h

Schriftelijke vragen

23 februari 2004

Schriftelijke vragen

Rotterdam, 13 februari 2004

Beantwoording van de schriftelijke vragen van de heer T.S.J. Cornelissen inzake het optreden van de stadsmarinier in Charlois

Aan de Gemeenteraad.

Het lid van uw raad, de heer T.S.J. Cornelissen (SP), heeft ons op 5 februari 2004 schriftelijke vragen gesteld over het bericht in de media dat de stadsmarinier van Charlois het werk van het Lokale Zorgnetwerk (LZN) betreffende een overlastgevend en zorgbehoevend gezin in Charlois heeft doorkruist, door het gezin financieel in staat te stellen woonruimte buiten Rotterdam te betrekken.

Alvorens zijn vragen over deze kwestie te beantwoorden, willen wij een, vanwege de privacy noodzakelijkerwijs zeer beknopte, situatieschets weergeven. Het betreffende gezin maakt deel uit van een familie die bekend is vanwege aanhoudende overlast. Ook na verhuizing naar een ander adres in Rotterdam heeft het gezin dit gedrag, dat vooral bepaald lijkt door ernstige criminaliteit en daarmee gepaard gaande geweldpleging, niet beëindigd. Voor de woonomgeving leidde dit tot veel overlast en (gevoelens van) onveiligheid. Doordat het gezin, bestaande uit een moeder en twee zoons, ook zelf werd bedreigd, werd hulp gezocht. Het LZN was reeds eerder ingeschakeld, maar kon binnen de gewenste termijn geen soulaas bieden. Ook in de acute nood waarin de moeder zich bij de politie vervoegde, kon geen opvang worden geregeld. Aangezien de moeder zelf de wens te kennen had gegeven naar elders te willen verhuizen, heeft de stadsmarinier dit mogelijk gemaakt door voor de periode van één jaar een huurgewenningsbijdrage beschikbaar te stellen. De uitkering van de sociale dienst is in goede samenspraak tussen beide gemeenten voortgezet.
Het gehele dossier heeft de aandacht van de deelgemeentebestuurders, met wie de stadsmarinier voortdurend samenspraak en overeenstemming van handelen had.

Hieronder volgen zijn vragen voorzien van onze antwoorden:

Vraag 1:
Weet u dat dit soort dingen gebeuren?

Antwoord:
Ja. Het is bekend dat overlast, zeker indien deze criminaliteitsgerelateerd is, soms binnen de reguliere mogelijkheden niet gereduceerd kan worden. Het voorkomen van verdere escalatie en het verbeteren van de veiligheid in de woonomgeving rechtvaardigen de keuze voor een minder orthodoxe maatregel.

Vraag 2:
Is dit de normale gang van zaken voor een stadsmarinier?

Antwoord:
Daar waar andere maatregelen niet mogelijk blijken of niet toereikend zijn, verwachten wij bij uitstek van de stadsmariniers dat zij actie nemen om het gewenste resultaat te bereiken: reductie van de dreiging jegens het gezin en verbetering van de veiligheid van andere bewoners in de betreffende straat.

Vraag 3:
Binnen welk beleidskader passen dit soort acties?

Antwoord:
De stadsmariniers hebben de opdracht de actoren in hun werkgebied tot een optimale samenwerking en doelgerichtheid te brengen. Wanneer desondanks een patstelling het gewenste resultaat in de weg staat, verwachten wij van de stadsmariniers baanbrekend optreden.
Een tijdelijke huurgewenningsbijdrage waarmee verhuizing naar een zelfgekozen bestemming mogelijk wordt en zowel de bedreiging van als de overlast door het betreffende gezin tot een einde komen, achten wij als incidentele, uiterste maatregel in deze context acceptabel.

Vraag 4:
Vanuit welk budget wordt dit betaald?

Antwoord:
De stadsmariniers beschikken over een werkbudget, dat zij kunnen aanspreken voor maatregelen waarin staand beleid niet voorziet.

Vraag 5:
Vindt u deze oplossing goed en structureel?

Antwoord:
De stadsmarinier heeft een oplossing afgedwongen in een uitzonderlijke situatie. Het gewenste doel (zie antwoord 2) is bereikt. Wij achten de maatregel proportioneel voor dit doel. Van een structureel karakter kan, gezien dit individuele dossier, geen sprake zijn.

Vraag 6:
Is het uw bedoeling dat de stadsmarinier dit soort solo-acties doet of kan hij beter samenwerken met andere hulpverleners, zoals het LZN, en misschien zelfs het werk van het LZN enigszins vergemakkelijken?

Antwoord:
Wij verwijzen naar ons antwoord op vraag 3. De stadsmarinier is per definitie geen solist. Bij herhaling is gepoogd de gevaarssituatie door hulpverlening te reduceren. De aangewezen instantie, i.c. het LZN, zag op redelijke termijn geen kans de noodzakelijke actie te ondernemen.

Vraag 7:
Kan de raad binnen afzienbare tijd een evaluatie van het werk van de stadsmariniers en van de LZN'en verwachten?

Antwoord:
De inzet van het instrument 'stadsmarinier' wordt geëvalueerd door het Centrum voor Recht, Bestuur en Informatisering van de Universiteit van Tilburg. Wij zullen uw raad nader informeren over de uitkomsten, zodra deze zijn vastgesteld door ons college.
De GGD heeft een notitie geschreven: "Lokale Zorgnetwerken, de stand van zaken". Deze notitie wordt binnenkort geagendeerd voor ons college. Ook over deze rapportage wordt uw raad geïnformeerd.

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,

De Burgemeester, J. van der Tak, l.b.
De Secretaris, N. van Eck

Theo Cornelissen, (06-) 20 43 01 96, E-mail

Zie ook: Wild West marinier

Terug naar Vragen

U bent hier