h

Slopen? Onbestaanbaar!

27 februari 2020

Slopen? Onbestaanbaar!

Foto: Wiebe Kiestra

Het zag er vorig jaar niet best uit voor de bewoners van de Tweebosbuurt in Rotterdam. Van de rechter mocht woningcorporatie Vestia 11 huurcontracten opzeggen. Maar in januari werden in een tweede rechtszaak de kaarten opnieuw geschud en kregen zeventien Tweebossers die zich zijn blijven verzetten tegen sloop de troeven in handen.­

Ze zijn getergd tot op het bot. Wien Dobber twijfelt desgevraagd geen seconde: ‘Niemand, maar dan ook helemaal niemand krijgt mij mijn huis uit. Al nemen ze de politie mee.’

De stemming in de buurtwinkel op de hoek van de Riebeekstraat en de De La Reystraat is zowel vrolijk als verbeten. Het kleurrijke gezelschap praat elkaar moed in en moppert over buurtgenoten die zijn bezweken onder de intimidatie van woningcorporatie Vestia, al is er ook begrip voor degenen die eieren voor hun geld hebben gekozen. ‘De stress gaat je niet in de koude kleren zitten, niet iedereen is daartegen bestand.’

Elke woning die leeg komt te staan wordt meteen dichtgetimmerd, althans tot voor kort. Na de uitspraak van de rechter, die zeventien volhardende bewoners van de Tweebosbuurt in het gelijk stelt en Vestia verbiedt de huurovereenkomst te ontbinden, is het­ afgelopen met de doel­bewuste verwaarlozing, zo stelt het strijdbare bewoners­collectief vastbesloten. Ze voelen zich gesterkt door de rechterlijke conclusies.

Foto: Wiebe Kiestra / Bewoner en activist: Edwin Dobber

Tranen

‘De rollen zijn omgedraaid,’ zegt SP-raadslid Taylan Cicek. Hij steunt de Tweebossers sinds de eerste brief van Vestia, in juli 2018 over de voorgenomen sloop van 535 sociale huurwoningen, verdeeld over vier blokken in en rond de Tweebosstraat. Die eenzijdige mededeling sloeg in als een bom. Anderhalf jaar later zijn er nog ruim honderd huurders over. Alle anderen vertrokken en kregen elders in Rotterdam of buiten de stad ­vervangende woonruimte, die ze konden inrichten met een verhuisvergoeding van 6000 euro.

Na twaalf dwarsliggende bewoners te hebben gedagvaard, kreeg Vestia in september toestemming van de rechter om de huur op te zeggen en daarmee de sloopplannen verder uit te werken en uit te voeren. Maar in een tweede, vergelijkbare zaak veegde de rechter alle argumenten om zeventien andere bewoners tot verhuizen te dwingen van tafel. De rechter hekelde de opstelling van Vestia en wierp een dam op tegen de sloop. Tranen van geluk en opluchting liepen over de wangen van de trotse Tweebossers. Vestia is tegen de uitspraak in beroep gegaan. Taylan Cicek: ‘Het is nu aan de bewoners om eisen te stellen. Ik geef het je te doen om met al die onzekerheid en de voortdurende druk niet te buigen voor Vestia. Daar moet je dapper voor zijn.’

Tweedracht

Moustafa knikt instemmend. Hij heeft evenals nog één andere huurder bezwaar gemaakt tegen de eerste beslissing van de rechter, een besluit dat voorlopig lijkt ­in­gehaald door de uitspraak in de tweede door Vestia aangespannen rechtszaak. ‘Volgens een brief van de deurwaarder moet ik op 1 april mijn woning hebben verlaten. Maar als de anderen mogen blijven en ik niet, is er sprake van rechtsongelijkheid.’ Moustafa moet niet aan verhuizen denken. ‘Uitgerekend in het eindexamenjaar van mijn oudste dochter. Nee, dat gaat echt niet.’

Iedereen in de buurtwinkel is het erover eens: Vestia probeert doelbewust tweedracht te zaaien in de Tweebosbuurt. Door bewoners tegen elkaar uit te spelen, wil de corporatie het verzet breken. De corporatie die toch al een, om het zacht uit te drukken, twijfelachtige reputatie heeft.

