dilber Seckin

Winnie Hoogvorst

Betutteling of keuzevrijheid?

Er zijn bezuinigingen aangekondigd voor de kinderopvang. Voornamelijk de gastouderbranche gaat er dan op achteruit. Er is geconstateerd dat er veel malafide internetbureaus ontstaan zijn sinds de regeling dat familieleden, en dan voornamelijk opa’s en oma’s, ook kunnen verdienen aan het oppassen op de kinderen. Er wordt op grote schaal ‘gefraudeerd’, of misschien gewoon gebruik gemaakt van een mogelijkheid die door het kabinet zelf is gecreëerd. Met als gevolg dat de kosten voor de kinderopvang veel hoger zijn uitgevallen dan berekend.
De aangekondigde bezuinigingen leiden tot onrust. Wat gebeurt er volgend jaar voor al die ouders die nu gebruik maken van de huidige regelingen? De SP wil dat ouders die tot twee keer modaal verdienen er niet op achteruit gaan. Werkgevers moeten meer gaan betalen, de overheid moet de regie in handen nemen en de excessen aanpakken. Daarnaast mogen opa’s en oma’s best gastouder zijn voor hun eigen kleinkinderen, maar dan moeten ze ook bereid zijn andermans kinderen op te vangen.
Helaas moet ik constateren dat ik het meer eens ben met de standpunten van nota bene de SGP. Hoewel men kan betwisten of zij het met dezelfde redenatie rechtvaardigen, hun maatregelen zijn zeer goed te verdedigen met de beginselen van de SP.
De SP vindt dat ieder mens een eerlijke kans verdient om in vrijheid te midden van anderen en met respect voor alles wat leeft zijn persoonlijke geluk na te streven. Gezien het grote aantal mensen met een kinderwens is dat persoonlijke geluk wellicht in een aantal gevallen het krijgen van kinderen. Als de kinderen er eenmaal zijn moet er een keuze gemaakt worden. Ga ik ze zelf opvoeden of ga ik weer aan het werk? Voor ieder individu zal de keuze anders uitvallen, aangezien levensvisies verschillen. Ik wil hier géén oordeel vellen over de keuzes die gemaakt worden, ik vind het echter wel bezwaarlijk als deze keuze voornamelijk gebaseerd is op financiële argumenten. Om mensen daadwerkelijk de vrijheid te geven een keuze te maken moet geld dus geen factor van betekenis zijn. Een kindgebonden budget voor kinderen tot 6 jaar zou daarnaast zowel de uitgaven van het rijk stabiel kunnen houden als de financiële positie van een gezin. En hiermee dus de keuzevrijheid vergroten.
De SP vindt dat er een brede tolerantie in de hele samenleving moet zijn en dat elke vorm van achterstelling en discriminatie afwezig moet zijn. Hiervoor heb ik gepleit voor de keuzevrijheid door het kindgebonden budget, uitgaande van een gezin. Helaas heeft niet iedereen met een kinderwens een gezin. Dit kan verschillende oorzaken hebben; een ouder is overleden, de relatie is stukgelopen of er is simpelweg nog geen partner gevonden. Wederom wil ik hier geen oordeel over vellen. Het huidige beleid doet dat echter wel. Er is een sollicitatieplicht of een scholingsplicht voor alleenstaande ouders. In een gezin met twee ouders, waar er één van thuis blijft, geldt deze plicht niet. De alleenstaande ouder heeft niet de keuzevrijheid die een andere ouder wel heeft. Dit is dus discriminatie en achterstelling.
De SP vindt dat we solidariteit tussen mensen moeten organiseren. We moeten elkaar helpen en voor elkaar zorgen en ieder mens daadwerkelijk een eerlijke kans geven bij het streven naar een gelukkig leven. Aangezien veel mensen een kinderwens hebben, moet dit voor ieder mens financieel haalbaar zijn. De ouders die er voor kiezen beiden te werken zijn prima in staat om met hun inkomens, de kinderbijslag en het kindgebonden budget voor kinderen tot 6 jaar de kinderopvang te bekostigen. Zij zullen in moeten zien dat niet iedereen die keuze maakt of kan maken en daarom geld ontvangt van de overheid wat niet direct uitgegeven wordt aan kinderopvang, maar wat wel ten goede komt aan de opvoeding van de kinderen.
Helaas kan ik de standpunten van de SP minder goed aan de eigen beginselen spiegelen. Ik kan namelijk niet een goede reden bedenken waarom een opa of oma die al een heel arbeidzaam leven achter zich heeft en wie al moe wordt van een dag oppassen op 2 eigen kleinkinderen, de keuze zou maken om daarnaast op andermans kinderen te passen. Ik zie niet in hoe het aanpakken van excessen door de overheid de tolerantie van de burgers onderling vergroot. De argumenten om solidariteit te bevorderen door te stellen dat mensen er niet op achteruit mogen gaan zijn mij ook ontgaan. Dit leidt hooguit tot een solidariteit van ‘met zijn allen tegen het beleid’ in plaats van een solidariteit van ‘met zijn alleen voor goede opvoeding’.

