h

Huis-aan-huiskrant 2007: Ú bepaalt wat een 'prachtwijk' is

Rotterdam verdient beter!

Je hoeft er niet zelf te wonen om te weten dat sommige Rotterdamse wijken en buurten de afgelopen twintig jaar flink zijn achteruitgegaan: mensen voelen zich er onveilig, voorzieningen verdwijnen, de huizen en de hele wijk verloedert. Veel mensen hebben weinig kansen op een betere toekomst.
Van zo'n ‘aandachtswijk’ een ‘prachtwijk’ maken is niet gemakkelijk. De oplossingen van veel lokale en landelijke politici zijn simpel: betaalbare woningen slopen en vervangen door dure woningen. De Rotterdamse SP ziet het anders: wijkproblemen zijn de problemen van de mensen die er wonen. Wil je meer dan een snel succesje, dan moet je als gemeente durven investeren in mensen. Dan komt het met de wijken ook wel goed - en voorkom je dat andere wijken in de toekomst ook ‘aandachtswijk’ worden.

Ons buurtje

Theo Cornelissen, fractievoorzitter van de SP Rotterdam: 'Wat wij willen is dat de Rotterdamse wijken voor iedereen weer ons buurtje wordt. Waarin mensen trots zijn op hun wijk, het gevoel hebben dat de wijk van hén is, dat de woningbouwvereniging er voor hén is en dat mensen wat te zeggen hebben over hoe het er op straat aan toegaat. De problemen van de wijk zijn vaak de problemen van de mensen. Niet van de stenen en niet van het aantal bomen. Een hangjongere zonder toekomst is onder een mooie boom nog steeds een hangjongere zonder toekomst.'

Vanuit de ivoren toren

De oplossingen waar de gemeente en de regering vooral mee komen om de wijken beter te maken, zijn samen te vatten als: wijken voor de rijken. En het lijkt nog te werken ook. Sloop goedkope woningen en zet er dure koopwoningen voor in de plaats. Resultaat: minder armen in de wijk. Het gemiddeld inkomen van de wijk gaat omhoog: succes!
Maar worden de mensen die al in de wijk wonen er beter van? Natuurlijk niet! Als in een café een miljonair binnenloopt, zijn alle stamgasten gemiddeld veel rijker geworden – maar daar worden ze nog niet beter van. Ook de weggejaagde armen zijn niet geholpen met een gemiddeld beter inkomen in de buurt. Vanuit de hoge ivoren toren van beleidsmakers zijn wél gemiddelden, maar geen mensen te zien.

Problemen niet verplaatsen, maar oplossen

Je moet mensen niet wegjagen uit hun buurt, vindt de SP. Je moet zorgen dat het beter met ze gaat en armoede en werkloosheid aanpakken. D´t helpt tegen onveilige en onleefbare buurten. Want de mensen die je wegjaagt, waar gaan die naartoe? Naar een ander deel van de stad of een andere plaats. En hun problemen, zijn die daarmee opgelost?
Bovendien, er wordt altijd maar gesproken over kansarmen, terwijl de mensen die door het sloopbeleid worden weggejaagd vaak heel normale mensen met een gewoon loon zijn. Die kunnen de hoge huren of de hoge koopprijs van de teruggebouwde huizen niet betalen. En wie zegt trouwens dat mensen die minder geld hebben automatisch problemen veroorzaken?
Toch worden tot 2020 als het aan de gemeente ligt 28.000 betaalbare huizen in onze armere wijken gesloopt om plaats te maken voor dure nieuwbouw. Dat is volgens de SP in ieder geval géén goede oplossing.

Wél investeren: onderwijs

Verbeter de buurt; begin bij jezelf. Dat is de kern van wat de SP wil.
Wat hebben mensen nodig om niet meer kansarm te zijn? Geen eigen schuld dikke bult-beleid, maar een goed georganiseerde samenleving die hen helpt en stimuleert zich te ontwikkelen. Heel praktisch: investeer in goed onderwijs. Jaren van bezuinigingen hebben de scholen kapotgemaakt. Leerkrachten staan tegen een schamel loon voor veel te grote klassen en kunnen amper de orde handhaven, laat staan dat ze tijd hebben de kinderen wat te leren. De ondersteunende ID-banen zijn wegbezuinigd, waardoor de leerkrachten nóg meer moeten doen. Resultaat: groot ziekteverzuim en nóg minder leerkrachten. De SP wil weer investeren in ondersteunende krachten op school en in fatsoenlijke salarissen, en terug naar kleinere scholen in plaats van leerfabrieken.
Investeren kost geld, maar wat je er voor terugkrijgt is van onschatbare waarde: goed onderwijs en kansen voor iedereen. Leerkrachten die er bovenop kunnen zitten als een leerling dreigt z'n school niet af te maken en met plezier het maximale uit ieder kind halen. Uiteindelijk levert dat betere buurten op.

