h

De Rotterdamse Daniël

11 december 2019

De Rotterdamse Daniël

Foto: Immigratie- en Naturalisatiedienst

Zeer veel terechte ophef recent over de 19-jarige Daniël, die bij het aanvragen van een paspoort voor zijn opleiding erachter kwam dat hij geen recht had op het Nederlanderschap. Hij werd door de IND prompt in detentie gezet in afwachting van uitzetting naar de Dominicaanse Republiek, een land waar hij nooit geweest was. Daniël is in Nederland geboren en opgegroeid. Dit is op geen enkele manier goed te praten, de collectieve verontwaardiging was dan ook groot. Daniël is vrijgelaten, de maatschappelijke rust is teruggekeerd, maar het probleem blijft bestaan. Het is wachten op de volgende 'Daniël'.

Ook Rotterdam kent enkele tientallen 'onzichtbare kinderen', kinderen die wel naar school gaan maar niet in het GBA staan. Ook op de scholen zelf is dit vaak onbekend en komen zij er pas achter wanneer een kind examen moet doen. In sommige gevallen, zoals Daniël, zijn de kinderen zelf niet op de hoogte van hun status. In andere gevallen wel en wordt dit uit schaamte verzwegen. Deze kinderen groeien op onder de constante stress van ontdekking en uitzetting. Na hun achttiende verdwijnen zij in de illegaliteit, zonder recht op sociale voorzieningen, zonder recht op werk, met zeer beperkte toegang tot huisvesting. Vanzelfsprekend is dit een ontzettend kwetsbare positie, met veel risico op uitbuiting. De verhalen over moderne slavernij of met tientallen mensen op een klein kamertje zijn welbekend.  

Het uitzetten van gewortelde kinderen is onverantwoord. De recente kinderpardonregeling had deze situatie in een klap permanent kunnen oplossen, maar was zo beperkt van opzet dat veel kinderen hier buiten vielen. Door heel het land wordt lobby gevoerd voor een eerlijker kinderpardon, waarbij wordt voorgesteld dat kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland zijn een verblijfsvergunning krijgen. Dit zou een mogelijke oplossing kunnen zijn. Maar wat de politiek ook besluit, deze kinderen/ jong volwassenen zijn een onderdeel van onze gemeenschap, gaan hier naar school, hebben hier hun vrienden, werken aan hun toekomst hier in Rotterdam. Zij hebben geen enkele binding met het land van hun ouders, zijn daar nog nooit geweest.

Al in 2014 pleitten de burgemeesters voor een ruimhartig kinderpardon. Het pardon wat er kwam was allesbehalve ruimhartig. Het zou Rotterdam sieren als zij opkwam voor haar inwoners die hier geboren zijn, hier opgegroeid zijn, hier geworteld zijn, maar hier niet meer mogen zijn nadat zij achttien zijn geworden.

Hoe kan dit gebeuren?

Nederland hanteert het rechtsprincipe Jus Sanguin (het recht van het bloed), het rechtsprincipe volgens welke jouw nationaliteit bepaald wordt door jouw ouders. Dat betekent dat een kindje van bijvoorbeeld Afghaanse ouders, ook al wordt het hier geboren, automatisch de Afghaanse nationaliteit krijgt. Het omgekeerde van Jus Sanguin is Jus Soli (het recht van de grond), wat betekent dat het land waarin je geboren wordt je nationaliteit bepaald. Het Jus Sanguin rechtsprincipe maakt het mogelijk dat kinderen hier geboren worden en opgroeien en op hun achttiende uitgezet worden naar een land waar zij nooit geweest zijn.

Streng asiel beleid, een van de strengste van Europa, zorgt niet alleen voor een kleiner aantal mensen dat hier een verblijfsvergunning krijgt, het zorgt het er ook voor dat een steeds groter wordende groep uitgesloten wordt van verblijfsrecht en in de illegaliteit terecht komt. Voor veel mensen is een leven in de illegaliteit in Nederland nog altijd te verkiezen boven een leven in het land van herkomst. Hun kinderen gaan hier naar school (de leerplicht geldt voor iedereen) en wortelen in onze samenleving.

U bent hier