Met de drie kernwaarden van de SP heb ik de drie voorgestelde maatregelen van de SGP willen verdedigen. Nu rest nog de vraag wat dit voor invloed heeft op de huidige problemen.
De malafide gastouderbureaus zullen verdwijnen. De ouders ontvangen sowieso geld, dus er is geen tussenkomst van administratieve oplichters nodig. De goede gastouderbureaus zullen hun werk hierdoor kunnen voortzetten. Fraude is amper mogelijk, aangezien een ouder het geld voor de opvoeding niet zomaar weg zal geven. De kosten die de regering zal maken is goed in te schatten, aangezien deze gebaseerd zijn op het aantal kinderen in het algemeen en niet op het aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvang in de breedste zin van het woord.
Door het huidige beleid te ondersteunen en alleen aan te willen pakken op excessen, ondermijnt de SP de keuzevrijheid van mensen met een kinderwens. In plaats van de maatregelen van de SGP te verwerpen als christelijke betutteling zou de SP deze misschien moeten omarmen als keuzevrijheid voor ouders.

Winnie Hoogvorst

Liesbeth Hoogenboom

Je bent donor tenzij…

Toen ik zestien was, bestudeerde ik het donorcodicil van mijn vader. Hij verving het oude voor een nieuw exemplaar omdat het zo lang in z’n portemonnee had gezeten dat de inkt waarmee de verklaring was gedrukt en getekend in de loop der jaren onleesbaar was geworden. Hij moest er aan denken af en toe een nieuw papiertje te halen en opnieuw te tekenen.
Ik las het papiertje – voor het eerst - en na wat heen-en-weer-gepraat leek het me heel logisch om iets dergelijks ook te ondertekenen. Niet om er later zo nodig misschien een orgaan voor terug te krijgen… als zestienjarige ben je onsterfelijk, denk je. Het leek me gewoon niet meer dan normaal. Als ik dood ben, dan is dit lijf vrij nutteloos voor mezelf dus strip me dan maar kaal om iemand anders te helpen.

Enfin ik ben nu al jaren donor en de situatie is er voor de mensen op de wachtlijst voor een orgaan niet beter op geworden. Om een heel dubbele reden overigens: het aantal beschikbare organen is onder andere afgenomen door de afname van het aantal verkeersongevallen met dodelijke afloop. En tegelijkertijd is de techniek om te transplanteren verbeterd.

Hoe is de situatie dan nu?
De situatie nu doet me denken aan een oude mop.
Komt een skelet bij de dokter. Zegt de dokter: ‘Kon je niet eerder komen?’

Ja, daar kan je om lachen, maar dat geldt zeker niet voor mensen op de wachtlijst voor een orgaan als huid, hoornvlies, lever of nier, momenteel zo’n 1400. Van hen sterven er jaarlijks rond de 150 voortijdig. Voortijdig omdat ze goed geholpen hadden kunnen zijn met iemands nier of lever.
Maar al sterf je niet: dagelijks je nieren moeten spoelen omdat ze je anders vergiftigen is ook een vooruitzicht dat je niemand graag stelt.

En het aantal mensen, dat een donororgaan goed kan gebruiken stijgt alleen maar.

