Rotterdam

De aanpak van de Lijnbaanhoven in het centrum van Rotterdam staat op losse schroeven. Het stadsbestuur presenteerde begin dit jaar samen met de vastgoedeigenaren een plan met zes nieuwe woontorens, minder groen in de 'hoven' en daktuinen bovenop de bestaande bebouwing. SP raadslid Leo de Kleijn pleitte bij de eerste discussie over het masterplan in januari al voor een integrale en omvattende discussie over de toekomst van het centrum, waarin de Lijnbaan en omgeving een plek zou moeten krijgen. Ook het meerendeel van de bewoners van de huidige flats waren zeer kritisch over de plannen. Een half jaar later haalt het college grotendeels bakzeil. Een eerste succes in het verzet tegen een ondoordacht en megalomaan plan waarin de wens van vastgoedeigenaren en ontwikkelaars zwaarder telt dan de belangen van bewoners en bezoekers van het centrum.

De kritiek van de SP fractie is op de eerste plaats gericht op het enorme volume van de zes woontorens die ontwikkeld zouden moeten worden in het gebied. De Kleijn: "Van de oorspronkelijke opzet van de Lijnbaan in combinatie met de Lijnbaanhoven blijft dan niet veel meer over. Gelukkig loopt er nu een aanvraag om de Lijnbaan en omgeving aan te wijzen als rijksmonument. Later dit jaar zal blijken of dat doorgaat. Rotterdam is een stad met een eigen identiteit en een historie. De stad moet het ook aandurven om de beste delen van de wederopbouw architectuur niet opnieuw te ontwikkelen, maar juist te koesteren."

Dat is ook een van de kritiekpunten van de SP op de concept stadsvisie 2030: "Rotterdam komt daarin puur naar voren als een ontwikkelingsproject met winstpotentie. Alles gaat op z'n kop, de stad wordt verdicht en herontwikkeld alsof het een stuk braakliggend land is."

Ook de SP is voor verdichting en meer woningen in het centrum van de stad, maar steeds weer dezelfde fantasieloze oplossing met meer en hogere woontorens is niet per definitie de beste manier om het centrum te verdichten. Verschillende moderne stedenbouwkundigen laten zien dat zo'n verdichting ook bereikt kan worden door een deel van de geplande torens als het ware te kantelen waardoor de bebouwing in z'n geheel een meer menselijke maat krijgt en het beter mogelijk is om ook een aantrekkelijke buitenruimte te maken.

De Kleijn hamerde bij de discussie over de Lijnbaanhoven - maar ook bij andere bouwplannen in het centrum zoals op de Zalmhaven en de Calypso locatie - op een integrale benadering. "Als we lukraak gaan verdichten en volbouwen lukt het misschien nog om per project oplossingen te verzinnen voor de verkeersproblemen en om nog net binnen de bestaande luchtkwaliteitseisen te blijven. Maar als je alle plannen bij elkaar optelt en los van elkaar bekijkt, dan hebben we straks een stinkende binnenstad waarin het verkeer op een groot deel van de dag ramvast staat."
Die oproep lijkt succes te hebben. Het college van B&W gaat een geactualiseerd binnenstadsplan maken waarin de gevolgen voor verkeer, lucht en geluid meegenomen worden.

In november zal de wethouder een aangepast plan voor de Lijnbaanhoven voorleggen. Een kans voor bewoners en andere Rotterdammers om serieus mee te praten over de toekomst van het centrum.

De SP fractie vindt sowieso dat de toekomst van de Lijnbaan zelf daarin meegenomen moet worden. De Kleijn: "Als Rotterdam echt durft moet er ook eens nagedacht worden over hoe de binnenstad meer kan zijn dan een stedelijke keten van grote (winkel)ketens. Ruimte voor kleine, eigenzinnige en kleinschalige winkels. Dat is goed voor het 'imago' van Rotterdam, maar ook voor de werkgelegenheid."