h
Verkiezingsprogramma 2014

Een duurzame stad

Terug naar het overzicht

Onze standpunten per onderwerp over:

Energie en afval
  • Er komt een stedelijk energiebesparingsoffensief waarin alle betrokken partijen – corporaties, gemeente, Eneco, huurdersverenigingen – zich committeren aan energiebesparing in woningen. Dit wordt gecombineerd met een gemeentelijk werkgelegenheidsproject voor het opleiden van installateurs en wijkgerichte energiebesparingsteams die zich richten op voorlichting.

  • De gemeente maakt bindende afspraken met corporaties over energiebesparing in woningen. Hierbij wordt gewerkt met het systeem van woonlastenwaarborg ontwikkeld door de Woonbond. Alle corporatiewoningen moeten minstens energielabel A, B of C hebben, waarbij de focus moet liggen op woningen die nu het laagste energielabel hebben. We streven ernaar dat corporaties – behalve kluswoningen – alleen woningen verkopen die energielabel A of B hebben.

  • De gemeente stelt een revolverend fonds in voor financiering van energiebesparingsmaatregelen, installatie van zonnepanelen en lokale duurzame energieinitiatieven door particulieren, VVE's en het MKB.

  • We stimuleren particuliere verhuurders energiebesparingsmaatregelen te nemen, door een systeem van woonlastenwaarborg te faciliteren.

  • Gebouwen die eigendom van de gemeente zijn of door de gemeente gefinancieerd worden, dienen zo energiezuinig mogelijk te zijn.

  • De gemeente stimuleert zonne-energie door daken van gemeentegebouwen zoals scholen en gymzalen beschikbaar te stellen voor lokale energiecoöperaties.

  • In bouwvergunningen voor nieuwe woningen en grotere renovatieprojecten worden strenge eisen gesteld aan de duurzaamheid van de nieuwbouw.

  • De gemeente zorgt ervoor dat het windenergiepotentieel in de haven volledig wordt benut.

  • Hergebruik van warmte in de industrie en gebruik van restwarmte voor verwarming van huizen en gebouwen wordt gestimuleerd.

  • Rotterdam verleent geen toestemming meer voor nieuwe kolencentrales op de Maasvlakte. Voor het klimaat zou het beter zijn als ook de huidige centrales zouden sluiten.

  • Energiebedrijf Eneco wordt niet verkocht: het bedrijf wordt juist een middel om zoveel mogelijk te investeren in duurzaamheid. Bijvoorbeeld door het investeren in innovatie, maar bijvoorbeeld ook door consumenten tegen een aantrekkelijk tarief energie terug te laten leveren aan het net.

  • Met Rotterdamse bedrijven – zowel het MKB als de industrie en de haven – worden afspraken gemaakt over het drastisch verminderen van CO2-uitstoot.

  • Elke lamp in de straatverlichting wordt – als deze stukgaat – vervangen door led-verlichting. Bekeken wordt waar de straatverlichting tussen 01.00 en 06.00 uur ’s morgens gedimd kan worden. Verlichting van gebouwen en monumenten gaat ’s nachts uit.

  • Asbest in gebouwen dat gevaar oplevert voor de in het pand werkende personen, moet direct verwijderd worden. Over asbestverwijdering worden afspraken gemaakt met woningcorporaties.

  • Gescheiden inzamelen van afval wordt uitgebreid, om te beginnen met plastic en organisch afval. Organische afvalstromen wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit via efficiënte vergistingsinstallaties.

  • Er komen meer en beter bereikbare inzamelpunten voor chemisch afval, bijvoorbeeld door terugkeer van de chemokar.

  • De Rotterdamse afvalverbrandingsovens verbanden geen geïmporteerd afval.

  • De afvalkosten voor schepen in de Rotterdamse haven worden verwerkt in het haventarief om dumping van afval voor de kust te stoppen.

Luchtkwaliteit
  • De uitstoot van de haven wordt verminderd door betere handhaving van de milieuregels door DCMR. DCMR krijgt meer inspecteurs voor deze handhaving.

  • Om de CO2- en fijnstof-uitstoot van de haven tegen te gaan wordt transport per vrachtwagen ontmoedigd en transport over het spoor of via binnenvaart gestimuleerd. Aan schepen die de Rotterdamse haven aandoen worden eisen gesteld wat betreft uitstoot van CO2 en fijnstof.

  • Binnenvaartschepen maken in de stad gebruik van walstroom. Er komen meer walstroompunten in de havens: dat voorkomt veel luchtvervuiling aan de Rotterdamse kades.

  • De milieuzones moeten, gefaseerd, zo groot mogelijk worden gemaakt. Milieuzones zullen op termijn ook gaan gelden voor bestelbussen en personenauto’s, waarbij een compensatieregeling voor ondernemers en particulieren opgezet wordt.

