h

Een debat over onderwijs in Rotterdam

1 december 2005

Een debat over onderwijs in Rotterdam

De gekleurde werkelijkheid

Maandag 24 januari van 19.30 tot 22.uur vindt er een openbaar debat plaats over onderwijs in Rotterdam, georganiseerd door de SP.
Onderwijs, de gekleurde werkelijkheid? Moet je gemengde scholen niet zo zwart wit zien? Wat is de rol van het onderwijs in de opvoeding? Verdwijnen de conciërges op de Rotterdamse scholen? Dit zijn enkele vragen die aan bod kunnen komen 24 januari in ’t Klooster.
Met onder andere; Saskia Scheltes, docent en mentor op het VMBO Groen aan het Wellantcollege, Isolde van Liefland, intern begeleider en coördinator bovenbouw op O.B.S. De Pijler, Theo Cornelissen, SP fractievoorzitter en onder voorbehoud Cor van Pelt, directeur Savornin Lohmanschool.
Locatie: Wijkgebouw ’t Klooster, Afrikaanderplein 7 (met tram 23; halte Vuurplaat of met de metro; halte Rijnhaven)

Meer informatie:
Edwin de Voigt, tel.010 4173359 of
Theo Cornelissen 06 20430196

Bijlage (hieronder):
Voorstellen van de SP Rotterdam over onderwijs uit het rapport ’Heel Rotterdam Vooruit’ (ook te lezen op www.rotterdam.sp.nl)

Ter informatie
Scholen en de gemeente moeten bindende afspraken maken om tot gemengde scholen te komen. Daartoe wordt per deelgemeente een centraal inschrijfplatform opgericht. Ouders met een kind dat naar groep 1 van de basisschool gaat, melden zich aan bij het Platform, om vervolgens in goed overleg tot een verantwoorde schoolkeuze te komen. Iedere school werkt met twee wachtlijsten: één voor leerlingen met van huis uit minder kansen (te meten naar thuistaal en het opleidingsniveau van de verzorgende ouder, meestal de moeder) en één voor leerlingen met van huis uit meer kansen. Als het maximum aantal leerlingen van één van de twee wachtlijsten op een school is bereikt, wordt de eerstvolgende leerling van die categorie doorverwezen naar een andere school, bijvoorbeeld de school van de tweede keus van de ouders. De coördinator van het Platform is eindverantwoordelijk voor een evenredige verdeling van leerlingen over de diverse basisscholen. Er zijn scholen in Rotterdam die nu al met zelf opgelegde quota werken.

  • In gemengde wijken waar zowel zwarte als witte scholen naast elkaar bestaan, worden deze scholen aangemoedigd met elkaar te fuseren. Daarbij moet de toegankelijkheid en kleinschaligheid wel op de voorgrond blijven. Nieuwe scholen dienen op strategische plaatsen gebouwd te worden, bijvoorbeeld op de grens van kansarme en kansrijke wijken (ondersteuning en stimuleren van initiatieven als Vereniging Initiatief Basisschool Kralingen, die bezig is met de oprichting van een gemengde school).
  • Meer gebruik maken en stimuleren van al bestaande initiatieven van ouders zelf. Zoals bij de basisschool de Vierambacht in het Nieuwe Westen, waar een groep Nederlandse ouders het initiatief nam om met de schooldirectie van de toenmalige zwarte basisschool om de tafel te gaan zitten. De ouders gingen actief op zoek naar andere Nederlandse ouders die ook bereid waren hun kinderen naar de Vierambacht te sturen. En met succes, in maart 2003 opende de school haar vierde gemengde klas.
  • Voor bijzondere scholen wordt een acceptatieplicht ingevoerd voor leerlingen waarvan de ouders de grondslag van de school niet onderschrijven. Hierover is onlangs een convenant afgesloten door enkele onderwijsorganisaties. Daarom staat negentig procent van de bijzondere scholen nu al open voor 'andersdenkenden'.
  • Uitbreiding van kinderopvang en peuterspeelzalen en voorscholen die goed toegankelijk zijn (ook financieel) voor kinderen met diverse achtergrond, waarbij een bereik van alle zogenaamde doelgroepkinderen moet worden nagestreefd.
  • Uitbreiding en ondersteuning contactouders, schoolmoeders en buurtmoeders en projecten als Delmatur. Initiëren en motiveren van projecten, waar geslaagde jongeren de potentiële uitvallers ondersteunen bij hun studie of met stages. Stimuleren van brede school met financiering uit sociale middelen.
  • Ouders worden bij het onderwijs betrokken en waar nodig wordt hun positie versterkt door bijvoorbeeld Nederlandse lessen, uitbreiding en gratis toegankelijk maken van volwasseneneducatie, hernieuwde VOS-aanpak.
  • Meer investeren in verbetering van de lessen Nederlands in de voorschoolse opvang, het basisonderwijs en ook in het voortgezet onderwijs, zeker op VMBO-scholen. Ook veel zogenaamde autochtonen hebben een te gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal en versterking van taal is voor álle groepen van groot belang.
  • Schaalverkleining en meer contacten tussen VMBO en de buurt (openstelling van school voor initiatieven van de buurt), huisbezoek, opname in onderwijskansenzone.
  • Goede voorlichting over vrijwilligheid ouderbijdragen en instellen van maximum ouderbijdragen. De gemeente moet er tevens bij het Rijk op aandringen op termijn de ouderbijdrage af te schaffen. Op die manier is het mogelijk dat kansarme kinderen meer toegang krijgen tot kansrijke scholen.
  • Scholen met goede sociaal-economische menging belonen. Daarom moet de gemeente er bij het Rijk op aandringen de gewichtenregeling aan te passen door onder andere de drempel voor achterstandsgeld weg te nemen.
  • Naamsponsoring voor scholen verbieden, eventuele schenkingen via een lokaal platform, dat zorgt voor evenredige verdeling.
  • De gemeente moet er bij het Rijk op aandringen meer te investeren in het VMBO en klassen kleiner te maken, wat ten goede komt aan individuele aandacht, ordehandhaving en dus aan het onderwijsniveau zelf.
  • De beroepsgerichte leerwegen in het VMBO praktijkgerichter maken, voorzover hier geen eigen beleid gemaakt kan worden er bij het Rijk op aandringen om in de basisvorming minder theoretische vakken aan te bieden evenals de mogelijkheid eindexamenvakken op verschillende niveaus te volgen en af te ronden.
  • Extra begeleiding voor de zogenaamde zorgleerlingen in het VMBO, eventueel in aparte voorzieningen met kleine klassen en praktijkgerichte vakken waarbij deze leerlingen hun opleiding aan een instelling kunnen afronden.
  • Voortijdige schooluitval van jongeren wordt het beste tegengegaan door goed, passend en kleinschalig onderwijs te bieden. Daarnaast moet er actieve signalering zijn van jongeren die toch uitvallen. De gemeente moet zorgen voor verplichte opvang van drop-outs waarbij hen een passend leer- en/of werktraject wordt geboden (inspanningsverplichting gemeente).

U bent hier