h
Verkiezingsprogramma 2014

Werk en inkomen

Terug naar het overzicht

Onze standpunten per onderwerp over:

Werk in de stad
  • Naast de haven, de industrie en de zorgsector moet de wijkeconomie voor de gemeente een grotere prioriteit krijgen. Dat zorgt voor meer banen, meer startende ondernemers, en leefbare buurten. Hier liggen veel mogelijkheden voor banen en startende ondernemers. We hebben meer aandacht voor de belangen van kleine ondernemers en winkeliers, we stellen leegstaande panden betaalbaar beschikbaar, en stellen (micro)krediet beschikbaar voor wijkinitiatieven.

  • Renovatie en energiezuinig maken van tienduizenden (huur)woningen kan veel werkloze bouwvakkers en anderen aan het werk helpen. We zetten hier daarom groot op in, samen met woningcorporaties. Dat betalen we met de middelen uit het energieakkoord, met een bijdrage van corporaties en (gemeentelijke) overheid.

  • Veel nuttig werk in de stad blijft liggen, terwijl tegelijkertijd tienduizenden Rotterdammers aangewezen zijn op een bijstandsuitkering. We creëren daarom 4000 additionele banen in de stad, waarbij we denken aan extra werkzaamheden in de groenvoorziening, schoon en heel houden van buurten en pleinen, conciërges en hulpen op scholen, en extra inzet van mensen in de zorg en het welzijn. De financiering van deze additionele banen kan grotendeels door inzet van vrijkomende uitkeringsgelden. Uitgangspunt is dat er geen verdringing mag plaatsvinden van bestaande banen en dat het gaat om volwaardige banen waarvoor minimaal het minimumloon betaald wordt. Waar de inzet van uitkeringsgeld voor het creëren van banen verhinderd wordt door landelijke regels, dringt de gemeente aan op bijstelling van deze regels.

  • De gemeente heeft beperkte mogelijkheden om meer banen te scheppen. Veel nieuwe werkgelegenheid is flexibel, tijdelijk, in een ZZP-constructie en vaak zijn de arbeidsvoorwaarden slecht. De gemeente Rotterdam kan een voorbeeldfunctie vervullen door te kiezen voor een goed eigen werkgelegenheidsbeleid waarbij eerlijke arbeidsvoorwaarden en werkzekerheid voorop staan.

  • Schoonmakers, beveiligers en cateringpersoneel die werken bij de gemeente Rotterdam hebben recht op een vast contract en goede arbeidsvoorwaarden. De SP stelt voor om deze mensen (weer) in dienst te nemen bij de gemeente. Zolang er sprake is van aan- en uitbesteding van dit werk is de zogenaamde Gouden Standaard van de FNV het van de uitgangspunt.

  • Liberalisering van de arbeidsmarkt en onvoldoende controle op malafide bedrijven en uitzendbureaus ondermijnen de arbeidszekerheid. Uitzendbureaus die Midden- en Oost-Europeanen uitbuiten door arbeidsvoorwaarden aan hun laars te lappen, worden keihard aangepakt. We pleiten voor terugkeer van de vergunningplicht voor uitzendbureaus.

Inkomen en armoedebestrijding
  • Het huidige minimumloon en bijstandsnorm zijn veel te laag om goed van te kunnen rondkomen. We pleiten samen met andere gemeenten bij het Rijk voor een verhoging.

  • Het geld dat het rijk naar de gemeente stuurt om de koopkracht van minima te verbeteren gaan we uitsluitend daarvoor gebruiken, met als focus gezinnen met kinderen.

  • De gemeente compenseert het verlies aan koopkracht voor mensen met de laagste inkomens dat ontstaat door nieuwe kabinetsmaatregelen, vanuit de bijzondere bijstand en door kwijtschelding van lokale lasten en gemeentelijke tarieven voor deze groep.

  • We geven uitkeringsgerechtigden en anderen de ruimte voor eigen initiatieven op het gebied van leefbaarheid en armoedebestrijding; al dan niet in coöperatief verband: klusploegen, lets-winkels, voedselhulp, kledingbanken en dergelijke. Het moet voor dit soort initiatieven mogelijk zijn om een onderkomen te krijgen.