  • Bevoorrading van winkels met elektrische bestelwagens of per tram wordt gestimuleerd

  • Voor scooters en brommers wordt een roetfilter verplicht.

  • Het wagenpark van de RET wordt zo schoon mogelijk door op gas of elektrisch te rijden.

  • Ouders worden zo veel mogelijk ontmoedigd kinderen met de auto naar school te brengen. Auto's en autowegen horen niet in de buurt van scholen.

  • De gemeente blijft actief in Den Haag pleiten voor het herstellen van de 80-km zones op de snelwegen rond de stad.

  • De gemeente zorgt ervoor dat probleemzones zoals de 's Gravendijkwal, de Schiekade, de Pleinweg en Overschie met spoed worden aangepakt. Overschrijding van Europese uitstootnormen wordt niet geaccepteerd.

  • Rotterdamse productiebedrijven worden strikt gehouden aan hun milieuverplichtingen die, als het aan ons ligt, strenger worden. Transport van gevaarlijke stoffen, zowel per spoor als per vrachtwagen, moet ver buiten de stad plaatsvinden en tot een minimum te worden teruggebracht.

  • Autoverkeer door de binnenstad wordt ontmoedigd door delen van de binnenstad autovrij te maken.

Groen en dierenwelzijn
  • Dierenwelzijn en stadsnatuur wordt een aparte portefeuille die onder één wethouder komt te vallen. Deze wethouder moet samen met de klankbordgroep dierenwelzijn en stadsnatuur aan de slag.

  • (Bouw)ambtenaren en politici worden geschoold in dier- en milieuvriendelijk werken. Bij het maken van rampenplannen betrekken we organisaties als de dierenbescherming en de dierenambulances.

  • We staan geen evenementen met dieren toe, zoals circussen, braderieën en levende kerststallen.

  • Dierenopvang en dierenambulances worden ruimhartig gefaciliteerd. We blijven de Minimax-dierenkliniek steunen, waar minima met hun huisdieren tegen sterk gereduceerde tarieven terecht kunnen. We helpen de dierenopvang met goede huisvesting.

  • Wij ondersteunen de stichting Zwerfkatten Rijnmond met hun werk: het vangen en opvangen van zwerfkatten en ze na neutralisatie weer terugbrengen naar hun oude stek. Dit in tegenstelling tot het afschieten van katten, zoals in veel gemeenten gebeurt.

  • Groen- en oeverbeheer houdt rekening met de leefomstandigheden van vogels, insecten, vissen en ongewervelden. Soms is niets doen het beste beheer.

  • Ieder Rotterdams kind krijgt natuur- en milieueducatie; er komen meer schooltuinen. Het netwerk van kinderboerderijen houden we in stand en breiden we uit. Kinderboerderijen moeten wel een SKVB-keurmerk hebben.

  • Rotterdam loopt voorop op het gebied van stadslandbouw en moet deze voorhoederol verder invullen. Stadslandbouw en een hechte band met de agrarische sector rond Rotterdam kan de stad duurzamer en socialer maken. We stimuleren en faciliteren stadsboerderijen, buurtmoestuinen en eetbare parken in zelfbeheer van bewoners: die verhogen – net als volkstuinen – de hoeveelheid groen in de stad en kunnen de volksgezondheid en sociale samenhang in de wijk vergroten.

  • We organiseren publieksvoorlichting over de omgang met huisdieren en vrij levende dieren, met een voorlichtingsfolder, -site en telefoonlijn. We geven betere voorlichting aan (jonge) kopers van kleine huisdieren. Gezelschapsdieren worden alleen nog verkocht door erkende fokkers en niet via een dierenspeciaalzaak. Natuurlijk kunnen dieren ook aangeschaft worden vanuit een dierenasiel. Ouderen moeten hun huisdier mee kunnen nemen naar verzorgingshuizen.

  • Honden moeten verplicht een identificatiechip krijgen. Voor katten stimuleren we dat zo veel mogelijk. We helpen de dierenbescherming bij chipacties en wijzen eigenaren op het belang van chippen.

  • Het hondenuitlaatbeleid wordt verbeterd, in samenspraak met de buurt en de hondenbezitters. Per wijk wordt met alle gebruikers van groen bekeken waar honden uit- of losgelaten kunnen worden. We regelen automaten met poepzakjes en voldoende vuilnisbakken. De opbrengst uit hondenbelasting gebruiken we volledig voor faciliteiten voor honden. Als er meer geld nodig is regelen we dat.

