h
Verkiezingsprogramma 2014

De toekomst

Terug naar het overzicht

Onze standpunten per onderwerp over:

Onderwijs
  • We geven weer prioriteit aan het mengen van scholen. Kinderen moeten in hun eigen wijk naar school kunnen. De gemeente gaat afspraken maken met schoolbesturen en onderwijskoepels om te zorgen dat scholen zoveel mogelijk gemengd worden. Het werken met dubbele wachtlijsten kan hiervoor een middel zijn.

  • We kiezen voor kwaliteit in het onderwijs, en daarom accepteren we geen 'mammoetklassen'. Veel Rotterdamse kinderen staan op achterstand wat betreft leerontwikkeling: zij hebben eerder kleinere dan grotere klassen nodig.

  • Er moet betaalbare en goede tussenschoolse opvang zijn (overblijven). Liefst op de school zelf. Met de verlengde dagarrangementen (vda) is dit op veel scholen al wel geregeld, maar daar wordt een bijdrage voor gevraagd. Dat moet dan wel voor iedereen betaalbaar zijn.

  • De vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) moet gemengd zijn, met een speciaal programma voor kinderen met een achterstand. Ouders met een achterstand worden bij de ontwikkeling van hun kind betrokken en leren daarbij ook zelf (inburgering voor ouders). Ook na de VVE worden de ouders blijvend betrokken bij de school.

  • Om ervoor te zorgen dat scholen zich goed kunnen voorbereiden op de invoering van het passend onderwijs, stoppen we met bezuinigen op remedial teachers, klassenassistenten en vakdocenten.

  • We blijven investeren in een gezond klimaat in de schoolgebouwen en verbetering van de huisvesting van de scholen en schoolpleinen. Schoolpleinen moeten veel groener worden.
    Het terugbrengen van de leegstand van schoolgebouwen om kosten te verminderen mag nooit ten koste gaan van kwaliteit en continuïteit van het onderwijs aan de leerlingen.

  • Ook op middelbare scholen worden gezondheids- en sportprogramma's zoals 'Lekker Fit' gestimuleerd en uitgebreid, ook door meer samen te werken met allerlei instellingen.

  • Jongeren die uitstromen uit het speciaal onderwijs hebben recht op een baan, of als dat niet kan, dagbesteding. Dat geldt ook voor jongeren met een lage arbeidsproductiviteit.

  • Leerlingvervoer naar speciaal onderwijs is kostbaar, maar ontzettend belangrijk: voor het functioneren van kinderen op school, maar zeker ook voor de rest van het gezin.

  • We gaan door met de zogenaamde vakantiescholen, en ondersteunen ontwikkelingen in het aanbod op basisscholen als het project Vakmanstad.

  • Binnen het openbaar onderwijsbestuur komt een apart bestuur voor speciaal onderwijs.

  • Het speciaal onderwijs krijgt een gespecialiseerd centraal gemeentelijk aanspreekpunt, dat de expertise in huis heeft om de vragen van de scholen te beantwoorden en de aanvragen voor zorgarrangementen te behandelen. Deze zorgaanvragen zijn te specialistisch om onder de wijkteams onder te brengen.

  • Mentoren en docenten in het voortgezet onderwijs hebben vaak te weinig tijd om goed zicht te hebben op de persoonlijke situatie van hun leerlingen. Schooluitval wordt juist vaak veroorzaakt door bijvoorbeeld de thuissituatie. Op scholen moet meer sociaal-pedagogische begeleiding komen. Op elke melding van een schoolverlater of veel schoolverzuim (ook bij niet-leerplichtigen) reageren we met een thuisbezoek. We hanteren een persoonlijke benadering, met één persoon die regelmatig contact heeft met de jongere.

  • Het MBO moet volgens de SP kleinschaliger, met opleidingen waar veel ruimte is voor contact tussen student en docent. Beroepsopleidingen dienen praktijkgericht te zijn, met veel ruimte voor maatwerk. We zijn voorstander van meer kleine vakscholen. (Aankomende) MBO'ers worden zo goed mogelijk voorgelicht over de opleidingen en de kansen op werk in die sector.

  • De gemeente werkt samen met bedrijfsleven – in het bijzonder het MKB – en beroepsonderwijs om te zorgen dat er voldoende geschikte stageplaatsen en leer-werktrajecten komen voor scholieren en (voortijdig) schoolverlaters.

  • We zorgen dat zo veel mogelijk Rotterdamse kinderen een gezonde warme lunch op school krijgen.

Jeugd
  • We zorgen voor open einde-regelingen voor budgetten in de jeugdzorg, zodat kinderen en hun ouders door landelijke bezuinigingen niet buiten de boot vallen. Mensen met een minimuminkomen hoeven geen eigen bijdragen te betalen.

