h

Vragen: Opnieuw Dukdalf en hun peuterleidster

24 juni 2004

Vragen: Opnieuw Dukdalf en hun peuterleidster

Eerder vroegen wij u waarom de deelgemeente Feijenoord of de gemeente Rotterdam niet kunnen zorgen voor een extra peuterleidster voor basisschool de Dukdalf. Wij kregen toen dit antwoord van u:

Wij hechten aan zorgvuldige besluitvorming binnen de daarvoor geldende bestuurlijke taakverdeling met de deelgemeenten. De deelgemeente geeft desgevraagd aan bij de bekostiging van peuterspeelzalen rekening te houden met het aanbod in de totale wijk. Binnen het totaalaanbod van zeven peuterspeelzalen in Feijenoord doet zich geen tekort aan plaatsen voor. Bij uitbreiding met een groep bij de Dukdalf is de kans groot dat elders in de wijk een peuterspeelzaal dicht moet. Vandaar dat de deelgemeente hiervan afziet. De voorkeur van de deelgemeente gaat uit naar twee leidsters per groep; afhankelijk van de financiële mogelijkheden wordt bezien of de Dukdalf hiervoor in 2005 in aanmerking kan komen.

In een overleg met de deelgemeente Feijenoord zullen wij aan de orde stellen om de gevraagde tweede peuterleidster toch te realiseren voor het schooljaar 2004/2005.

Overigens heeft het bestuur (BOOR) de Dukdalf bij ons college niet voorgedragen als voorschool, zodat onder deze noemer de school niet in aanmerking komt voor een extra peuterleidster. Onlangs heeft wethouder Van der Tak namens ons college de selectie van de nieuwe (5 e) tranche voorscholen vastgesteld. Mocht het BOOR alsnog een aanvraag indienen voor de selectie als voorschool, dan is de eerstvolgende mogelijkheid schooljaar 2005/2006.

Wij willen hier graag op reageren. U stelt dat er bij een uitbreiding op de Dukdalf elders een peuterspeelzaal dicht moet. Er zijn thans 7 peuterspeelzalen in Feijenoord. Volgens de gegevens van het COS waren er in buurt 87 (Feijenoord) 442 doelgroeppeuters. Dit aantal zal volgens onze inlichtingen in 2006 ongeveer 485 zijn. U, en we nemen dus maar aan ook de deelgemeente Feijenoord, heeft een doelstelling van het plaatsen van 50% van de doelgroeppeuters in peuterspeelzalen c.q. Voorscholen. Dit doel wordt dus hoogstwaarschijnlijk gehaald. Maar ooit was er een doelstelling van 80%. Meent u nu werkelijk dat u zo rigide wilt vasthouden aan maximaal 50 %? Wat ons betreft is er nog steeds een tekort van 50%!

Vraag 1: Blijkbaar beschouwt u de 50% dekking in 2006 als een soort finaal target. Maar het zal toch niet zo zijn dat u, nu dit doel in Feijenoord bereikt is, stopt met het verder plaatsen van peuters in een Voorschooltraject?

De Dukdalf heeft een wachtlijst omdat ze graag van 3 naar 4 dagdelen per week wil, omdat het inmiddels duidelijk is dat peuters voor hun taalontwikkeling echt bijna dagelijks onderricht moeten krijgen. Het is dus niet zo dat de wachtlijst bestaat uit kinderen, maar uit uren onderricht. Die uren onderricht zijn niet bij een andere peuterspeelzaal binnen de deelgemeente te halen.

Vraag 2: Is het werkelijk onmogelijk om 1 peuterleidster aan de Dukdalf toe te voegen en dat niet ten koste te laten gaan van een andere peuterspeelzaal?

BOOR heeft de Dukdalf inderdaad niet aangemeld als voorschool; dit houdt verband met het feit dat deze Montessorischool haar eigen voorschoolprogramma heeft, en daarom liever niet meedoet met de geijkte Voorschoolprogramma’s. Voor zo ver wij weten geeft BOOR elke school volledige autonomie bij het maken van onderwijskundige keuzes. Zodoende lijkt ons het al dan niet zijn van een ‘officiële’ Voorschool niet relevant bij het uitdelen van peuterjuffen.

Vraag 3: Maakt u en/of de deelgemeente Feijenoord bij het toekennen van peuterleidsters onderscheid tussen ‘officiële’ Voorscholen en niet aangemelde scholen of is het criterium eerder het gebrek aan uren onderricht binnen een deelgemeente?

U geeft aan dat de deelgemeente Feijenoord wil overgaan tot het benoemen van twee peuterleidsters op 1 groep. Navraag leert ons dat deze doelstelling er nu al twee jaar is maar dat er nog niets van gekomen is en dat er over de noodzaak hier van geen overleg heeft plaatsgevonden met de huidige peuterspeelzalen. Voor het plannen voor het nieuwe schooljaar zou het prettig zijn als nog voor de zomervakantie hierover beslist zou kunnen worden.

Vraag 4: Is het werkelijk noodzakelijk om twee leidsters op 1 peutergroep te hebben?

Vraag 5: Waarom overlegt de deelgemeente dit soort zaken niet vooraf met de peuterspeelzalen?

Vraag 6: Wat gebeurt er met de assistent-peuterleidsters die nu in de peuterspeelzalen werkzaam zijn, zij zijn immers overbodig als er inderdaad twee leidsters op 1 groep komen?

Theo Cornelissen
Fractievoorzitter SP

U bent hier