De ‘Grote Donorshow’ vorig jaar had de problematiek goed in de gaten. Al was het maar omdat ‘s lands kleinste, grootste schreeuwlelijk en BNN-directeur Bart de Graaf natuurlijk zelf een ernstige leveraandoening had.
Het programma vroeg er een jaar geleden – op een manier die naadloos aansloot op de hype van ‘weggeefquizzen’ – aandacht voor. De – naar bleek later fake-kandidaten die kans maakten op een nier - maakten goed duidelijk hoe hun kwaliteit van leven zou verbeteren als zij een donororgaan zouden krijgen.
Het program pleitte er toen al voor ons registratiesysteem te veranderen. Je zou niet moeten tekenen als je WEL donor wil worden. Het zou zo moeten zijn dat iedereen donor is, tenzij hij of zij dringende bezwaren heeft. Het ‘nee (je bent geen donor) – tenzij (je tekent) moet veranderen in een ja-tenzij syteem.

Zo’n systeem heeft me al lang een goed idee geleken. Leg maar uit waarom je je organen NIET wil afstaan. Ben dan maar bij de les als je geen donor wil zijn. Dat klinkt wat bot, maar zo bedoel ik het niet.
Ik respecteer allerhande redenen om geen donor te zijn, ik heb in discussie ook de meest – in mijn ogen - rare argumenten gehoord. Zo wil een kennis van me alles doneren, maar niet haar ogen… Die lijken haar essentieel voor welke vorm van leven na de dood dan ook, dat daar – waar dan ook – blind ronddolen haar echt afschuwelijk schijnt. Ik geloof het niet, maar zo’n keus is zo persoonlijk, treedt zo erg in iemands persoonlijke integriteit, raakt zo aan de kijk op leven en dood van iemand dat zo’n reden ten eerste nooit officieel uitgelegd dient te hoeven te worden, noch door wie dan ook ter discussie gesteld.
Laat staan dat er sancties op zouden moeten staan.

Ik respecteer dus ieders keuze en tegen voorgenoemd voorbeeld van de ogen zou ik niet eens tegenargumenten hebben. Behalve dan dat ik niet geloof in een leven na de dood.
Maar er zijn ook een paar tegenargumenten waar ik graag wel even op inga.

Sommigen mensen voelen zich met het ja-tenzij-systeem een soort eigendom van de staat. Ze voelen zich onvrij.
‘Sinds wanneer gaat de staat over mijn lichamelijke integriteit en bepaalt de staat wat er met mijn lichaam moet gebeuren?’
Wie deze vraag stelt zou ik willen zeggen: je bent wel meer dingen vanaf je geboorte verplicht van staatswege, omdat we samen hebben bepaald dat dat goed is voor de samenleving. Zo ben je scholier, belastingplichtige, vroeger was je zelfs soldaat…
En daar kan je allemaal geen formuliertje voor invullen om bezwaar te maken. Je krijgt geen brief met daarin ‘U bent scholier. Door onderstaand vakje aan te kruisen en de brief in bijgevoegde antwoordenvelop te retourneren geeft u aan geen gebruik te willen maken van ons onderwijssysteem.’

Een andere: ‘Stel dat ze met mijn orgaan een misdadiger redden van de dood!’- ik kan niet eens aangeven dat mijn hartklep niet naar Willem Holleder mag - is een soms gehoord argument.
Neem me niet kwalijk, als we vinden dat misdadigers dood moeten, dan voeren we de guillotine weer in, da’s een stuk sneller en pijnlozer, dus wellicht humaner dan doodgaan aan een leveraandoening. Maar gelukkig is nog steeds het grootste deel van Nederland tegen de doodstraf.
De kans is bovendien veel groter dat je met je organen een normaal of zelfs bijzonder goed mens redt.

Nog een argument dan: Ik ben gelovig, dan mag je geen donor zijn… Ik ben geen pastor, imam of op een andere manier voorganger, dus ik durf niet zo goed voor god te spreken…dat kunnen die fans zelf allemaal veel beter, maar IK kan me niet voorstellen dat er een god is die je straft als je een voor jou inmiddels waardeloos deel van je lichaam afstaat om een ander mens een mooi leven te geven… sterker nog, een beetje god – in mijn ogen – beloont dat en schept er, mocht het belangrijk zijn voor het voortbestaan in een hiernamaals, zo het ontbrekende stuk weer voor je aan. Toch? God beloont toch onzelfzuchtig gedrag?