  • We houden de jeugdzorg stabiel en voorkomen dat er plotselinge veranderingen in de zorg plaatsvinden: daarom willen we geen grootscheepse aanbestedingen.

  • De centra voor jeugd en gezin, die de jeugdzorg aan moeten gaan sturen, functioneren vaak onvoldoende. We zorgen voor laagdrempelige toegang tot lichte en zware vormen van jeugdzorg, liefst in de eigen wijk; met een diverse personele samenstelling van de wijkteams.

  • Het schoolmaatschappelijk werk wordt uitgebreid.

  • Het Jongerenloket moet beter gaan functioneren. Hun voornaamste taak moet zijn jongeren te motiveren om wat van hun leven te maken. Maatwerk, met tijd een aandacht voor elke jongere, op weg naar een opleiding of werk. En als dat niet meteen lukt tijdelijk een uitkering, met continu begeleiding gericht op een zinvolle toekomst.

  • We blijven investeren in opvoedingsondersteuning en begeleiding en reageren snel en adequaat op schoolverzuim of verlaten.

  • We investeren in meer en beter jongerenwerk. Er moet meer ruimte komen voor ambulant jongerenwerk, waarbij de nadruk ligt op preventie in plaats van repressie.

  • Er moeten voldoende voorzieningen in de wijk voor de jeugd zijn, zoals jongerencentra en naschoolse activiteiten. Jongeren krijgen daarover medezeggenschap en worden zelf, onder begeleiding, deels verantwoordelijk voor de inrichting en het onderhoud van dergelijke plekken.

  • Jongeren die uit de bocht schieten worden individueel begeleid door een vast contactpersoon, die regelmatig contact met hen heeft. Ook het gezin moet hierbij betrokken worden.

  • De participatie van jongeren in beslissingen wordt verbeterd. We zetten vertegenwoordigingen van jongeren per wijk op, en geven die zelf een budget om de voorzieningen voor jongeren in de wijk te verbeteren. We richten de Rotterdamse Jongerenraad anders in om jongeren daadwerkelijk de kans te bieden invloed te hebben op stedelijke beslissingen die hen aangaan.

  • We bestrijden discriminatie van jongeren in alle vormen. We investeren nu écht in maatregelen om discriminatie in het uitgaansleven uit te bannen, en controleren daar als gemeente streng op. We bekijken hoe de gemeente discriminatie op de arbeidsmarkt kan helpen voorkomen. We moedigen jongeren aan discriminatie te melden bij instanties als Radar en de politie.

  • Het groeiende tekort aan betaalbare woningen in Rotterdam raakt in het bijzonder jongeren, die steeds vaker langer bij hun ouders blijven omdat ze niet op zichzelf kunnen gaan wonen. We gaan daarom weer voldoende betaalbare starterswoningen bouwen. Corporaties dienen meer bij te dragen aan het creëren van voldoende betaalbaar kameraanbod voor studenten. Huisjesmelkers worden aangepakt.

Integratie
  • Volgens sommige politici is het een probleem dat in Rotterdam een bevolking heeft die uit alle windstreken komt: volgens de SP niet. We willen de échte problemen bespreken en zorgen voor eerlijke kansen voor iedereen. Daarbij zorgen we dat Rotterdammers van allerlei afkomst en status niet langs elkaar leven, maar elkaar tegenkomen: in gemengde scholen en gemengde wijken.

  • Tijdens de inburgering moeten nieuwkomers wegwijs worden gemaakt in onze maatschappij en het begin van de taal leren. Na de eerste inburgering moet het mogelijk zijn om je op een laagdrempelige en goedkope manier verder in het Nederlands te bekwamen.

  • Inburgeringsonderwijs moet plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van goed gekwalificeerde en uitgeruste non-profit-onderwijsinstellingen, die kunnen zorgen voor continuïteit en een passend onderwijsaanbod. We dringen er landelijk op aan de vermarkting van de inburgering terug te draaien en stoppen indien mogelijk vast zelf met aanbesteden.

  • Er moet veel meer maatwerk komen voor inburgeraars. De kwaliteit van de cursussen moet drastisch omhoog en er moeten meer mogelijkheden voor verdieping zijn na de basiscursus. Taalcursussen moeten zo laagdrempelig mogelijk in de wijk worden aangeboden, bijvoorbeeld in scholen of buurthuizen waar ook goede kinderopvang beschikbaar is. Die cursussen kunnen formeel onderdeel worden van de inburgering.