  • Er komt een expertisecentrum voor armoedebestrijding. Dit centrum zorgt voor info over inkomensondersteuning en is een thuisbasis voor de formulierenbrigades. Toekenning van armoedevoorzieningen moet zoveel mogelijk automatisch gebeuren, of anders met zo min mogelijk bureaucratie en rompslomp. De formulierenbrigades, die mensen helpen hun weg te vinden in de bureaucratie, breiden we uit. Dat kan onder meer door mensen die zelf in een uitkering zitten daarvoor op te leiden.

  • Bijzondere bijstand wordt weer tot 120% van het minimumloon verstrekt.

  • Chronisch zieken en gehandicapten raken door landelijk beleid allerlei financiële voordelen kwijt. De gemeente gaat dit ruimhartig compenseren.

  • We maken de gemeentelijke belastingen en heffingen eerlijker: we verlagen de afvalstoffenheffing tot 150 euro en maken het rioolrecht afhankelijk van de waarde van het huis. Rotterdamse huishoudens met een huurhuis of koophuis tot 280.000 euro gaan daardoor minder betalen; mensen met een duur koophuis en grote bedrijven gaan meer betalen.

  • Grote uitkeringsfraude pakken we hard aan. Fatsoenlijke regelingen kunnen overlevingsfraude voorkómen. Wat we verdienen dankzij fraudebestrijding, zetten we in voor armoedebestrijding.

  • We verbeteren de bereikbaarheid van de sociale dienst: het moet iedere dag mogelijk zijn de contactpersoon te bereiken, per telefoon of via e-mail – zonder tussenkomst van een callcenter.

  • Basisscholen gaan minstens 3 dagen per week een gezonde warme lunch verstrekken. De lokale voorzieningen voor minima breiden we uit. We keren de langdurigheidstoeslag eerder uit en geven deze ook aan mensen met een inkomen tot 120 procent van het minimum. Ouderen op bijstandsniveau geven we direct een extra toeslag. We benutten de mogelijkheden voor kwijtscheldingen van gemeentelijke belastingen maximaal. We zorgen dat er altijd voldoende middelen zijn in het Fonds Bijzondere Noden, het Jeugdsport- en Cultuurfonds en bij stichting Leergeld. Minima en jongeren kunnen op termijn met korting reizen met het openbaar vervoer.

  • Te veel Rotterdamse kinderen groeien in armoede op. We doen alles om dat te voorkomen. We houden voorzieningen voor gratis sporten voor kinderen in stand. We subsidiëren vakantieprojecten voor kinderen van minima, zodat zij er één keer per jaar op uit kunnen, en maken het gebruik van de bibliotheek voor minima gratis. Via de jeugdgezondheidszorg kan armoede onder kinderen gesignaleerd worden en kunnen mensen gewezen worden op regelingen.

  • De groeiende armoede in eenoudergezinnen bestrijden we door de vrijlatingsregeling voor alleenstaande ouders in de bijstand te verruimen. Inkomsten tot €162 per maand houden we niet in op de uitkering. We korten eenoudergezinnen nooit meer dan tien procent op hun uitkering.

  • Ouderen met een zogenaamd AOW-gat sporen we op en helpen we aan een aanvullende uitkering.

  • Er komt een noodfonds voor mensen zonder verblijfspapieren.

Schuldhulp
  • Schulden zijn hét grote probleem voor veel Rotterdammers. De gemeente gaat extra investeren om te zorgen dat de schuldhulpverlening weer toegankelijk en effectief wordt.
    We gaan aan échte schuldhulpverlening doen, met als ideaal een schone lei aan het einde van de rit. De effectiviteit van de Gemeentelijke Kredietbank moet flink omhoog. De wachtlijsten werken we weg en we gaan werken met meer gekwalificeerd personeel.

  • Structureel budgetbeheer passen we toe bij speciale doelgroepen en zo veel mogelijk op basis van maatwerk. Daarbij automatiseren we zoveel mogelijk het betalen van vaste lasten en het doorvoeren van bijvoorbeeld huurverhogingen.

  • In elke wijk moet budgetteer- en schuldhulp aanwezig zijn. We organiseren schuldhulp op deze manier dichtbij de mensen waar het om gaat. We zorgen voor veel meer ondersteuning om financieel op orde te komen, via het maatschappelijk werk en andere instanties. Ook vrijwilligersprojecten spelen hier in een belangrijke rol. We richten nieuwe formulierenbrigades op om te helpen met het op orde brengen van de administratie. Ervaringsdeskundigen, al dan niet uitkeringsgerechtigd, worden hier voor opgeleid en kunnen hier een baan aan overhouden.