Vestia, dat is immers de corporatie van de met geld van de huurders speculerende Erik Staal. De corporatie die met talloze miljoenen ‘speelde’ en de schuldenlast tot in de miljarden zag oplopen. Vestia is de corporatie die door andere corporaties in het land overeind wordt gehouden en intussen alweer worstelt met een tekort van 180 miljoen euro. Daarom wil Vestia goed­kope huurwoningen slopen en vervangen door huizen in het duurdere segment. Daarom ook heeft Vestia aangekondigd 10.000 woningen te willen verkopen: in Rotterdam, Delft en Zoetermeer.

Fijne plek

De Tweebosbuurt bevindt zich in de Afrikaanderwijk, die valt onder het stadsdeel Feijenoord. De Afrikaanderwijk werd rond 1900 gebouwd om havenarbeiders te huisvesten. Het is een fijne plek om te wonen. Gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer, de fantastische Afrikaandermarkt twee keer per week op loopafstand en een groene long van vijf hectaren waar ooit werd gevoetbald – onder meer door Feyenoord in de periode 1908-1917. Alle voorzieningen bevinden zich onder handbereik, de botanische tuin vormt een attractie op zich en de voormalige Johan van Oldenbarnevelt HBS uit 1920, in de stijl van de Amsterdamse School/Dudok, kreeg er een herbestemming als moskee.

Grarda Pelger heeft alle ontwikkelingen en veranderingen, zoals de komst van grote groepen allochtone Nederlanders, van nabij meegemaakt. Zij zit er al van kinds af aan met de neus bovenop. ‘Kom maar naar boven’, roept zij als de verslaggever van de Tribune samen met de onvermoeibare ­actieleider Menno Janssen bij haar op de koffie gaat, in haar keurig onderhouden bakstenen woning aan de Hilledijk. Grarda is een kwieke dame van 80, uitgegroeid tot icoon van actievoerend Tweebos. Ze is even verderop geboren en verhuisde op haar zevende naar de Hilledijk. De ouderlijke woning werd haar huis voor de rest van haar leven.

Foto: Wiebe Kiestra / Sloopactivist Menno Janssen aan tafel bij Grarda Pelger

Krakers

Hoewel ze eerlijk toegeeft dat de onzekerheid haar weleens naar de keel grijpt, zal Grarda haar verzet niet staken. ‘Vestia doet er alles aan om onze buurt slecht af te schilderen en te laten verpauperen, maar kijk eens om je heen. Wat is er mis met mijn woning?’

Helemaal niks dus. De steile trap neemt Grarda zo lang het gaat voor lief, achteruit naar beneden lopend. Boven in haar knusse woonkamer tikt een grote staande klok, een erfstuk, er staan foto’s van haar dochter en twee kleinkinderen op het dressoir en de fauteuils zitten comfortabel. De zelfgebakken cake smaakt lekker en Grarda Pelger is een vriendelijke gastvrouw met een ijzeren wil. Het steekt haar dat haar buurtje aan zijn lot wordt overgelaten, dat Vestia verlaten woningen meteen ontoegankelijk maakt om toch vooral de schijn van een deplorabele situatie hoog te houden. ‘Ik ben blij dat hier een groep krakers is neergestreken. Aardige lui die er iets van willen maken en de boel bewoonbaar houden.’

Grarda Pelger heeft nadat ze een keer op­ televisie te zien was fans in heel Nederland. Ze kreeg laatst zelfs een bos bloemen van een man uit Amsterdam. Hoe Vestia omgaat met iemand als mevrouw Pelger stuit menigeen tegen de borst: respectloos en gespeend van elk inlevingsvermogen.

‘Ik heb hier altijd met veel plezier gewoond en moet er niet aan denken dat ze mij dwingen om te verkassen. Dit was een hechte buurt met een sterke sociale samenhang. De mensen keken naar elkaar om, ook al waren er meer dan twintig nationaliteiten. Ik zie ze nog komen, mijn nieuwe buren: een Turkse moeder en vijf kinderen. Haar heb ik Nederlands geleerd en de kinderen heb ik twaalf jaar lang geholpen met hun huiswerk. Dat is geen verdienste, ik deed het graag. Zo gingen wij in Tweebos met elkaar om. Dat Vestia dat allemaal van de kaart wil vegen, is hardvochtig.’

