Rotterdam

De Rotterdamse SP stelt voor om twintig procent van het geld dat in het kader van de plannen van minister Vogelaar in Rotterdamse wijken wordt geïnvesteerd door bewoners zelf te laten verdelen. SP-raadslid Leo de Kleijn zal tijdens de behandeling van de begroting van 2008 een voorstel indienen voor buurt- en wijkbudgetten. De Kleijn: ‘De SP wil dat bewoners écht iets te zeggen krijgen. Ik wil daarom dat 100 miljoen euro, twintig procent van de Vogelaargelden, gestoken wordt in wijkbudgetten waarover bewoners kunnen beslissen.’

Rotterdam krijgt in het kader van het Actieplan Krachtwijken van minister Vogelaar in de komende vier jaar 507 miljoen euro extra om te investeren in wijken. De Kleijn wijst erop dat Vogelaar gemeenten heeft aangemoedigd in het kader van deze plannen ruimte te maken voor wijkbudgetten voor bewonersorganisaties en –initiatieven. De actieve betrokkenheid van burgers is in de ogen van de minister een voorwaarde. ‘Helaas zie ik daar niets van terug. Het is nog nauwelijks concreet uitgewerkt.‘

In de ogen van de SP zijn buurt- en wijkbudgetten een goede manier om burgers actief te betrekken bij hun directe omgeving. ‘De Vogelaargelden bieden een uitstekende kans om het woord bij de daad te voegen en bewoners daadwerkelijk zeggenschap te geven over besteding van flinke hoeveelheden geld in hun wijk. Het moet dan wel om meer gaan dan kleinschalige initiatieven zoals bijvoorbeeld in het Rotterdam Idee, maar om zeggenschap van bewoners over substantiële bestedingen, zoals bijvoorbeeld de herinrichting van een plein of een wijkpark.’

Wethouder Schrijer zegde in de commissie vandaag toe dat hij van plan is tien procent van de Vogelaargelden in te zetten voor bewonersinitiatieven. Leo de Kleijn: 'Dat klinkt alvast mooi, hoewel mijn voorstel natuurlijk veel verder gaat. Bovendien ben ik zeer benieuwd naar de uitvoering van Schrijer. Wij zullen volgende week concreet voorstellen om minimaal twintig procent van de geraamde 507 miljoen in te zetten voor buurt- en wijkbudgetten. In de wijk moet over dat geld vervolgens democratisch besloten worden.'