Jong en Wilt? 'Als je als jongere op straat hangt, kun je al voor vijftien dingen bekeurd worden'
Jong en Wilt? 'Als je als jongere op straat hangt, kun je al voor vijftien dingen bekeurd worden'
Verslag
Rotterdam, 07 juli 2005
Jongerenwerkers, stadsmariniers, agenten en jongeren zelf discussieerden maandag 4 juli in Theater 't
Kapelletje over veiligheid, welzijn en jongerenbeleid. Wat kun je jongeren bieden in Rotterdam?
Hoe zorg je dat ze niet ontsporen? Moet je hard beleid voeren tegen overlastgevende en criminele
jongeren of proberen te voorkomen dat ze in het circuit terechtkomen? Of allebei?
"In Middelland, waar ik buurtagent ben, zijn er heel veel jongeren en is er weinig buitenruimte. Het
buurthuis verdwijnt, Thuis op Straat verdwijnt," begint buurtagent Hans Vos. "Tegelijkertijd worden
de plaatselijke verordeningen aangescherpt. Je kunt tegenwoordig al voor vijftien dingen bekeurd
worden als je als jongere alleen al op straat hangt met wat vrienden."
Stadsmarinier Bert Kandel reageert: "Uit onderzoek blijkt dat hangjongeren worden gezien als één van
de grootste problemen in mijn gebied, Centrum/CS. Dat kun je niet negeren."
"Jongeren zoeken hun grenzen op, dat moet je niet alleen als probleem zien," haakt SP-raadslid Theo
Cornelissen in. "Dat is een manier van jezelf ontwikkelen. Alleen moeten mensen jongeren dan wel durven corrigeren als ze te ver gaan. Mensen moeten zich bemoeien met hun leefomgeving. Als ze dat niet durven, zit er iets fout."
"Om iemand te kunnen aanspreken, moet je hem eerst kennen," klinkt uit de zaal. "Je moet ook
positieve aandacht geven aan jongeren zodat je hun vertrouwen wint, en niet alleen ze uitschelden
als je last van ze hebt." En: "Niet alleen ouderen voelen zich soms onveilig, jongeren net zo goed."
Bert: "In Centrum hebben we inmiddels Jeugdserviceteams: jongeren met verschillende achtergronden
die jongeren op hun gedrag aanspreken. Dat werkt wel erg goed."
Lean on me
Latoya, een van de jongeren van buurthuis Het Lispunt, onderbreekt het debat. Solo zingt ze 'Lean on
me'. Dat roept de volgende vraag op: wat kan Rotterdam eigenlijk voor schouders bieden aan jongeren
die thuis niet de aandacht krijgen die ze nodig hebben?
De kennis in het jongerenwerk is erg gefragmenteerd, signaleren verschillende aanwezigen. "In
Nederland lopen vijfduizend projecten rond jongerenwerk. Iedereen probeert te scoren op zijn
deelterreintje." en "Je zou de diensten eigenlijk centraal moeten aanpakken, en iedereen zowel met
beleid als met uitvoeren bezig laten zijn."
Het welzijnswerk is versnipperd over de deelgemeentes en verschillende organisaties werken naast
elkaar. Stedelijke diensten als DSO en Sport&Recreatie zijn op hun deelterreinen onderwijs en
sport bezig en kijken niet naar jongerenbeleid als geheel. Daardoor worden jongeren van het kastje
naar de muur gestuurd. Jongeren hebben het gevoel dat tachtig mensen met hem of haar bezig zijn.
Dat nodigt ook uit tot shop-gedrag: kijken waar je het advies kunt krijgen dat je het beste bevalt.
Judith Grootfaam, teamleider jongerenwerk in buurthuis Het Lispunt: "Wij werken met leden: jongeren
moeten zich aanmelden om aan activiteiten mee te doen. Dat geeft meer binding."
Versnippering is niet goed, maar we moeten ook geen algemeen 'problematiekenloket' hebben, vindt
iemand in de zaal. Dan liever informele hulp van verschillende kanten. Je moet situaties niet
problematiseren en criminaliseren.
"Maar er zijn behoorlijke groepen jongeren die helemaal losgeslagen zijn en geen contact meer hebben
met de maatschappij," zegt Bert. "Antilliaanse jongeren die hierheen komen bijvoorbeeld. Op de
Antillen zijn ze kansarm, hier zijn ze kansloos. Ligt dat nou aan de opvoeding of aan de
maatschappij?"
Hans: "Sommige jongeren kunnen nauwelijks meer bereiken of redden. Ja, met een tuchtschool als
Glen Mills misschien. In Middelland werken we nu met een top-vijf van jongeren die dreigen te
ontsporen. We houden regelmatig contact met ze en geven ook positieve aandacht: we komen ook op hun
verjaardag langs."
Theo: "Als je jongeren geen perspectief op een toekomst biedt, verandert hun gedrag nooit. We
moeten vooral geen jongeren verliezen aan de afgrond van de maatschappij."
Nederland vergrijst, Rotterdam vergroent
"Rotterdam blijft vergroenen. Zijn wij er als stad wel op toegerust om zoveel jongeren op te voeden
en op te vangen? Dat zouden wij ons als 'volwassenen' moeten afvragen: hoe zorgen wij dat het
pedagogisch klimaat in deze stad zo goed mogelijk is?", zegt stadsmarinier Gerard vanuit de zaal.
Judith vreest dat het niet gaat lukken met welzijnswerk alleen de problemen op te lossen: "Je kunt
met jongerenwerk heel veel problemen signaleren, maar je kunt niet iedereen opvoeden. Eigenlijk is
bij twaalf jaar beginnen met jongerenwerk ook te laat. We moeten nog veel meer naar de ouders toe,
met informatie en als preventie."
Jessica van Ruitenburg van ROOD denkt dat we ons niet alleen op de overlastgevers moeten
concentreren: "Tien procent van de jongeren veroorzaakt problemen. Je moet je niet alleen op die
groep concentreren, maar juist ook voorzieningen bieden voor al die andere jongeren." "Kijk ook wat
mensen bindt," zegt Josefien van de Rotterdamse Jongerenraad.
Bert: "Met veiligheid zijn we in Rotterdam goed op weg. Als we zo doorgaan, komt dat wel goed.
Jeugdbeleid - onderwijs, opvoeding en perspectief - wordt een veel grotere uitdaging voor de
gemeente de komende jaren."
Terug naar de afdelingspagina