Zestienhoven
Zestienhoven
Schriftelijke vragen
Archief
Rotterdam, 27 april 2003
Betreft: schriftelijke vragen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland
Geacht college,
Toelichting bij de vragen:
Deze vragen over de luchthaven -die bekend staat onder de naam Zestienhoven-
worden gesteld naar aanleiding van artikelen in het Rotterdams Dagblad
de afgelopen weken. Zij gaan over de verschillende bevoegdheden van besturen
in dit het gebied rond de luchthaven.
Bij vraag 2: deze vraag werd ook gesteld door Gerard Harmes tijdens
de Statenvergadering van 25 april jl, in een iets andere vorm aan de heren
Norder, Klein-Breteler en Hieltjes, zonder beantwoord te worden. De vraag
luidde: Hoe ver reikt de verantwoordelijkheid van de provincie t.a.v.
deze luchthaven?
Bij vraag 3: Passages uit het coalitieaccoord en delen van de beantwoording
van de heren Norder, Klein-Breteler en Hieltjes doen de SP geloven dat
het huidige bestuur van de provincie niet erg gelukkig is met het aan
de kant schuiven van provinciale beslissingen door het rijk, bijvoorbeeld
als het gaat om het nationaal landschap de Hoekse Waard.
Bij vraag 4: Dhr. Van Heijningen beweert in het Rotterdams Dagblad van
26 april dat het verruimen van de openingstijden van de luchthaven goed
is voor de werkgelegenheid en dat hij binnenkort met de gemeente om de
tafel gaat zitten om hierover te praten.
- a. Is het juist dat
om de luchthaven langer wordt opengesteld voor luchtverkeer?
b. Sinds wanneer bent u op de hoogte van het voornemen van het Rotterdamse college om de luchthaven langer open te stellen voor luchtverkeer?
c. Welke actie heeft u toen ondernomen?
d. Heeft u ook kennis genomen van de bezwaren van de deelgemeenten Overschie en Hillegersberg-Schiebroek - In hoeverre is de gemeente Rotterdam autonoom over verruiming van openingstijden? Wilt u in uw antwoord de bevoegdheden van deelgemeente, gemeente, stadsregio, provincie en rijk betrekken?
- a. Kunt u zich voorstellen
dat een deelgemeente niet erg gelukkig is als de gemeente Rotterdam
haar besluiten naast zich neerlegt?
b. Op welke wijze zult u de gemeente Rotterdam in komende gesprekken bevragen over het betrekken van deelgemeenten in standpuntbepaling? - a. Op welke gegevens
baseert Dhr. Van Heijningen zijn uitspraak over werkgelegenheid?
b. Betrekt Dhr. Van Heijningen in zijn mening ook de werkgelegenheid per vierkante meter van verschillende branches? Zo ja, wat is het gehanteerde getal?
c. Kunt u uitleggen met welke partijen of besturen de wethouder nog meer gaat praten over deze kwestie?
d. Met welk mandaat zal de wethouder het gesprek ingaan?
e. Hoe rijmt u de uitspraken van Dhr. Van Heijningen in het Rotterdams dagblad van 26 april jl met de passage uit het coalitieakkoord over de luchthaven? - Heeft dhr. Van Heijningen volgens u de opvatting dat het provinciebestuur het juiste middenbestuur is om deze kwestie tot een goed einde te brengen?
- Welke toetsing aan het streekplan is in deze kwestie van toepassing?
In afwachting van uw antwoord
verblijf ik,
met vriendelijke groeten, Jolanda
Gooiker
Terug naar Archief