  • De gemeente moet geen nieuwe groepen gelee- of gekortwiekte gemeentezwanen en -ganzen meer plaatsen. Een aantal bedreigde dieren in de stad moet beter beschermd worden, zoals egels, vleermuizen en vlinders. Voor de met uitsterven bedreigde bijen moet een apart plan van aanpak gemaakt worden: zij zorgen tenslotte goeddeels voor de instandhouding van het groen. Overal in de stad moet plek voor bijenkasten komen, tegen een laag tarief voor de imkers

  • Overlastgevende dieren, vogels en insecten moeten zo diervriendelijk mogelijk bestreden worden. Doden heeft geen zin omdat de populatie zich snel weer aanvult. We breiden de duiventillen waar eieren geschud worden uit over de gehele stad. We lichten Rotterdammers beter voor over preventieve maatregelen tegen overlast.

  • Er komen betere verbindingen tussen de groene zones in de stad, de zogenaamde ecologische stadszone. Dit komt de biodiversiteit ten goede.

  • De gemeente gebruikt alleen nog maar duurzame bestrijdingsmiddelen. Ook in aanbestedingen van groenonderhoud en dergelijke wordt deze eis strak gehanteerd.

  • Om de biodiversiteit te verbeteren en bijensterfte te voorkomen, gaan we bermen langs wegen minder vaak (of niet) maaien en inzaaien met wilde bloemenmengsels. Groene daken gaan we promoten. Er komen meer fruitbomen in de binnenstad.

  • De gemeente stimuleert zelfbeheer van plantsoenen en braakliggende grond door bewoners, zo lang dit geen verkapte bezuinigingsmaatregel is op groenbeheer. De gemeente ontwikkelt een overzicht van tijdelijk niet gebruikte gronden en stimuleert het tijdelijk gebruik van die terreinen.

  • Bureau Stadsnatuur en het Rotterdams Milieucentrum zijn vast aanspreekpunt als het gaat om stadsnatuur en worden geraadpleegd bij beleidswijzigingen en plannen op dit gebied.

  • Volkstuinen binnen de ring mogen niet worden opgeofferd aan woningbouw of infrastructuur.

  • Voor iedere boom die gekapt wordt planten we minstens een nieuwe volwassen boom. We zorgen dat het Havenbedrijf aan de herplantplicht wordt gehouden en draaien het gemakkelijker maken van bomenkap door particulieren terug.

Openbaar vervoer
  • Het gemeentelijke verkeersbeleid zoals dat de afgelopen jaren gevoerd is, is vooral gericht geweest op de doorstroming en toegankelijkheid voor auto’s. De SP legt de nadruk op voetgangers, fietsers en openbaar vervoer.

  • Het openbaar vervoer in de stad blijft gratis voor 65-plussers.

  • Er vinden de komende vier jaar geen tariefsverhogingen voor het openbaar vervoer plaats, en waar mogelijk wordt het tarief verlaagd.

  • Op de langere termijn streven we naar gratis openbaar vervoer voor iedereen. Dit wordt in stappen ingevoerd, beginnend met jongeren tot 18 jaar en mensen rond het sociaal minimum.

  • De OV-verbinding tussen oost en west op Rotterdam-Zuid moet worden verbeterd. Ook op andere plaatsen in de stad worden de gaten in het lijnennet aangepakt.
    Rotterdam lobbyt voor rijksinvesteringen in meer en beter openbaar vervoer.

  • De vervangen van de Hoekse Lijn door een metrolijn mag er niet toe leiden dat reizigers structureel duurder uit zijn. De frequentie van deze verbinding gaat omhoog.

  • Tram, bus, metro en fastferry moeten fijnmaziger routes gaan afleggen, zodat iedere Rotterdammer OV op loopafstand van huis heeft.

  • Bewoners worden betrokken bij wijzigingen in het OV-lijnennet.

  • Het nachtnet wordt verfijnd en uitgebreid. De metro en tram gaan tot later doorrijden. De nachtbus gaat vaker en met kleiner materieel rijden. Om het gebruik te stimuleren worden de reguliere vervoersbewijzen geldig op de nachtbus.

  • Vanaf Park&Rides kunnen mensen tegen gereduceerd tarief naar de binnenstad reizen. In de stad worden geen extra parkeergarages of andere voorzieningen voor auto's gestimuleerd: in plaats daarvan worden mensen gestimuleerd de auto aan de rand van de stad te parkeren.

  • Het openbaar vervoer wordt aantrekkelijker gemaakt voor toeristen, dagjesmensen en mensen die het OV weinig gebruiken. De dagkaarten en losse kaartjes worden goedkoper.

  • Alle nog niet aangepaste tram- en bushaltes worden toegankelijk gemaakt voor kinderwagens, boodschappenwagentjes, rollators en, rolstoelen.

  • Er wordt een eind gemaakt aan het langdurige oponthoud van de trams op het Hofplein; we maken het besluit ongedaan om autoverkeer hier in de afstelling van de verkeerslichten voorrang te geven.

