h

Meer kansen voor leerlingen...maar hoe?

24 januari 2005

Meer kansen voor leerlingen...maar hoe?

Debat voors en tegens van onderwijshervormingen

Staan witte en zwarte scholen goed onderwijs in de weg? Hoe voorkom je dat een school in een neerwaartse spiraal van dalende leerlingenaantallen terechtkomt? En is het VMBO het afvoerputje van het onderwijs?

Aan tafel vier docenten: Saskia Scheltes, VMBO-docente, Isolde van Liefland, coördinator bovenbouw op O.B.S. De Pijler op de Kop van Zuid, Dick van der Aa, directeur van de brede school de Catamaran en Theo Cornelissen, fractievoorzitter van de SP in de Rotterdamse raad. In de zaal geïnteresseerden, vaak zelf werkzaam in het onderwijs. Men is het er al snel over eens dat gemengd onderwijs te verkiezen is boven zwarte en witte scholen, maar dat zegt niets over het niveau van de scholen. Bovendien kan je in een zwarte wijk moeilijk een witte school verwachten. Belangrijkste doelstelling is toch het geven van zo veel mogelijk kansen voor kinderen.

Taalachterstand is bij het geven van die kansen wel een groot obstakel. Voorscholen kunnen daarbij helpen, maar dan zal de capaciteit van de crèches in Rotterdam enorm uitgebreid moeten worden.

Over selectie aan de poort, zoals De Pijler doet met een wachtlijst voor allochtonen en een wachtlijst voor autochtonen zijn de meningen verdeeld. Want is het niet een excuus om de school ‘wit’ genoeg te houden? En waarom selecteert men niet op kansarm/kansrijk. En hoe test je eigenlijk een driejarige?

De ‘lijsten’ die gepubliceerd worden met de beste scholen worden door iedereen nogal tendentieus genoemd. Openheid is goed maar de vooruitgang van de leerlingen wordt bijvoorbeeld niet gemeten. Bovendien zijn niet alle vaardigheden van leerlingen simpelweg in cijfers te vangen. Het bevordert ook het shopgedrag van de ouders: sommige kinderen wisselen een aantal maal van alleen al de lagere school… al zijn daar door de scholen onderling afspraken over gemaakt om dit tegen te gaan.
In het verlengde hiervan – de nadruk op de theoretische kant van het onderwijs – sturen ouders hun kinderen ook niet graag naar het VMBO. Het onderwijstype heeft toch de naam het afvoerputje van het onderwijs te zijn. Een enkele school noemt zich bijvoorbeeld VMBO-Havo. Toch klinkt het pleidooi voor opnieuw een Mavo, voor de theorie en een puur praktisch gericht Lager Beroepsonderwijs. Bovendien zouden leerlingen niet naar vijf jaar gedwongen moeten worden het VMBO te verlaten: dit zorgt ervoor dat (te) veel jongeren zonder enig diploma het onderwijs verlaten.
Moet de overheid al deze schoolhervormingen op zich nemen, bijvoorbeeld ook door het afschaffen van artikel 23? Er ligt zeker ook een verantwoordelijkheid bij de ouders en scholen zouden onderling ook meer solidair kunnen zijn. De verbeteringen kosten in ieder geval per saldo extra mankracht en geld: dat zal de overheid er dan ook voor over moeten hebben. ‘Dan maar een spoorlijn minder…’

U bent hier