Betreft: Vrouwen met partnerafhankelijke status
Betreft: Vrouwen met partnerafhankelijke status
Schriftelijke vragen
Rotterdam, 18 juli 2005
Geacht college,
U en wij ontvingen onlangs onderstaande brief:
Open brief aan alle Nederlanders.
11 juli 2005,
Geachte Nederlanders, waaronder ministers, kamerleden, media, islamitische gemeenschap en overige
betrokkenen,
Graag uw aandacht voor de onmogelijke situatie waarin een groep illegale allochtone vrouwen in
Nederland zich bevindt. Het gaat hier om vrouwen, die vaak al jaren in ons land verblijven, hier
getrouwd zijn en in Nederland geboren kinderen hebben. Na jaren van onderdrukking en mishandeling
hebben zij de moed gehad hun echtgenoot te verlaten.
En daar is veel moed voor nodig, omdat zij door hun familie en echtgenoot al die jaren bewust
afgeschermd zijn van de Nederlandse samenleving en afhankelijk zijn gehouden. Op het moment dat zij
noodgedwongen hun echtgenoot verlaten, hebben zij moeite zich in deze samenleving staande te houden.
Zij moeten zich allerlei vaardigheden eigen maken, zoals het simpele reizen met openbaar vervoer en
het vinden van een advocaat. Door de Koppelingswet zijn zij uitgesloten van toegang tot sociale
voorzieningen, gezondheidszorg en opvang. Daarbij krijgen zij ook nog te maken met eerwraak, zowel
van de kant van hun echtgenoot, als vaak ook hun eigen familie.
Deze vrouwen hebben geen sociaal netwerk van vrienden en kennissen. Hun familie en ook de imam in
de moskee zal hen niet helpen. Zij komen bij kerkelijke instellingen terecht, die ook slechts
tijdelijk onderdak kunnen verschaffen. Vervolgens lopen zij met kinderen letterlijk op straat,
wachtend en hopend op een positieve uitslag van hun procedure voor een verblijfsvergunning. En dat
kan, zoals iedereen weet, lang duren. In tegenstelling vaak tot illegale mannen zullen deze vrouwen
weliswaar niet in het criminele circuit terecht komen, maar om te overleven rest alleen de
prostitutie.
Zij moeten zich wel schikken in hun lot, want een terugkeer naar land van herkomst brengt nog
grotere gevaren met zich mee. Geen middelen van bestaan in een islamitisch land als vrouw alleen.
Maar ook de dreiging van de eerwraak. De vrouwen worden in menig islamitisch land ( bijvoorbeeld
Marokko) niet als gescheiden beschouwd (dat kan nog jaren duren) en de kinderen behoren de man toe.
De man wacht bewust tot de vrouw wordt teruggestuurd om dan zijn wraak te nemen.
Samira was 20 jaar toen ze door haar vader illegaal werd meegenomen uit Marokko.
Haar vader had besloten zijn gezin naar Nederland te halen na tientallen jaren hier gewerkt te
hebben. Voor zijn vrouw en al zijn kinderen, behalve Samira, kreeg hij machtigingen tot voorlopig
verblijf (MVV), die later werden omgezet in verblijfsvergunningen. Samira kreeg geen MVV, omdat zij
boven de 18 was en volgens Nederland, alhoewel ongetrouwd, niet meer tot het gezin behoorde. Vanaf
1993 zijn er procedures gevoerd om een verblijfsvergunning te verkrijgen op basis van verblijf bij
echtgenoot, maar altijd ging er iets mis.
Ik ontmoette Samira bijna twee jaar geleden op de basisschool van haar dochtertje waar ik
Nederlandse taallessen verzorgde. Zij was mijn beste leerlinge en sprak redelijk goed Nederlands.
Zij was toen al ruim 10 jaar in Nederland, maar eigenlijk bijna nooit het huis uit geweest, behalve
dan om haar dochtertje van en naar school te brengen. Al gauw werd duidelijk dat zij en haar
kinderen mishandeld werden en amper te eten hadden. Zij was voor een tweede keer uitgehuwelijkt aan
een bijna dertig jaar oudere man met negen kinderen uit een vorig huwelijk. Deze man wilde voor zijn
vrouw geen verblijfsvergunning en heeft dat bewust gesaboteerd.