  • Als oudkomers moeten inburgeren, hebben ze recht op een cursus die aangepast is aan hun leeftijd, opleiding en leefomstandigheden. De inburgeraar weet zelf vaak het beste wat hij nodig heeft. Begeleid mensen naar verdere (taal)scholing, werk of vrijwilligerswerk. Oudkomers boven de 55 jaar mogen wel maar hoeven niet mee te doen aan inburgering. Inburgering is kosteloos.

  • Kinderen van migranten zijn meer dan gemiddeld werkloos. Dat pakken we beter aan, in samenwerking met sociale partners en scholen. Uitval in het onderwijs wordt bestreden door intensievere begeleiding. Leerlingen die dat nodig hebben krijgen praktijkgerichte lessen. Alle leerlingen – ook ongedocumenteerde kinderen – mogen stage lopen en hun opleiding afronden.

  • We maken beter gebruik van de competenties en diploma's van nieuwkomers en dropouts, door deze te toetsen en cursussen aan te bieden om hen de aansluiting naar werk te laten vinden.

  • De steunpunten Midden- en Oost-Europese werknemers worden uitgebreid met het oog op een nieuwe groep migranten uit Roemenië en Bulgarije. Hier moeten zij terecht kunnen met alle vragen op het gebied van hun rechten, huisvesting en contractvoorwaarden.

  • Uitbuiting van Midden- en Oost-Europese werknemers is onacceptabel. Wie de Nederlandse CAO en arbeidswetten ontduikt wordt hard aangepakt. De gemeente werkt samen met vakbonden, werkgeversorganisaties, corporaties en bewonersorganisaties om knelpunten op te lossen. We stellen bedrijven financieel verantwoordelijk voor fatsoenlijke huisvesting, taallessen en opleiding van arbeidsmigranten..

  • De gemeente organiseert voldoende humane opvang, zorg en onderwijs voor mensen zonder verblijfspapieren, samen met religieuze en vluchtelingenorganisaties.
    Het uitzetcentrum op Zestienhoven wordt gesloten.

  • Een internationale gemeente kijkt ook naar de problemen over de grens. Op initiatief van de SP is in 2005 'Rotterdam voor Gaza' gestart: een breed initiatief waarin gepleit wordt voor hulp aan de wederopbouw in Gaza. De gemeente zou contacten kunnen leggen en hulp kunnen bieden in de Gazastrook, bijvoorbeeld bij het opbouwen van een haven.

  • De gemeente doet geen zaken met bedrijven, organisaties of overheden die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen of goederen produceren onder onmenselijke arbeidsvoorwaarden.

  • We zijn blij met het slavernijmonument in Rotterdam. Er is blijvende aandacht nodig voor dit gedeeld verleden, bijvoorbeeld door aandacht voor het onderwerp op scholen.

Emancipatie
  • Racisme, uitsluiting en discriminatie op welke grond dan ook zijn onacceptabel en verboden. Wij moedigen mensen aan een klacht in te dienen bij Radar of aangifte te doen bij de politie. Deze klachten en aangiftes worden serieus genomen.

  • Bestrijding van discriminatie op de arbeidsmarkt – op leeftijd, religie, sekse, afkomst of seksuele geaardheid – krijgt alle prioriteit. Grote en middelgrote Rotterdamse bedrijven lichten we door op het percentage werknemers met een beperking en we geven geen overheidsopdrachten aan bedrijven met onvoldoende diversiteit.

  • We gaan de strijd voor homo- emancipatie in de stad aan, samen met Apollo, COC en andere organisaties. Op alle Rotterdamse scholen moeten er lessen over seksuele diversiteit komen.

  • Projecten, verenigingen, zelforganisaties en buurtinitiatieven die emancipatie en participatie bevorderen, zoals bijvoorbeeld de Krachtvrouwen en Wereldvrouwen, verdienen steun.

  • Ook emancipatie van mannen is belangrijk: dat bevordert ook de emancipatie van vrouwen. Emancipatie van jongeren moet een onderwerp zijn in het inburgeringsonderwijs.

  • We gaan door met de bestrijding van illegale prostitutie en vrouwenhandel, eerwraak, meisjesbesnijdenis en huwelijksdwang, door deze zo veel mogelijk bij de bron aan te pakken.
    In Rotterdamse gemeenschappen zijn al veel eigen initiatieven voor bewustwording, dialoog en preventie rond deze onderwerpen, die we waar mogelijk ondersteunen.

  • Tienermoeders verdienen onze zorg omdat ze vaak specifieke problemen hebben. Er moet voldoende opvang en hulp zijn bij het krijgen van een inkomen, opleiding en kinderopvang en hulp bij opvoeding.

U bent hier