Vragen RBVV volkstuinen
Vragen RBVV volkstuinen
College van B&W
Coolsingel 40
3011 AD Rotterdam
Betreft: schriftelijke vragen
Rotterdam, 11 juni 2001
Geacht college,
Deze week is bekend geworden dat er grote onenigheid bestaat tussen
de gemeente en de Rotterdamse Bond Van Volkstuinders (RBVV). Directe aanleiding
voor dit nieuwe conflict is de schadeloosstelling voor de ontruiming van
tuinencomplex Hordijkerveld.
Het financiële verschil tussen het bod van de gemeente en de wens
van het RBVV bedraagt 1,4 miljoen gulden.
Volgens RBVV-voorzitter A. Eekhof houdt de gemeente zich niet aan eerder
gemaakte afspraken. Deze werden op 1 februari 2001 vastgelegd in een protocol.
Dit protocol geldt tevens als leidraad voor regelgeving bij schadeloosstelling
van in de toekomst te verplaatsen volkstuinen.
Daarom heeft de SP fractie de volgende vragen:
1: Bent u op de hoogte van de brief van de RBVV van 7 juni 2001?
2: Wat veroorzaakt volgens u het verschil in het bod van 2,6 miljoen door de gemeente en de eis van de RBVV van 4 miljoen gulden?
3: Is bij het onderzoek naar het verschil tussen de taxaties van het OBR en de RBVV ook laatstgenoemde vereniging betrokken geweest?
4: In de brief van 7 juni constateert de RBVV dat de gemeente Rotterdam het protocol, met betrekking tot de schadeloosstelling van volkstuinders, aan zijn laars lapt. Onderschrijft u deze kritiek?
5: Zo ja, bent u bereid om onderhandelingen betreffende schadeloosstelling te heropenen, op basis van het, door de wethouders Kombrink en Janssens, op 1 februari 2001 ondertekende protocol?
6: In dit protocol is vastgelegd dat onderhandelingen worden gevoerd tussen de RBVV en het Ontwikkelingsbedrijf van de gemeente Rotterdam (OBR). Het RBVV meent nu dat de gemeente Rotterdam van meet af aan heeft geweigerd daadwerkelijk te onderhandelen. Er zou zelfs gedreigd zijn met onteigening. Bent u het eens met de kritiek van de RBVV en bent u bekend met dreigementen van onteigening?
7: De RBVV heeft tevens kritiek op de overschrijding van het tijdschema door de gemeente Rotterdam. Zo was de RBVV al in november 2000 gereed met de taxaties van de opstallen en tuininventaris. De taxaties van het OBR werden pas in februari 2001 afgerond. Bent u het met de RBVV eens dat de gemeente hier in gebreke is gebleven en heeft u de RBVV tijdig geïnformeerd over de bij u ontstane vertraging?
Met vriendelijke groet, Mathijs Spaas, SP-gemeenteraadsfractie