Vind ik dan toch ook niet dat mensen die geen organen willen doneren ze ook niet mogen ontvangen? Moet je dat niet regelen?
Ik vind van niet. Profijtbeginsel toepassen op zaken van leven en dood is cynisch. Donor ben je uit solidariteit… met elk mensenleven.

Terug naar de discussie nu. Na de Donorshow is er een debat geweest in de Tweede Kamer. Naar aanleiding daarvan is de De commissie Terlauw ingesteld die minister Klink zojuist, een jaar later, van advies heeft gediend en net als BNN pleit voor het ja-tenzijprincipe.

Belangrijk is natuurlijk wel – omdat de keuze zo ingrijpend is, voor het aanstaand lijk en nabestaanden dat de informatie over donorregistratie door iedereen goed wordt begrepen. Van universiteitsprof tot analfabeet, van iemand die hier al jaren woont en al eens met de vraag is geconfronteerd, tot iemand die zojuist staatsburger is geworden. Voor iedereen moet die keuze helder zijn.
Huisartsen, verpleeg- en ziekenhuisartsen en andere zorgmedewerkers kunnen daar een heel belangrijke rol bij spelen, bij die voorlichting.
Je kan je ook voorstellen dat bijvoorbeeld verstandelijk gehandicapten, die onder toezicht staan van een voogd onder het oude regime van geen-donor-zijn-tenzij blijven vallen omdat de problematiek niet duidelijk genoeg is uit te leggen aan de persoon in kwestie is. Kortom, bij twijfel, niet doen

Minister Ab Klink neemt de suggestie voor de verandering nee-tenzij naar ja-tenzij niet over.
Inmiddels heeft het kabinet zich achter de minister geschaard om de toestand te laten zoals ‘ie is. Uit het gesprek met de minister President gisterenavond op tv mocht ik optekenen dat er een paar belangrijke redenen zijn om het te laten zoals het is:

Men is bang dat een ‘ja’ misschien – omdat mensen niet reageren toch een ‘nee’ is van een wat ondoordachtzamer persoon, bijvoorbeeld… Grappig toch, we moeten van 101 kanten van dit kabinet onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Maar dan KOMT het erop aan: je moet een brief waarin gemeld wordt dat je donor wordt… je moet je buigen over een vraag die er echt toe doet... en ineens twijfelt het kabinet er aan of we dat wel kunnen.

Laat die keus overigens alsjeblieft niet over aan de nabestaanden, zoals Ab Klink nu wil: zij zijn emotioneel op het moment dat zij moeten beslissen of hun dierbare donor moet zijn. Zij willen er helemaal niet aan denken dat je op het punt staat dood te gaan. In zo’n toestand kan je geen afgewogen keus maken. Bovendien moet je mensen in zo’n gemoedstoestand, waarbij ze je vermoedelijk nauwelijks weten te vertellen hoeveel vingers ze aan hun hand hebben, niet belasten met zo’n ingewikkelde en emotioneel verstrekkende vraag.

Tot slot twijfelt het kabinet aan de opbrengst van het aantal donoren door de wetsverandering. Zij menen door een algemene oproep en betere voorlichting die wachtlijst weg te werken. Ik geloof er niets van, bijvoorbeeld omdat ik toen ik 16 was heel laagdrempelig een codicil kon afhalen bij het postkantoor, ze stonden heel opvallend aan de balie, met een folder met uitleg erbij. En toen was het aantal donoren ook al te laag.

Daarnaast is het aantal geregistreerden in de ons omringende landen als Belgie, en Spanje erg gestegen na invoering van het ja-tenzijsysteem. Vanaf zo’n 25 procent meer donoren, verwacht de commissie Terlouw. Sommige rapporten spreken van 50 procent meer donoren of meer…

Ik denk dat het precieze percentage niet eens zo uitmaakt.
Elk mensenleven in de wachtkamer dat je redt is belangrijk. En als de regering daarvoor de solidariteit een klein beetje strenger moet organiseren, dan moet ze dat doen.

Liesbeth Hoogenboom


Deze columns zijn een onderdeel van de eindopdracht van de kadercursus van de SP Rotterdam. Ze geven niet noodzakelijkerwijs een standpunt van de SP weer, wellicht zelfs niet het standpunt van de spreker, maar zijn juist bedoeld om te prikkelen.

U bent hier