  • In Rotterdam worden wekelijks vele gezinnen afgesloten van nutsvoorzieningen of uit hun huis gezet. We gaan dit uit alle macht voorkomen. We continueren en optimaliseren het Meldpunt Preventie Huisuitzettingen. Woningbouwcorporaties moeten veel sneller een betalingsachterstand melden.

  • De (lokale) overheid veroorzaakt ook schulden, door zich niet te houden aan de beslagvrije voet, door CJIB-boetes en door mensen één of meerdere maanden te korten op hun uitkering. Dit gaan we bestrijden.

  • De gemeente blijft lobbyen voor betere wetgeving zodat het minder makkelijk wordt om schulden te maken en dat incassobureaus en deurwaarders de schuld niet op kunnen drijven door extra kosten. We werken hierbij samen met deze beroepsgroepen.

Kansen voor iedereen
  • Voor mensen met een (te) grote afstand tot de arbeidsmarkt waarvoor een betaalde baan op korte termijn niet mogelijk is stimuleren we vrijwilligerswerk (op vrijwillige basis) in speeltuinen, klusjesdiensten, zorg, leefbaarheidsprojecten en dergelijke. Deze vrijwilligers krijgen een onkostenvergoeding voor kleding, vervoer en andere kosten, opleidingen én een jaarlijkse uitkering van 1500 euro, de wettelijk mogelijke vergoeding.

  • Ook mensen met een beperking willen werken. Er komen gemeentelijke quota voor bedrijven en voor de door gemeente gesubsidieerde instellingen om een bepaald percentage mensen met een arbeidshandicap in dienst te nemen, en we geven als gemeente zelf het goede voorbeeld. We zorgen voor betere regelingen voor bijverdiensten voor mensen met een beperking en een uitkering. Vrijwilligerswerk wordt gestimuleerd door het bieden van ruimere mogelijkheden van vervoersvoorzieningen en aanpassingen van de werkplek.

  • We geven mensen de kans zelf de regie te houden zelf de regie houden door middel van persoonlijke participatiebudgetten.

  • Mensen met een arbeidsbeperking die werken moeten minstens het minimumloon krijgen.

  • We compenseren zoveel mogelijk de landelijke bezuinigingen die meekomen met de Participatiewet die de sociale werkvoorziening vervangt.

  • Arbeidsgehandicapten hebben recht op een voldoende beschutte werkomgeving. De sociale werkvoorziening moet er in de eerste plaats zijn om mensen met een handicap aan de maatschappij te laten meedoen: dat betekent het werk aanpassen aan mensen. Mensen moeten de gelegenheid hebben promotie te maken of ander werk te krijgen in de beschutte werkomgevingen door middel van een gestructureerd ontwikkelingsplan.
    Diegenen die in het reguliere bedrijfsleven gaan werken worden goed begeleid en krijgen een werkplekterugkeergarantie.

  • We organiseren de re-integratie naar werk niet meer op dezelfde plek als de beschutte werkplek van arbeidsgehandicapten. Arbeidsgehandicapten en uitkeringsgerechtigden verdienen beide een eigen aanpak.

  • Er moet voldoende adequate, eventueel arbeidsmatige, dagopvang zijn voor mensen die 'een te lage arbeidsproductiviteit hebben' en door de bodem van de nieuwe Participatiewet zakken.

  • Het is goed als mensen zonder baan bezig blijven. Mantelzorg, klusjes doen voor anderen, kunst maken, helpen in het buurthuis, in de formulierenbrigade werken zijn daarvan voorbeelden. Het moet echter niet zo zijn dat zij door de gemeente daartoe worden gedwongen omdat ze een uitkering ontvangen. 'Iets terug doen voor je uitkering' is best en stimuleren we, maar dat blijft op vrijwillige basis.

  • We zorgen voor goede regelingen op het gebied van arbeid en zorg: adequate kinderopvang en flexibele werktijden voor mensen die naast hun werk mantelzorger zijn.

