Kandidaten 2010: Said Afalah
Rotterdammers hebben recht op goed werk tegen fatsoenlijk loon
Said Afalah, Organizer bij de FNV Bondgenoten, was nog maar net geboren toen zijn vader zevenendertig jaar geleden het gezin in Marokko achterliet om in Nederland zijn geluk te beproeven. Een keer per jaar, in de zomervakantie, kwam hij thuis. Al weken voor zijn komst, was ik opgewonden, om hem te zien en natuurlijk ook voor de cadeautjes. Nederland was in mijn ogen een paradijs. Toen ik als 16-jarige met mijn moeder, broers en zusje naar Nederland kwam, drong de bittere waarheid door. Jarenlang had mijn vader in een schuurtje achter de kassen gewoond. Hij had daar nog nooit over gesproken.
Een stem en een eis
In Said ontwaakte de verontwaardiging en strijdbaarheid. In dienst bij de FNV begon de strijd voor arbeidersrechten pas goed. Said: Bij een bezoek aan ontslagen schoonmakers bij de TU Delft werd mijn aandacht getrokken door twee oudere Turkse dames in een hoekje met de ogen vol tranen. Ze hadden zojuist gehoord dat ze de volgende dag niet meer terug hoefden komen. Ik heb ze allemaal bijgestaan en twee maanden later marcheerden 65 schoonmakers met een stem en een eis door de universiteit. Weer vielen mij die twee vrouwen op. Dit keer zag ik in hun blik kracht en strijd. Voor het eerst in hun leven hadden ze actie gevoerd en gewonnen.
Rotterdammers hebben recht op goed werk tegen fatsoenlijk loon, respect, zekerheid, rechtvaardigheid en erkenning. Daarvoor gaat Said zich in de gemeenteraad hard maken. Te veel Rotterdammers waaronder jonge hoge opgeleide allochtonen staan nog aan de kant. Er moet serieus gesproken worden over de bijdrage van gemeentelijke diensten aan het diversiteitbeleid.
