h

Als hij niet over de brug komt, dan moeten wij de brug over

20 juni 2002

Als hij niet over de brug komt, dan moeten wij de brug over

Tomaat Nieuws Archief Tomaat

Open brief van Theo Cornelissen aan de leden van het presidium en de leden van de commissie Bestuur en Veiligheid van de gemeenteraad van Rotterdam.

Rotterdam, 18 juni 2002

Beste collega's,

Gisteren heb ik in het presidium de 'kwestie Peper'aangekaart. Sinds de uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven van afgelopen donderdag zijn onze voormalige burgemeester en zijn raadsman, de heer Mentink, herhaalde malen in de pers verschenen. Zij doen het daarbij voorkomen alsof de hele kwestie rond de bestuurskosten nu is witgewassen en dagen de gemeenteraad van Rotterdam uit om op onze besluiten van 23 maart 2000 terug te komen.
Mijns inziens hebben beide heren inderdaad recht op een gepast antwoord en wat mij betreft zou dat antwoord moeten zijn: Als de heer Peper niet over de brug komt, dan moeten wij de brug over. De Erasmusbrug over en naar het gerechtsgebouw, zoals de heer Mentink suggereerde. Om daar de claim van minimaal 64.000 gulden neer te leggen en te verzoeken om tot gerechtelijke invordering over te gaan. Zo doen we dat met mensen die zich ten onrechte bijstandsgelden hebben toegeëigend en zo zouden we dat ook moeten doen met voormalige bestuurders die ten onrechte geld van de Gemeente Rotterdam voor privé-doeleinden hebben aangewend.

De gemeenteraad van 23 maart 2000 was unaniem in het volledig overnemen van de conclusies en de aanbevelingen van het COR-rapport. Volgens die conclusies waren de meeste uitgaven in het kader van de bestuurskosten goed gegaan. Toch was bij sommige voormalige bestuurders was er teveel misgegaan door slordigheden, door niet altijd volgens de regels te werken. Het instellen van de zogenaamde vertrouwensregel maakte controle ook onmogelijk en in een enkel geval was er duidelijk sprake van kosten die privé genomen hadden moeten worden en niet ten laste van de gemeente hadden mogen worden gebracht.
Met name ten aanzien van de voormalige burgemeester sprak de raad unaniem uit dat de stad Rotterdam schade was berokkend door zijn gedrag. Die politieke conclusies staan nog steeds recht overeind. Die worden ook niet weggenomen door een accountantstechnisch oordeel van een college van beroep. Het oordeel van de raad was geen strafrechtelijk oordeel en ook geen accountantsoordeel, maar was een politiek oordeel gebaseerd op geconstateerde gebreken. Gebreken waarvoor de voormalige burgemeester zich niet verder wenste te verantwoorden.
Veel Rotterdammers kenden en kennen feiten waarop dat politieke oordeel gebaseerd is. Die feiten zijn door het college van beroep ook niet weggenomen. Dat college zegt mijns inziens alleen dat een accountant die feiten niet zo had mogen presenteren. En dat is inderdaad 'mooi voor de heer Peper en pech voor KPMG' zoals het college van B&W ons liet weten.

Maar door de hernieuwde aandacht voor deze kwestie lijkt het net alsof de gemeenteraad op 23 maart 2000 een verkeerd oordeel heeft geveld. Dat vraagt dus om een reactie. Mijns inziens door een debat hierover op de eerstvolgende raadsvergadering te weten 27 juni aanstaande. De suggestie is gedaan om het eerst in de commissie voor Bestuur en Veiligheid te bespreken. Maar die is pas op donderdagochtend en dan kan het onmogelijk nog geagendeerd worden voor de raadsvergadering van 's middags.
Daarom doe ik op U allen een dringend beroep, om het wel op de agenda van de raad van 27 juni te zetten. Dan kunnen de heren Peper en Mentink kennisnemen van ons gepaste antwoord.

Kortom, ik zie met spanning uit naar uw reactie. Nu na de dualisering is het nog even zoeken hoe we dit soort zaken aankaarten, maar een interpellatieverzoek leek me niet het gewenste middel om het op de raadsagenda te krijgen. Vandaar (alweer) een open brief.

Met vriendelijke groet, Theo Cornelissen, Fractievoorzitter SP, (010-)4 66 80 92, 06-20 43 01 96 of E-mail

Terug naar Archief

U bent hier