  • Bij grote gemeentelijke opdrachten en investeringen – bijvoorbeeld bouwprojecten – past de gemeente zoveel mogelijk ’contract compliance’ toe. De ondernemer/ontwikkelaar die de opdracht krijgt is verplicht om voor het werk minimaal tien procent werkzoekenden uit de wijk/buurt van het project aan te nemen. De gemeente helpt bij selectie en begeleiding. Natuurlijk mag dit nooit betekenen dat bestaande werknemers van deze bedrijven hun werk verliezen.

  • De gemeente werkt samen met bedrijfsleven – in het bijzonder het MKB – en beroepsonderwijs om te zorgen dat er voldoende geschikte stageplaatsen en leer-werktrajecten komen voor scholieren en (voortijdig) schoolverlaters.

Wijkeconomie
  • De Stadsvisie 2030 wordt herzien. In plaats van concurrentie tussen steden en een eenzijdige nadruk op economische groei, vertrekt de nieuwe stadsvisie vanuit de belangen van de gewone Rotterdammers en het streven naar een sociale en duurzame economie.

  • Het gemeentelijk economisch beleid is nu voornamelijk gericht op drie zogenaamde ’clusters’, het Haven en Industrieel Complex en de medische sector. De SP wil hier een vierde cluster aan toevoegen, de Wijkeconomie, met veel extra aandacht voor kleine ondernemers en winkeliers die actief zijn op wijk en buurtniveau.
    De gemeente kan de wijkeconomie onder andere zo stimuleren:
    – We bevorderen dat (leegstaande) winkel- en bedrijfspanden van de gemeente of van corporaties voor een betaalbare (ingroei)huur beschikbaar komen voor startende ondernemers, buurtinitiatieven en coöperatieve initiatieven.
    – In plaats van 'alle ballen op de binnenstad', voorkomen we dat de winkelstraten in de wijken weggeconcurreerd worden. Toevoeging van duizenden vierkante meters winkelruimtes in het centrum (zoals Forum Rotterdam) betekent leegstand op andere plekken en in de wijkwinkelcentra: dat doen we dus niet.
    – We zetten Maatschappijen ter Bevordering van de Wijkeconomie (MBW) op: coalities van bewoners, (kleine) ondernemers en zelfstandigen in de wijk, lokale overheid en aan de maatschappelijke organisaties, om de bedrijvigheid op wijk- en buurtniveau concreet te stimuleren. Met gemeentelijk geld worden de MBW's opgestart en ander kapitaal aangetrokken. De MBW’s adviseren over het beleid in de wijk en geven (micro)kredieten voor wijkgerichte initiatieven.

  • Kleine ondernemers worden ondersteund. Ondernemers die de dupe zijn van sloop- en herstructureringsprojecten krijgen een ruimere tegemoetkoming en compensatie.

  • Innovatieve initiatieven van onderop worden gestimuleerd. Stimuleren van de creatieve economie betekent vooral: van onderop beginnen en het formuleren van een goed broedplaatsbeleid. Het binnen de gemeente toepassen en vanuit de gemeente stimuleren van open source software en open standaarden kan Rotterdam op de kaart zetten als ‘place to be’ voor innovatieve ICT-bedrijven. De gemeente kan een grote rol spelen in het snel uitrollen van glasvezel in de Rotterdamse wijken, bijvoorbeeld met een gemeentelijk glasvezelbedrijf.

Zelfstandigen
  • Veel ZZP-ers hebben het zeker in deze crisistijd moeilijk omdat zekerheid van inkomen bij ziekte, ongevallen of teruglopen opdrachten veelal ontbreekt. De gemeente ondersteunt collectieve en corporatieve initiatieven die er op gericht zijn om een betere positie van ZZP-ers te bewerkstelligen.

  • ZZP-ers met een laag inkomen krijgen dezelfde ondersteuning als andere minima.

  • Lokale zelfstandigen, startende ondernemers en buurtinitiatieven moet het makkelijker worden gemaakt een betaalbare (bedrijfs)ruimte te vinden. Leegstaande panden kunnen gebruikt worden om de creatieve sector de ruimte te geven en ontmoetingsruimten en werkplekken voor ZZP-ers te creëren.

  • Het project 'Ondernemers helpen Ondernemers' – waarin ervaren ondernemers beginnende ondernemers steunen – bestaat al enige tijd. De SP wil dat de gemeente hieraan meer prioriteit geeft, ondernemers stimuleert mee te doen en het project actief promoot.

