h

Aanvraag interpellatiedebat over chloortreinen

23 januari 2001

Aanvraag interpellatiedebat over chloortreinen

Aan: de voorzitter van de gemeenteraad van Rotterdam

Verzoek om beraadslaging/interpellatie

Rotterdam, 23 januari 2001

Geachte voorzitter, Gelet op artikel 17 van het 'Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad', verzoek ik U hierbij om informatie aangaande het door het college gevoerde bestuur met betrekking tot het transport van chloor per trein door de gemeente.
Deze informatie zou ik graag in de vorm van een interpellatie willen inwinnen in onze eerstvolgende vergadering, aanstaande donderdag 25 januari 2001 na de behandeling van de ingekomen stukken, dus als toegevoegd agendapunt 4-a.

De noodzaak tot interpellatie vloeit voort uit:

Ø De beantwoording van het college op schriftelijke vragen van 27 december 2000, gesteld door SP-raadslid M.H.M. Spaas.

Ø De noodzaak tot snelle en duidelijke beantwoording van deze vragen. Dit ten gevolge van de hoorzitting over dit onderwerp, die op 14 februari 2001 wordt gehouden in het gebouw van de Tweede Kamer te Den Haag.

Ø Het belang dat de gemeente Rotterdam, in navolging van andere gemeenten, een duidelijk standpunt inneemt ten opzichte van de chloortransporten per trein.

In de gevraagde interpellatie zouden wij graag van de burgemeester antwoord willen hebben op de volgende vragen:

1. Is het standpunt van de gemeente Rotterdam over de chloortransporten, zoals uit uw beantwoording van 16 januari 2001, achterhaald en inmiddels onder druk komen te staan van de sterk groeiende maatschappelijke onvrede?

2. Zo nee, wat is hier de oorzaak van en wat heeft het college ervan weerhouden om in navolging van andere gemeenten een duidelijk standpunt over het chloortransport in te nemen?

3. Is het college ervan op de hoogte dat AKZO Nobel sinds 1993 zich niet houdt aan de afspraken voor het afbouwen van het chloortransport?

4. Bent u het met de SP eens dat het niet aan AKZO Nobel is om te bepalen welke risico's burgers mogen lopen?

5. Is het college, in het licht van voorgaande vragen, met de SP van mening dat de veiligheid van burgers de hoogste prioriteit heeft bij het gemeentebestuur (wat vergunningverlening, controle en handhaving betreft)?

6. Is het college geschrokken van de conclusies van de rijksinspecties naar aanleiding van de rampen in Enschede en Volendam, waaruit blijkt dat gemeenten weliswaar aandacht hebben voor rampenbestrijding, maar op het gebied van preventie ernstig tekort schieten?

7. Voelt het college zich aangesproken waar het gaat om deze kritiek?

8. Is het college op de hoogte van illegale chloortransporten?

9. Mocht er ondanks alle veiligheidsmaatregelen toch een ramp plaatsvinden, voorziet het rampenplan dan in voldoende capaciteit om alle gewonden te registreren, op te vangen en te vervoeren? Dit naar aanleiding van de ramp in Volendam waar iets meer dan honderd gewonden verspreid werden over het hele land. En er zelfs uitplaatsing naar het buitenland nodig was!

10. Bent u met de SP van mening dat Rotterdam zich uit zou moeten spreken als 'chloortransportvrije' gemeente?

11. Bent u bereid dit standpunt namens de gemeenteraad in te brengen bij de hoorzitting van 14 februari.

Vanzelfsprekend wil ik graag tijdens de vergadering de noodzaak van mijn verzoek tot interpellatie en de daarin vermelde vragen toelichten.

In de vaste overtuiging dat U mijn verzoek tot interpellatie dadelijk aan de leden van de raad zult zenden, verblijf ik,

Hoogachtend,

Chris van Heumen Fractievoorzitter SP

 

Zie ook Dossier Chloortrein

U bent hier