h

Raadsvergadering 18 maart: Hoofddoekjes

18 maart 2004

Raadsvergadering 18 maart: Hoofddoekjes

We kunnen er grappig over doen.
Vandaag heb ik een “opzichtig religieus kledingstuk” omgeknoopt. Bij het horen van de kreet SP AR TA zag ik opeens het licht.
Gisteren kon ik helaas niet in de voetbaltempel zijn, want ik had verplichtingen bij de moederkerk SP.
Maar we moeten de kwestie van de hoofddoekjes niet ridiculiseren.

De afgelopen maanden heb ik op mijn weblog en in allerlei virtuele fora mijn mening en argumentatie uitgebreid naar voren gebracht. Anderen hebben dat ook gedaan. Zowel lokaal als nationaal. Na maanden treuzelen, hebben we afgelopen donderdag langdurig gesproken over het voorstel van Leefbaar Rotterdam om de hoofddoekjes te verbieden.
Gesterkt door een enquête van Maurice de Hond komen ze er vandaag nog eens op terug.

We kunnen kort zijn: de SP is tegen het verplicht dragen van een hoofddoek en ook tegen het verplicht NIET dragen van een hoofddoek.
Klederdracht is op de eerste plaats iets van de mensen zelf.
Mensen moeten vrij zijn zich te kleden zoals ze willen.
Met die kleding drukken ze meestal wel uit, bij welke groep ze willen horen.
De LR stropdassen hier in de zaal laten het al zien. Maar schijn bedriegt! Ook ik en VVD-wethouder Hulman hebben zo’n das wel eens omgedaan en daar zit dan meteen het probleem.

Soms is een bepaald kledingstuk een “opzichtige geloofsuiting” zoals LR dat noemt, heel vaak niet.
Lange rokken en hoedjes op de Veluwe, tulbanden en sluiers bij de Sikhs, armbanden en hangers, hindoe stippen etc.
Bepaalde symbolen kunnen negatieve reacties oproepen, zoals de boeddhistische swastika’s die je in Azië overal tegenkomt, maar hier in Europa met Hitler worden geassocieerd.

“Kleren maken de man” …. en de vrouw, en daar is niets mis mee. De politiek gaat daar niet over.
Ik ken geëmancipeerde en seksueel vrije vrouwen MET een hoofddoek en zeer onderdanige meisjes ZONDER.
Waar je merkt dat een hoofddoek geen vrije keuze van de vrouw of het meisje is, kun je daar je mening over geven.
Vanzelfsprekend speelt het een rol in de emancipatiediscussie.

Maar emanciperen moet je vooral zelf doen.
Dwang en verboden werken daarin contraproductief, daar zijn in de historie genoeg voorbeelden van.
Natuurlijk is het goed om op de werkvloer of op school te praten over de uitstraling van je kleding.
Een receptioniste in bikini of een vertegenwoordiger in een stofjas zijn hinderlijk om dat beroep goed uit te oefenen.
Dat moeten de collega’s vooral onder elkaar bespreken, en dus niet in de gemeenteraad.
Sommige beroepen hebben dat opgelost door een uniform voor te schrijven. Ook daar is niets mis mee.
Ook voor sommige gemeenteambtenaren zoals de bodes of de brandweer.

Bedrijfskleding dus niet alleen als bescherming, maar ook om een gezamenlijke uitstraling naar het publiek te krijgen.
Maar als er geen uniform wordt voorgeschreven, dan moeten we als gemeenteraad ons daar niet mee willen bemoeien.
Zoals we bij de wetsovertredingen niet alles van het strafrecht moeten verwachten, zo moeten we ook niet doorschieten in verboden en geboden voor ambtenaren.
Ambtenaren zijn net mensen en kunnen prima voor zichzelf bedenken wat goed voor ze is en hoever ze willen gaan.
Dus geen verbod op hoofddoekjes.

Toch spreken we er over en toch vindt een meerderheid van de Nederlanders een verbod op hoofddoekjes wel gewenst. Tussen haakjes, van de SP-kiezers is een meerderheid TEGEN zo’n verbod (57%), maar een substantieel deel (39%) is VOOR.
Dus is het goed om er een maatschappelijke discussie over te voeren. Waar ligt dan de grens met die “opzichtige religieuze kledingstukken?” Wat te denken van baarden, van trouwringen, van Feijenoord-speldjes?

Donderdag stelde ik de hamvraag: is het niet gewoon de angst voor de islam?
Want dan zouden we daar hier en in de rest van de samenleving de discussie over moeten voeren. Is die angst terecht? Waar is men dan precies bang voor? Hoe kunnen we die angst wegnemen?
Want “politiek is niets voor bange mensen”….heb ik van Bram Peper geleerd.

We moeten stoppen met de discussie over de uiterlijkheden zoals de hoogte van de minaretten of hoofddoekjes.
We moeten hoognodig een maatschappelijke discussie voeren over de angst van velen, autochtonen en niet-islamitische migranten, voor de Islam. En de politiek kan helpen om die angst weg te nemen.

Terug naar Gemeenteraad

U bent hier