Rotterdam

Schriftelijke vragen

Rotterdam, 22 december 2003

Schriftelijke vragen aan het college van B & W

Geacht college,

22 augustus jongstleden stelden wij, samen met de heer Soekhlal van de PvdA, vragen over de lokale zorgnetwerken en dakloze gezinnen. We nemen maar aan dat het erg moeilijke vragen waren want tot op heden hebben we geen antwoord mogen ontvangen.
Ook hebben wij nooit bericht van u gekregen over eventueel uitstel. Voor uw gemak stellen we de vragen hieronder nog maar eens (dan hoeft u niet te gaan zoeken) en onze extra vraag is: Komt er in 2003 nog een antwoord?

Betreft: dakloze gezinnen met kinderen

Op 4 juli kregen wij antwoord op onze vragen over uithuisgezette gezinnen met kinderen. Zoals zo vaak roept uw beantwoording van onze vragen weer evenzoveel nieuwe vragen op. We geven steeds uw antwoord op onze oorspronkelijke vraag weer en daarachter onze nieuwe vra(a)g(en).

'Kunt u aangeven hoe vaak lokale zorgnetwerken effectief hebben kunnen ingrijpen en hebben voorkomen dat een gezin op straat kwam te staan en hoe vaak deze interventie niet is gelukt?

Uw antwoord:
De lokale zorgnetwerken in Rotterdam voeren geen centrale registratie op basis waarvan specifieke cijfers gegeven kunnen worden van uithuiszettingen waarbij kinderen betrokken zijn. Wel is er een signaleringsoverleg van de coördinatoren van de lokale zorgnetwerken. Teneinde preventief te kunnen optreden, wordt de woningcorporaties gevraagd om bij de lokale zorgnetwerken mensen aan te melden die op een termijn van twee maanden uit huis
gezet dreigen te worden. Vooral in Hoogvliet loopt deze aanpak goed (ongeveer 60 aanmeldingen per maand). Met een aantal corporaties konden hier nog geen afspraken over worden gemaakt.'

Vraag 1:
Zijn er nu inmiddels met alle corporaties afspraken over aanmelding bij de LZN gemaakt; zo niet, hoe lang gaat dat nog duren? Kunt u aangeven met welke corporaties al wel afspraken staan?

'Bestaan er in alle deelgemeenten lokale zorgnetwerken, uit welke middelen worden deze gefinancierd en kunt u garanderen dat deze financiering ook in de toekomst gegarandeerd is?

Uw antwoord:
Nog niet in alle deelgemeenten zijn lokale zorgnetwerken actief. Uitbreiding van het aantal netwerken hangt af van de afspraken ten aanzien van de structurele financiering. Gestreefd wordt naar een tripartiete financiering: gemeente en deelgemeente, zorginstellingen, en de woningcorporaties. De gemeente Rotterdam stelt voor de salariskosten van de coördinatoren van de lokale zorgnetwerken circa 450.000 euro (per jaar) beschikbaar, daarbij komen de zogenoemde zorgvernieuwingsgelden van het zorgkantoor ad 303.000 euro (per jaar). De deelgemeenten betalen de huisvestings- en meubileringskosten tot een maximum van ongeveer 11.000 euro (per jaar). Met de woningcorporaties zijn nog geen vaste afspraken vastgelegd over de cofinanciering.'

Vraag 2:
Met welke deelgemeenten zijn al afspraken gemaakt?

Vraag 3:
Wat doet het college om het een en ander te bespoedigen?

'Vervolgens stelt de heer Cornelissen dat tijdens een werkbezoek van de commissie voor Sociale Zaken en Onderwijs aan Charlois op 4 juni jl. bleek dat er voor gezinnen met kinderen, die via Interventieteams uit illegale kamerverhuur worden gezet, regelmatig geen alternatieve woning is en dat deze gezinnen veelal op straat komen, omdat de beschikbare opvang onvoldoende is.

Bent u bekend met deze problemen, wat is de omvang hiervan en wat gaat u hieraan doen?

Uw antwoord:
Er wordt door Interventieteams geen centrale registratie bijgehouden van de signalen van illegale kamerverhuur, op basis waarvan Woningtoezicht tot aanpak van de woning overgaat. De terugkoppeling van Woningtoezicht naar de interventieteams betreft wat er gebeurt met de woning, niet wat er gebeurt met de voormalige bewoners. De omvang is dus ook niet bekend. De procedure is dat potentiële uithuiszettingen door Woningtoezicht worden aangemeld bij het Herhuisvestingsteam van de dienst Stedebouw en Volkshuisvesting en dat deze bewoners ook urgentie krijgen. Ook worden dergelijke zaken aangemeld bij de lokale zorgnetwerken die zich in de diverse wijken bevinden (zie ook onder 1). In de praktijk blijkt dat het "dreigen" met uithuiszetting voor veel mensen voldoende reden is om zelf alternatieve huisvesting te verzorgen. Incidenteel is het wel eens voorgekomen dat alleenstaande ouders met kinderen op straat dreigden te komen (bij interventies op de Strevelsweg), maar vervolgens heeft het betreffende Interventieteam zelf alternatieve woonruimte voor deze gezinnen geregeld.'

Vraag 4:
Waarom wordt hier geen centrale registratie van bijgehouden?

Vraag 5:
Weet u zeker dat mensen die wellicht uitgezet gaan worden direct een urgentieverklaring krijgen?

'Tevens stelt de heer Cornelissen dat op 6 juni jl. de SP-fractie een melding via R'go kreeg dat een gezin met twee kinderen van 8 en 13 jaar en diens zwakbegaafde ouders op 16 juni uit huis dreigden te worden gezet. Dit terwijl op korte termijn schuldsanering begint en de huur inmiddels betaald wordt.

Bent u met ons van mening dat voorkomen moet worden dat zwakbegaafde gezinnen op straat terechtkomen en bent u bereid hier te bemiddelen?

Uw antwoord:
In principe moet zoveel als mogelijk worden voorkomen dat gezinnen (zwakbegaafd of niet) op straat worden gezet. Tegelijkertijd zal duidelijk zijn dat in sommige gevallen door
complexe schulden- en of overlastsituaties, uithuiszettingen onvermijdelijk zijn. Dit is overigens ook een autonome bevoegdheid van corporaties. Wel zal -zeker als er kinderen in het spel zijn- door de corporatie naar alternatieve huisvesting of opvang worden verwezen.

Vraag 6:
Wij vragen ons af in hoeverre de woningcorporaties kennis in huis hebben over alternatieve huisvesting en opvang. Is er bij de diverse corporaties een speciale functionaris voor dit soort kwesties; hoe gaat dit in zijn werk?

Met vriendelijke groet,

Theo Cornelissen, SP Fractievoorzitter Gemeenteraad Rotterdam
PvdA Fractie: R. Soekhlal

Terug naar Vragen