Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen
Rotterdam, 13 februari 2004
Beantwoording van de schriftelijke vragen van de heer T.S.J. Cornelissen inzake het optreden van de stadsmarinier in Charlois
Aan de Gemeenteraad.
Het lid van uw raad, de heer T.S.J. Cornelissen (SP), heeft ons op 5 februari 2004 schriftelijke vragen gesteld over het bericht in de media dat de stadsmarinier van Charlois het werk van het Lokale Zorgnetwerk (LZN) betreffende een overlastgevend en zorgbehoevend gezin in Charlois heeft doorkruist, door het gezin financieel in staat te stellen woonruimte buiten Rotterdam te betrekken.
Alvorens
zijn vragen over deze kwestie te beantwoorden, willen wij een, vanwege de privacy
noodzakelijkerwijs zeer beknopte, situatieschets weergeven. Het betreffende gezin
maakt deel uit van een familie die bekend is vanwege aanhoudende overlast. Ook
na verhuizing naar een ander adres in Rotterdam heeft het gezin dit gedrag, dat
vooral bepaald lijkt door ernstige criminaliteit en daarmee gepaard gaande geweldpleging,
niet beëindigd. Voor de woonomgeving leidde dit tot veel overlast en (gevoelens
van) onveiligheid. Doordat het gezin, bestaande uit een moeder en twee zoons,
ook zelf werd bedreigd, werd hulp gezocht. Het LZN was reeds eerder ingeschakeld,
maar kon binnen de gewenste termijn geen soulaas bieden. Ook in de acute nood
waarin de moeder zich bij de politie vervoegde, kon geen opvang worden geregeld.
Aangezien de moeder zelf de wens te kennen had gegeven naar elders te willen verhuizen,
heeft de stadsmarinier dit mogelijk gemaakt door voor de periode van één
jaar een huurgewenningsbijdrage beschikbaar te stellen. De uitkering van de sociale
dienst is in goede samenspraak tussen beide gemeenten voortgezet.
Het gehele
dossier heeft de aandacht van de deelgemeentebestuurders, met wie de stadsmarinier
voortdurend samenspraak en overeenstemming van handelen had.
Hieronder volgen zijn vragen voorzien van onze antwoorden:
Vraag
1:
Weet u dat dit soort dingen gebeuren?
Antwoord:
Ja.
Het is bekend dat overlast, zeker indien deze criminaliteitsgerelateerd is, soms
binnen de reguliere mogelijkheden niet gereduceerd kan worden. Het voorkomen van
verdere escalatie en het verbeteren van de veiligheid in de woonomgeving rechtvaardigen
de keuze voor een minder orthodoxe maatregel.
Vraag
2:
Is dit de normale gang van zaken voor een stadsmarinier?
Antwoord:
Daar
waar andere maatregelen niet mogelijk blijken of niet toereikend zijn, verwachten
wij bij uitstek van de stadsmariniers dat zij actie nemen om het gewenste resultaat
te bereiken: reductie van de dreiging jegens het gezin en verbetering van de veiligheid
van andere bewoners in de betreffende straat.
Vraag
3:
Binnen welk beleidskader passen dit soort acties?
Antwoord:
De
stadsmariniers hebben de opdracht de actoren in hun werkgebied tot een optimale
samenwerking en doelgerichtheid te brengen. Wanneer desondanks een patstelling
het gewenste resultaat in de weg staat, verwachten wij van de stadsmariniers baanbrekend
optreden.
Een tijdelijke huurgewenningsbijdrage waarmee verhuizing naar een
zelfgekozen bestemming mogelijk wordt en zowel de bedreiging van als de overlast
door het betreffende gezin tot een einde komen, achten wij als incidentele, uiterste
maatregel in deze context acceptabel.
Vraag
4:
Vanuit welk budget wordt dit betaald?
Antwoord:
De
stadsmariniers beschikken over een werkbudget, dat zij kunnen aanspreken voor
maatregelen waarin staand beleid niet voorziet.
Vraag
5:
Vindt u deze oplossing goed en structureel?
Antwoord:
De
stadsmarinier heeft een oplossing afgedwongen in een uitzonderlijke situatie.
Het gewenste doel (zie antwoord 2) is bereikt. Wij achten de maatregel proportioneel
voor dit doel. Van een structureel karakter kan, gezien dit individuele dossier,
geen sprake zijn.
Vraag
6:
Is het uw bedoeling dat de stadsmarinier dit soort solo-acties doet
of kan hij beter samenwerken met andere hulpverleners, zoals het LZN, en misschien
zelfs het werk van het LZN enigszins vergemakkelijken?
Antwoord:
Wij
verwijzen naar ons antwoord op vraag 3. De stadsmarinier is per definitie geen
solist. Bij herhaling is gepoogd de gevaarssituatie door hulpverlening te reduceren.
De aangewezen instantie, i.c. het LZN, zag op redelijke termijn geen kans de noodzakelijke
actie te ondernemen.
Vraag
7:
Kan de raad binnen afzienbare tijd een evaluatie van het werk van de
stadsmariniers en van de LZN'en verwachten?
Antwoord:
De
inzet van het instrument 'stadsmarinier' wordt geëvalueerd door het Centrum
voor Recht, Bestuur en Informatisering van de Universiteit van Tilburg. Wij zullen
uw raad nader informeren over de uitkomsten, zodra deze zijn vastgesteld door
ons college.
De GGD heeft een notitie geschreven: "Lokale Zorgnetwerken,
de stand van zaken". Deze notitie wordt binnenkort geagendeerd voor ons college.
Ook over deze rapportage wordt uw raad geïnformeerd.
Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,
De
Burgemeester, J. van der Tak, l.b.
De Secretaris, N. van Eck
Theo Cornelissen, (06-) 20 43 01 96, E-mail
Zie ook: Wild West marinier
Terug naar Vragen