‘Dat gaat me niet nog een keer gebeuren’

Grarda Pelger maakte ooit al een gedwongen vertrek mee. ‘Wij hadden een bescheiden huisje op een camping in Voorthuizen op de Veluwe, totdat we na veertig jaar onze biezen konden pakken. De grond werd verkocht en was voor ons onbetaalbaar. Er moesten zo nodig luxe bungalows voor in de plaats komen. Zo raakten wij zomaar ons mooie plekje kwijt. Dat gaat me niet nog een keer gebeuren.’ Ze verloor bij die dubieuze transactie ook nog eens haar baantje: Grarda gaf jarenlang aerobics in het zwembad van hun vakantiepark.

Als het haar te veel dreigt te worden, is er altijd Menno Janssen of een andere actievoerder om haar erdoorheen te slepen. En anders leest ze nog maar eens het kaartje van nicht Paula: “Lieve tante Grarda, hartelijk gefeliciteerd, u mag blijven. Wie had dat gedacht. Vestia vast niet. Eerlijk vertellen hoe het werkelijk zit, is gelukkig nog steeds lonend. Geniet van deze overwinning en vooral van een heerlijk thuis.”

‘Vestia kan me wat’

Terug naar de buurtwinkel, waar bewoners en sympathisanten speculeren over de ontstane situatie. Niet de Tweebosbuurt, maar Vestia staat nu met de rug tegen de muur. Wat wil de corporatie bereiken met het hoger beroep? Zolang de procedures lopen, mag er in elk geval niet worden gesloopt. Gaat Vestia de portemonnee trekken om de blijvers met geld over de streep te trekken en te verleiden het huurcontract te ontbinden? Mirjam Dobber woont samen met man Edwin, 28 jaar werkzaam in de haven en nu tobbend met een versleten rug, en zoon Damiën in een portiekflat in de Martinus Steijnstraat. Ze is heel tevreden met haar woning en staat open voor een eventuele opknapbeurt mocht dat nodig blijken te zijn. Maar slopen… onbestaan­­baar!

‘Reken maar dat wij tot het gaatje gaan, Vestia kan me wat. Ze hebben ons nooit ergens bij betrokken. Ze denken dat ze over ons heen kunnen walsen, laat me niet lachen. Als een corporatie zo onfatsoenlijk met zijn huurders omgaat, kunnen ze lik op stuk krijgen.’

Iemand komt binnen met een stapel posters, ontworpen door de krakers die hun bond­genoten zijn geworden. “Dit is de wijk die het tij van de woonwaanzin kan keren.” Ze zijn het met elkaar eens: de krakers gaan leegstand tegen en verhogen de leefbaarheid. Een hoopgevende gedachte, vinden ze.

Foto: Wiebe Kiestra / SP'ers Taylan Cicek en Bert Peterse in gesprek met buurtbewoners

Woonrevolutie

Begint de woonrevolutie in de Tweebosbuurt? Taylan Cicek, raadslid en verbindingsman van de SP-afdeling die de bewoners in woord en daad bijstaat, schetst het grotere verband. ‘Volgens de veel bekri­tiseerde woonvisie van de gemeente moeten tot 2030 12.000 woningen in de sociale sector tegen de vlakte. Met de ontwikkelingen in Tweebos komt sloop, waar dan ook in Rotterdam en misschien wel in de rest van Nederland, heel moeilijk te liggen. Want bij elke poging tot slopen kan worden verwezen naar de jurisprudentie over de houding van Vestia in Tweebos. Verliest Vestia het hoger beroep – en daar gaan wij van uit – dan kan dat enorme gevolgen hebben voor het nationale woonbeleid.’

Vestia heeft aangegeven nogmaals met de bewoners in overleg te willen treden om ‘te redden wat er te redden valt’. Menno Janssen, eerder aanvoerder van identieke acties in Crooswijk en nu de steun en toeverlaat van de groep Tweebossers die van geen wijken willen weten: ‘Overleg ja, maar wel onder onze voorwaarden en zeker niet met individuele bewoners. Wij bepalen het tempo. Vestia moet onmiddellijk stoppen met het onbewoonbaar maken van leeggekomen woningen en de gettovorming die daar het gevolg van is. Vertrokken bewoners moeten de kans krijgen terug te keren en tijdelijke bewoners, de flexers, moeten er minimaal één tot twee jaar kunnen blijven. Ook de huurders die hun rechtszaak verloren, hoeven niet weg en politiemensen, leraren en jongeren zijn welkom als nieuwe buurtbewoners. Vestia doet er goed aan de vier Tweebosblokken voor één euro te verkopen aan een eigen corporatie van de bewoners.’ Zo, daar kan Vestia het mee doen.

