h

Kampioen afbraak werkgelegenheid hoort niet in adviesorgaan EDBR

6 november 2007

Kampioen afbraak werkgelegenheid hoort niet in adviesorgaan EDBR

SP-fractievoorzitter Theo Cornelissen stelde vandaag tijdens de raadsvergadering onderstaande vragen over de positie van Kees van der Waaij, president directeur van Unilever en kampioen afbraak werkgelegenheid. Wethouder Harbers was het niet met de SP eens.

Kees van der Waaij 'Sinds een aantal weken staken de Nederlandse productiebedrijven van het Unilever concern. Ook de werknemers van de margarinefabriek aan de Rotterdamse Nassaukade zijn in staking mede uit solidariteit met hun collega’s in Vlaardingen, Delft en Loosdrecht waar de fabrieken van Unilever gesloten worden en bijna 500 mensen hun baan verliezen. De gemeenteraad van Delft heeft zich vierkant achter de stakers van Unilever opgesteld.

In Rotterdam is de heer Kees van der Waaij, president directeur van Unilever Nederland, lid van de EDBR, de Economic Development Board Rotterdam. De SP-fractie begrijpt niet wat deze man, die inmiddels bekend staat als “kampioen afbraak van werkgelegenheid”, nog kan bijdragen in dit adviesorgaan voor de Economische Ontwikkeling van Rotterdam.

Daarom hebben we de volgende vraag aan het college van B&W:

1. Is het college van B&W van Rotterdam serieus van mening dat de heer Kees van der Waaij nog altijd voldoet aan het profiel van een EDBR-lid: “De EDBR is een platform met ruim dertig opinieleiders uit het bedrijfsleven, onderwijs, wetenschap en cultuur. Deze Rotterdamse prominenten adviseren het College van B&W, gevraagd en ongevraagd, over de economische succesvolle sectoren, waarin de komende jaren moet worden geïnvesteerd. Tegelijk maken zij zich sterk voor een snelle uitvoering van kansrijke (economische) projecten. Door het inzetten van hun expertise en netwerk verschaffen zij extra kennis, informatie en geld, waardoor op korte termijn resultaten kunnen worden geboekt. Via verschillende taskforces willen de EDBR-leden zoveel mogelijk belanghebbenden bij dit proces betrekken. Met recht dus ‘de buitenboordmotor van de Rotterdamse economie’.”

2. Moet de heer Kees van der Waaij op dit moment niet eerder gezien worden als iemand die zand in deze buitenboordmotor strooit?’

U bent hier