Rotterdam

De stakers van het bedrijf Smit in de haven werden tijdens een kort geding afgelopen vrijdag gedwongen weer (tijdelijk) aan het werk te gaan. Opvallend genoeg bemoeide ook het Havenbedrijf Rotterdam zich met de zaak. Tijdens de door dre raffinaderijen aangespannen rechtzaak eiste het HbR dat de stakers weer aan het werk gingen. De SP fractie vindt dit niet kunnen. Het HbR is een bedrijf waarvan de aandelen in gemeenschapshanden zijn.

De 240 havenslepers van Smit gingen bijna drie weken geleden met steun van de vakbonden in staking. Ze eisten betere regelingen voor ouderen, ziektekosten en arbeidsongeschiktheid en een eenmalige uitkering nu de winst van Smit in 2006 verdubbeld is tot 75 miljoen. De rechtbank dwong de stakers vanaf zaterdag vier dagen aan het werk te gaan om de achterstanden weg te werken. Daarmee is het conflict niet van de baan. Nieuwe acties zijn al in het vooruitzicht gesteld.

De SP-fractie in Rotterdam stelt de bemoeienis van het Havenbedrijf Rotterdam donderdag tijdens de raadsvergadering aan de orde. 'Dit kan echt niet,' stelt SP'er Leo de Kleijn. 'Het HbR is een bedrijf waarvan de aandelen in handen zijn van de gemeenschap. Een dergelijk bedrijf moet geen partij kiezen of zijn in arbeidsconflicten tussen vakbonden en particuliere bedrijven in de haven. We vinden dat de gemeente Rotterdam als grootste aandeelhouder het HbR moet oproepen zich in de toekomst te onthouden van dit soort acties. De werknemers bij Smit zijn ook onderdeel van de gemeenschap en het is derhalve ook hún Havenbedrijf.’

De SP-fractie zal de kwestie tijdens de raadsvergadering van donderdag 15 maart aan de orde stellen. Leo de Kleijn: ‘Opvallend genoeg gaf het HbR op 1 maart zelf nog aan dat ingrijpen niet mogelijk en gewenst was. Toen werd gesteld: ‘We kunnen niet veel doen behalve met de betrokkenen om de tafel zitten’. In de week daarna sloot de directie van het Havenbedrijf zich feitelijk toch aan bij de drie raffinaderijen die het kort geding tegen de stakers aanspanden. Ik wil dat de gemeenteraad de uitspraak doet dat het HbR zich in de toekomst dient te onthouden van partijdige bemoeienis met arbeidsconflicten in de haven. Het college is grootaandeelhouder en moet deze mening overbrengen aan de directe van het HbR.’