Economie en haven
  • Gemeentelijke investeringen ten behoeve van het bedrijfsleven worden getoetst op de sociale effecten. Levert de gemeentelijke inspanning duurzame werkgelegenheid op voor de gewone Rotterdammers? Bij grotere investeringen van gemeenschapsgeld in de economie en de infrastructuur wordt een Sociale Effect Rapportage gemaakt.

  • We besteden geen gemeenschapsgeld meer aan de EDBR (Economic Development Board Rotterdam). De door de gemeente betaalde ondernemerslobby – anderhalf miljoen per jaar – kan doorgaan met het verstrekken van adviezen aan het stadsbestuur, maar dan op eigen kosten. In plaats daarvan betrekken we vakbonden, milieuorganisaties en de wijkeconomie volwaardig bij het vormgeven van het economisch beleid van de gemeente.

  • De gemeente werkt op veel manieren samen het het Rotterdamse bedrijfsleven, maar in de meeste gevallen beperkt die samenwerking zich tot werkgevers en hun organisaties. De SP vindt het belangrijk dat de gemeente dit uitbreidt naar samenwerking met werknemers, de vakbeweging en (organisaties van) ZZP-ers. Hiertoe neemt de gemeente het initiatief voor het opzetten van een Platform voor Sociale Ontwikkeling en Werkgelegenheid (PSOW) dat in de plaats komt voor het huidige EDBR.
    Hoog op de agenda van dit PSOW komen in ieder geval de volgende onderwerpen:
    – Stimuleren van werkgelegenheid door het verdelen van werk. Bijvoorbeeld voor ouderen het stimuleren van de 80-90-100 regeling – 4 dagen werken, 90% loon en 100% pensioenopbouw - of varianten daarvan.
    – Stimuleren van stageplaatsen, maatschappelijke stages en leerwerkplekken, in overleg met de ROC's, vakbeweging en bedrijfsleven.
    – Controles en sancties voor bedrijven en uitzendbureau's die werken met werknemers (onder andere uit Midden en Oost Europa) en de bestaande regels (minimumloon, CAO's) ontduiken.

  • Rotterdam is de stad met de meeste reclame in de openbare ruimte van Nederland. Voor reclameborden op de openbare weg geven we daarom geen nieuwe vergunningen meer af. Een karakteristiek stadsbeeld heeft onze voorkeur boven megabillboards aan de gevels.

  • We investeren niet langer veel geld in nieuwe bedrijventerreinen als de Reijerwaard, maar zorgen ervoor dat bestaande locaties veel beter benut worden. Hetzelfde geldt voor kantoorlocaties. Een overmaat en een structurele leegstand van 15-20 procent dreigt als de kantorenmarkt overgelaten wordt aan de grillen van het bedrijfsleven.

  • Grondspeculatie gaan we tegen, samen met de nationale overheid.
    Gemeentegrond wordt alleen nog in erfpacht uitgegeven.

  • De geluids- en milieu-overlast van Rotterdam-The Hague Airport moet omlaag.
    Voor commerciële helihavens is geen plek in Rotterdam.

  • Het Havenbedrijf Rotterdam wordt weer een gemeentelijk of stadsregionaal havenbedrijf. De haven is van belang voor werkgelegenheid en welvaart van alle bewoners in de Rijnmond. Om te zorgen voor een sociale en duurzame haven moet de gemeente meer de regie naar zich toe trekken.

  • Voor een goed en sociaal functionerende haven is een havenpool met gekwalificeerde havenarbeiders met goede arbeidsvoorwaarden van groot belang. Dat is een taak van de ondernemers in de haven, maar ook van de gemeente en het Havenbedrijf Rotterdam.

  • Havenwerkers in Rotterdam, Antwerpen, Hamburg en Amsterdam zijn gebaat bij betere afspraken tussen de Noord-Europese havens om de concurrentie op basis van arbeidsvoorwaarden en veiligheid tegen te gaan. Meer samenwerking is ook dé manier om te komen tot een groene en een schone haven.

  • Veel onbenutte en braakliggende grond in het bestaande havengebied wordt door bedrijven vastgehouden, omdat ze de sanering van door hun toedoen ontstane bodemverontreiniging niet willen betalen. Die grond kan na sanering worden hergebruikt – voor de haven, maar ook voor groene industrie.

U bent hier