Wegen en parkeren
  • De uitbreiding van de A13/A16 kan alleen doorgaan als de weg zodanig wordt ingepast dat deze niet te horen, zien of ruiken is door inwoners van de aangrenzende woonwijken. Ook moet de A13 door Overschie daadwerkelijk ontlast worden. Doorgaand lange afstands-verkeer wordt geweerd van de route Overschie – ’s-Gravendijkwal – Maastunnel – Pleinweg. De A13/A16 wordt daarom geen tolweg.

  • Ook andere plekken waar wegen voor overmatige luchtvervuiling en geluidsoverlast zorgen pakken we dat aan, bijvoorbeeld door extra geluidsschermen te plaatsen en te blijven pleiten voor het herstellen van de 80-kilometerzones. Overschrijding van Europese uitstootnormen wordt niet geaccepteerd.

  • De Blankenburgtunnel wordt niet aangelegd. Het daarvoor gereserveerde geld wordt geïnvesteerd in beter openbaar vervoer. Eventueel wordt als alternatief de westelijker gelegen Oranjetunnel gerealiseerd.

  • Alle Rotterdam huishoudens hebben recht op één betaalbare parkeerplaats, onafhankelijk van de wijk waar ze wonen. Voor tweede en derde auto’s moet altijd betaald worden, ook buiten de ring, en worden de tarieven hoger.

  • We investeren niet in extra parkeervoorzieningen in het centrum, maar in beter openbaar vervoer naar het centrum. Dat kan gepaard gaan met een stijging van het parkeertarief in het centrum.

  • Om de wijkeconomie te stimuleren, voeren we in lokale winkelstraten weer een 'stop en shop'-parkeerbeleid in: goedkoop parkeren voor het eerste half uur om het voor bezoekers aantrekkelijker te maken hier hun aankopen te doen, in straten als de Boulevard-Zuid, Vierambachtsstraat, Crooswijkseweg en de Noorderboulevard.

  • De gemeente faciliteert autodelen door flexibel om te gaan met parkeervergunningen.

  • We stimuleren een systeem van buurtparkeren of autovrije buurten. Bij renovatie- en nieuwbouwprojecten wordt deze optie onderzocht en voorgelegd aan (toekomstige) bewoners.

  • De Coolsingel wordt autovrij van het Hofplein tot de Meent. Voor het Stadhuis ontstaat zo een nieuw Stadsplein. Ook voor andere delen van de stad moet verder bekeken worden – in overleg met bewoners en ondernemers – of deze autovrij of autoluw gemaakt kunnen worden.

Fietsers en wandelaars
  • Het fietspadennet kan nog fors worden uitgebreid en een groot aantal fietspaden kan nog veel veiliger worden gemaakt. In de binnenstad worden tweerichtingsfietspaden aangelegd: vooral rond de Stadsdriehoek kan dat fietsers veel tijd schelen. Drukke fietsroutes worden waar nodig verbreed. Fietspaden blijven rood gekleurd voor de duidelijkheid op de weg.

  • Stoplichten op drukke kruispunten stellen we zo in dat fietsers en voetgangers voorrang krijgen op het autoverkeer. In de richting waarin veel fietsers rijden krijgen fietsers standaard groen. De maximale wachttijd op drukke kruispunten in het centrum wordt beperkt tot één à twee minuten.

  • Het blijft toegestaan de fiets mee te nemen in de metro. Op termijn wordt dat ook in de spits mogelijk, bijvoorbeeld door daar in een metrostel extra ruimte voor in te richten.

  • Het aantal stallingsplekken bij metro- en NS-stations wordt uitgebreid. Zolang er te weinig plekken zijn, worden fietsen niet door Stadstoezicht verwijderd.

  • Ook het aantal stallingen in de binnenstad moet omhoog. In de oudere wijken kunnen buurtstallingen – al dan niet in combinatie met een fietsreparatiewerkplaats – uitkomst bieden tegen het gebrek aan stallingsruimte bij de mensen thuis. Het aantal ‘fietstrommels’ dat door de gemeente beschikbaar wordt gesteld moet drastisch omhoog. Er komt een fietsparkeer-eis voor nieuwbouwwijken en renovatieprojecten.

  • Wandel- en fietspaden dienen goed onderhouden te zijn, ook buiten het stadscentrum.

  • Fietsen onder kinderen moet verder gestimuleerd worden: door verkeersles, en door fietsroutes veiliger en de directe omgeving van scholen fietsvriendelijker te maken.

  • Brommers en scooters horen vanwege de verkeersveiligheid op de weg en niet op het fietspad. We ondersteunen initiatieven om het aantal brommers met blauw kenteken in te perken.

U bent hier