‘De sociale structuur is hier altijd hecht geweest’

Als het tijdens de gesprekken in de buurtwinkel, waarvan overigens de huur dreigt te worden opgezegd, gaat over de rol van de gemeente komt het stoom bij sommigen uit de oren. ‘Ze laten Tweebos bewust verslonzen, de straten worden niet meer geveegd.’ Of: ‘Ze willen dat wij plaatsmaken voor sociale stijgers, want dat zou goed zijn voor een evenwichtige samenstelling van de bevolking van Zuid. Sociale stijgers, wat zijn dat? En wie zijn wij dan in de ogen van de gemeente? De sociale structuur in onze buurt is altijd hecht geweest. Wij keken naar elkaar om, waar je ook vandaan kwam. Dat laat je toch niet slopen! Knap het op, in het ene geval met een grondige renovatie en in het andere geval met een lik verf.’

Nel ten Boden woont er zelf niet, maar komt wel vaak langs om haar betrokkenheid te tonen. Nel heeft een bureau voor belevingsonderzoek en onderzocht het imago van de Tweebosbuurt, voor en na de eerste sloopbrieven van Vestia en de daarmee in gang gezette leegloop. ‘Ik heb met 340 bewoners gesproken. In de Tweebosbuurt waren altijd sterke sociale verbanden. Mij viel de gemiddeld lange woonduur op. En wat mij ook frappeerde, waren de informele zorgpatronen, de ouderwetse burenhulp en de mantelzorg door kinderen die na de gezinsherenigingen onder de gastarbeiders werden geboren. Zij bleven en gingen voor hun ouders zorgen. Het is toch te gek voor woorden dat die structuur wordt ontmanteld omdat Zuid zo nodig vooruit moet. Ze ontnemen deze mensen elk perspectief, het is ongekend.’

Foto: Wiebe Kiestra / De bewoners nemen op zijn Rotterdams geen blad voor de mond

Tikkende tijdbom

Het wachten is nu op de behandeling van het hoger beroep. Belangrijk – en meer dan een strohalm – zijn de overwegingen van de rechter. Die stelde namelijk dat Vestia geen verlies lijdt op de exploitatie van de Tweebosbuurt en dat de slechte bouwkundige staat niet is vastgesteld. De rechter hekelde het buitenspel zetten van de bewoners door Vestia en benadrukte dat de woning­corporatie ver is afgedreven van haar wettelijke kerntaak, het zorgen voor betaalbare huisvesting. SP-volksvertegenwoordiger in de Rotterdamse gemeenteraad Taylan Cicek: ‘De gemeente stuurt de corporaties, dus ook Vestia, aan met prestatieafspraken en heeft er alle belang bij dat sloop en nieuwbouw doorgaan. Het rijk doet voor een bedrag van 130 miljoen euro mee met de beoogde ver­beteringen in heel Rotterdam-Zuid, tenminste als de gemeente hetzelfde bedrag neertelt. De belangen zijn heel groot, dit is een tikkende tijdbom. De Tweebosbuurt neemt in dit krachtenveld een cruciale positie in.’

Wien Dobber zegt het nog maar een keertje: ‘Ik laat me door niemand mijn huis uitzetten.’ Actieleider Menno Janssen: ‘Hoe moeilijk het ook kan zijn, houd vol, laat ze je niet op de knieën krijgen.’

De vlammen van het activisme in de Tweebosbuurt zijn overgeslagen naar de wijk Oudeland in Rotterdam-Hoogvliet. Oudelanders zijn al op koffie geweest bij het bewonerscollectief en putten hoop uit de streep die de rechter door de rekening van Vestia zette. Hun flatwoningen, verdeeld over zeven complexen, staan op de nominatie om te worden gesloopt om zo plaats te maken voor dure koopwoningen. Een gruwelijke gedachte. In Hoogvliet zeggen ze het de Tweebossers dan ook al na: ‘Slopen is bezopen.’

tekst Robin Bruinsma

foto’s Wiebe Kiestra

U bent hier