In oktober vorig jaar heeft zij na 5 jaar huwelijk haar man verlaten, omdat haar kinderen anders
bij haar zouden worden weggehaald. Er werd opvang beloofd. Die belofte is niet waargemaakt. Haar
familie heeft haar in de steek gelaten. Ze is afhankelijk van particulieren en kerken. Momenteel
loopt er nog een procedure in hoger beroep, maar de beslissing van de IND na een hoorzitting
afgelopen april was negatief.
Ik doe een oproep aan alle Nederlanders deze vrouwen niet te vergeten. Ook zij hebben gezichten.
Behalve de 26000 uitgeprocedeerde asielzoekers is er nog een groep in nood door het toelatingsbeleid
dat de huidige regering voert. Deze groep vrouwen heeft zelfs tijdens de procedure geen recht op
opvang.
Het afgelopen jaar heb ik gebeld, geschreven en gepleit, maar werd nauwelijks gehoord en vaak
doodgezwegen. Het afgelopen jaar hebben Samira en haar kinderen in grote angst geleefd. Wat een
onmachtig land is Nederland geworden, wanneer er voor deze vrouwen geen hulp komt.
Ik vraag de media openbaar te maken, ik vraag de Kamerleden vragen te stellen, ik vraag de
Islamitische gemeenschap de discussie te openen, ik vraag de Gemeenten opvang te regelen, ik
vraag de Regering daarvoor toestemming te geven en ik vraag iedere Nederlander zijn invloed aan te
wenden.
Vorig jaar januari stelden wij u al vragen over het probleem van vrouwen met een partnerafhankelijke
status. Ons bereikten zeer geregeld verhalen over vrouwen die (al dan niet met kleine kinderen) hun
man verlaten en daarna, immers nog niet in het bezit van een eigen verblijfsvergunning, niet in de
reguliere vrouwenopvang terecht kunnen. U verzekerde ons dat dit probleem in Rotterdam niet speelt,
we citeren uit uw antwoord van 13 februari 2004:
"De geschetste situatie is niet in overeenstemming met de werkelijkheid, daar waar het de
Stichting Vrouwenopvang Rotterdam betreft. Deze stichting is een van de weinige
vrouwenopvangvoorzieningen in Nederland die ‘ongelimiteerd’ vrouwen met een afhankelijke
verblijfsstatus opneemt. Het is ook niet zo dat de politie, na aangifte, de vrouwen adviseert opvang
te zoeken bij familie of vrienden. In het kader van het beleid m.b.t. bestrijding van geweld achter
de voordeur zijn hierover duidelijke afspraken met de politie gemaakt. In de praktijk blijkt dat 80%
van de vrouwen die zich aanmelden bij Stichting Vrouwenopvang Rotterdam door de politie zijn
doorverwezen."
En tevens gaf u het volgende aan:
Er is geen enkele grond waarop deze categorie vrouwen een verblijf in een opvanghuis te weigeren is
en dat gebeurt ook niet.
Zodra de vrouwen (en hun kinderen) zijn opgenomen en dus hun partner verlaten, verliezen zij ook hun
afhankelijke status en moeten zij een zelfstandige status aanvragen.
De leges (ruim € 400,--) wordt door Vrouwenopvang betaald. In afwachting van hun status hebben
de vrouwen geen recht op voorliggende voorzieningen, zoals bijstand en een ziektekostenverzekering.
Vrouwenopvang laat hen dan ‘gratis’ wonen, biedt hulpverlening en onderhoudt de vrouw en
haar kinderen door het bieden van kleding, voeding, zakgeld, schoolgeld en –boeken en
ziektekosten. Dit kan maanden en in een enkel geval zelfs jaren duren.
Helaas blijkt nu dat voor ‘Samira’ en voor diverse andere vrouwen in een vergelijkbare
situatie toch geen reguliere opvang is.
- Hoe is dit mogelijk?
- Bent u van plan alsnog opvang en begeleiding voor ‘Samira’ en vrouwen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden te regelen?
Met vriendelijke groet,
Theo Cornelissen,
Fractievoorzitter SP gemeenteraad Rotterdam
Terug naar de afdelingspagina