h

Eten en genen: een mooi project, dat jammer genoeg beperkt bleef.

1 juli 2001

Eten en genen: een mooi project, dat jammer genoeg beperkt bleef.

Het was een ambitieus plan: de commissie-Terlouw kreeg van het kabinet de opdracht de "gewone" burger en de "doorsnee-consument" te vragen hoe zij denken over de biotechnologie, en dan met name haar toepassing in voedsel.
Zaken als voedselveiligheid, voedsel en gezondheid, milieu en ecologie en het voedselvraagstuk kregen extra aandacht.
Om de mensen op te zoeken liet de commissie scholen werken met een lespakket, werd een website opgezet, werden maatschappelijke organisaties benaderd om een debat te organiseren en zijn advertenties in kranten gezet. Ook werden 150 Nederlanders uitgenodigd om hun zegje te komen doen in debatten over het onderwerp.
Dit alles in de periode maart tot december 2001.

De resultaten zijn in kort bestek: Nederlanders zijn over het algemeen vrij kritisch ten opzichte van biotechnologie, door de commissie aangedragen voorbeelden van toepassingen(zoals een BSE-immune koe en een transgene zalm) konden niet op de brede steun van het publiek rekenen, men wenst een zo streng mogelijke etikettering en men vraagt vooral naar de alternatieven voor biotechnologie.
Nederlanders moeten dus nog niet zo veel hebben van het lukraak manipuleren van voedsel, zo blijkt uit dit onderzoek.
Wie alleen de resultaten bekijkt, kan concluderen dat de commissie tevreden mag zijn: "ongeveer"2000 burgers hebben deelgenomen aan een debatactiviteit, er zijn "ruim" 44000 bezoekers op de website geweest, de advertenties hebben gezorgd voor "ongeveer" 26000 reacties en "minimaal" 10000 scholieren hebben met het lespakket gewerkt.

Dat klinkt op zich goed. Maar is het huiswerk van de commissie wel goed gedaan? Zonder aan de oprechte meningen van de ondervraagde mensen te twijfelen, of zelfs maar aan de goede bedoelingen van de commissie, wil ik enkele kritische kanttekeningen zetten bij het resultaat. En dan gaat het me niet om de resultaten, zelfs niet om de vraag of de ondervraagden wel representatief zijn: er is iets dat ik bij dit publieke debat mis, en dat is het "publieke" in het debat. Als er een publiek debat plaatsvindt, dan is iedereen bezig zich er een mening over te vormen. Mensen schrijven ingezonden brieven in de krant, in TV-pogramma's (voor een breed publiek) wordt aandacht besteed aan het onderwerp, op de radio verhaald men over het item en op Internet verschijnen tal van sites waar men informatie vindt over het onderwerp.
Een goed voorbeeld was de "Nieuwe Oorlog": de aanslagen in de VS en de daaropvolgende oorlog in Afghanistan. Dit item maakte veel los bij de mensen, en de media lieten het onderwerp constant de revue passeren, met alle mogelijke voor- en tegenstanders die er te vinden waren. Zoals het ook hoort bij een echt "publiek" debat in een volwassen democratie.

ROOD, jongeren in de SP, is ook bezorgd om de toenemende invloed van biotechnologie op het dagelijks leven. In een serie Weet wat Je Eet-acties in het hele land zijn handtekeningen opgehaald voor betere etiketten op ons voedsel, zodat de consument zelf kan kiezen of hij gemanipuleerd voedsel eet of niet. Dat wij daarbij door de commissie-Terlouw in het gelijk worden gesteld (volgens de uitslag is 64, 5 % van mening dat er in Nederland "zo streng mogelijk" moet worden geëtiketteerd) is een prettige bijkomstigheid.
Ikzelf heb meegedaan aan de drie acties in Rotterdam, waarbij we 201 handtekeningen ophaalden voor betere etiketten. In het hele land zijn vergelijkbare resultaten behaald.. Door mensen direct op straat aan te spreken kom je het snelst te weten wat echte mening is van "de doorsnee consument". Als je in een paar uurtjes tijd met een clubje jongeren honderden mensen kan aanspreken, dan moet het voor een (door het kabinet gesteunde) commissie toch lukken om in een heel jaar een paar miljoen(of tenminste honderdduizend) mensen om hun mening te vragen?
Dat maatschappelijke organisaties werden gevraagd debatten te organiseren, is leuk.maar dit maakt het beeld weer gekleurd, omdat hier vaak al mensen langs komen die maatschappelijk geëngageerd zijn.

Maar wie werkelijk de mening wil weten van "de man op straat", die hoort maar op een plek thuis: op straat, met een pen en een blocnote om de mensen hun mening te vragen.

Frank Menzel, E-mail

literatuur:
Eten en Genen, eindrapport van de tijdelijke commissie biotechnologie en voedsel
Persbericht van de commissie Terlouw

U bent hier