Wél investeren: bereikbare voorzieningen

De SP vindt dat de gemeente actief moet investeren in goed openbaar vervoer. We moeten zelf het openbaar vervoer goed regelen, en het niet overlaten aan een commercieel bedrijf dat de laagste prijs biedt, maar uiteindelijk meer geïnteresseerd is in winst maken dan in goede kwaliteit. De SP vindt dat het openbaar vervoer gratis moet worden, om te beginnen voor jongeren en ouderen. Zo wordt de wereld van ouderen, kinderen en mensen zonder auto weer groter dan alleen hun eigen huis en de directe omgeving - en het is stukken beter voor het milieu en de luchtkwaliteit.
Belangrijke voorzieningen, zoals de dokter, de apotheek, winkels, scholen moeten vlakbij zijn. Beter tien kleine huisartspraktijken in de buurten dan één grote ergens ver weg. Juist de mensen die medische of andere hulp nodig hebben, vinden het lastig om ver te reizen.

Wél investeren: werk en inkomen

Er zijn heel veel plekken in de Rotterdamse wijken waar het heel logisch en nuttig is om mensen aan het werk te hebben. Als controleurs in trams en op straat, medewerker in de parken en op de speelpleinen, als conciërge of assistent op scholen, in buurthuizen. Vroeger waren dat normale banen. Daarna werden het gesubsidieerde ID-banen, tegen een slechter loon. En nu worden ze helemaal wegbezuinigd.
Iedereen moet in Rotterdam een baan kunnen vinden. Zodat iedereen wat kan betekenen voor de maatschappij én voor de buurt. Daarom moeten heel veel nuttige banen terugkomen. De gemeente moet daarin investeren - en niet door een Tweede Maasvlakte aan te leggen die weliswaar banen oplevert, maar dan wel een half miljoen per arbeidsplaats kost.
Ook de sociale zekerheid is er in Nederland de afgelopen jaren niet beter op geworden. Op de thuiszorg is met de nieuwe wet WMO flink beknibbeld: mensen krijgen minder en slechtere zorg en ook het personeel is de dupe. Mensen die aangewezen zijn op een uitkering weten vaak niet waar ze recht op hebben, of krijgen het niet. Dat moet anders: mensen die niet kunnen werken moeten fatsoenlijk worden behandeld, en de thuiszorg en de gehandicaptenvoorzieningen moeten veel beter.

Echt meepraten

Als mensen geen kans krijgen om mee te beslissen wat er in de buurt gebeurt en wat er beter moet, dan is het niet zo vreemd dat ze niet trots zijn op hun buurt. Mensen moeten veel meer zeggenschap krijgen over hun wijk. Een voorbeeld: de SP vindt dat bij sloopplannen de bewoners mogen bepalen of hun buurt gesloopt wordt of niet. Waarom? De enige goede reden om in een buurt te slopen is als de woningen écht niet meer voldoen. En de enige die dat kunnen bepalen zijn de bewoners zelf. Misschien dat een woningbouwcorporatiedirecteur uw huisje ‘niet meer van deze tijd’ vindt; hij hoeft er niet in te wonen. En hij hoeft straks niet twee keer zoveel huur te betalen voor een nieuwbouwwoning.
Voor mensen die meer te zeggen hebben in de wijk, is de buurt ook meer ‘hun buurtje’. Rotterdammers willen graag meepraten over van alles en nog wat. Uit onderzoek van de gemeente blijkt dat ruim de helft van de Rotterdammers wil meedenken en meewerken aan plannen voor hun straat: als het aan de SP ligt hebt u het voor het zeggen!

We kunnen nog wel even doorgaan

In het begin schreven we al: van een aandachtswijk een prachtwijk maken is niet simpel. Onze oplossingen zijn niet simpel, maar wel uitvoerbaar. Leest u de rest van deze krant, waarin wij verder uitleggen wat wij vinden van Rotterdam, wat ons opvalt in de stad en wat onze oplossingen zijn. De Rotterdamse SP hoort graag van u of we nog iets over het hoofd zien. Want niet de regering, niet de gemeente, ook niet de SP, maar ú bepaalt wat een prachtwijk is.


Dit artikel is één van de berichten in de SP-krant ‘Rotterdam verdient beter!’

U bent hier